Les 1: theoretische verdieping M2Q versie

THEMA ARBEIDSMARKT
2MAVO Les 1
ARBEIDSMARKT
LES 1: THEORIE
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

THEMA ARBEIDSMARKT
2MAVO Les 1
ARBEIDSMARKT
LES 1: THEORIE

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

THEMA ARBEIDSMARKT
2MAVO Les 1
Programma
Introductie (5")
Kennistest (20")
De arbeidsmarkt & quiz (20")
Afsluiting & huiswerk (5")

Slide 3 - Tekstslide

THEMA ARBEIDSMARKT
2MAVO Les 1
3 verdiepende lessen over de arbeidsmarkt
  1. Theoretische verdieping
  2. Bijbanen
  3. Toekomst van werk

In februari volgt een project over de arbeidsmarkt
Introductie

Slide 4 - Tekstslide

THEMA ARBEIDSMARKT
2MAVO Les 1
ARBEIDSMARKT
QUIZ

Slide 5 - Tekstslide

Welke uitspraak over het minimumloon is juist? Het minimumloon is:
A
het laagste loon in een bedrijf.
B
het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.
C
.het loon na belastingen en premies
D
een ander woord voor de bijstand.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de arbeidsmarkt?
A
alle banen die er zijn bij bedrijven
B
Alle mensen die werken of werk zoeken
C
alle mensen die werk zoeken
D
Antwoord A en B samen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent solliciteren?
A
Vacature
B
Alle gegeven antwoorden zijn fout.
C
Dat je laat weten dat je al een baan hebt.
D
Dat je laat weten dat je een baan graag hebben wilt.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Het wettelijk ontslag vanuit de werkgever
B
Het wettelijk minimumloon
C
Betaalde arbeid
D
Afspraak tussen werkgever en werknemer

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet meer beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een manier om ontslag te nemen

Slide 10 - Quizvraag

Scholing is ......
A
De vervelende regel dat je naar school moet tot je 18e.
B
Een opleiding waarin je leert voor een baan.
C
Meerdere scholen bij elkaar.
D
Een school van de ING-bank.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de arbowet?
A
Wet met regels voor werk- en rusttijden.
B
Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
C
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan.
D
Het juiste antwoord staat er NIET bij

Slide 12 - Quizvraag

Een werknemer is
A
iemand die in dienst van een baas betaald werk doet.
B
iemand die een werk aanneemt.
C
iemand die een baan voor je heeft.
D
iemand die werkt zoekt.

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent technologische ontwikkeling?
A
Nieuwe kennis over economie
B
Nieuwe kennis over Nederland
C
Nieuwe kennis over techniek en uitvindingen
D
Ontwikkelingen in Nederland

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 15 - Quizvraag

Waarom doen bedrijven aan technologische ontwikkeling?
A
Om goedkoper en beter te kunnen produceren
B
Omdat dit wettelijk verplicht is

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een werkgever?
A
Iemand die bij een bedrijf/winkel werkt
B
Een bedrijf/winkel die werknemers in dienst heeft
C
Een leerling
D
Vakkenvuller

Slide 17 - Quizvraag

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een proeftijd?
A
Een periode waarin de werkgever meteen kan opzeggen als het werk niet bevalt.
B
Een periode waarin de werknemer kan opzeggen als het werk niet bevalt.
C
Een periode waarin de werknemer en werkgever meteen kunnen opzeggen als het niet bevalt.
D
Een periode waarin eten gratis geproefd mag worden

Slide 19 - Quizvraag

Bij een vaste baan heb je een contract voor....
A
Bepaalde tijd
B
Onbepaalde tijd

Slide 20 - Quizvraag

Loonbelasting en premies worden ingehouden op je 
Het salaris dat op je rekening wordt gestort is je 
Brutoloon
Nettoloon

Slide 21 - Sleepvraag

Het brutoloon is €2.200. De inhoudingen zijn 28% van het brutoloon. Hoeveel is het nettoloon?

Slide 22 - Open vraag

Schrijf een tip en top op van deze les

Slide 23 - Open vraag