2H3 27-11-2022

starten met 10 minuten lezen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

starten met 10 minuten lezen

Slide 1 - Tekstslide

leerdoel deze week
Je kent het verschil tussen homoniemen en homofonen.
maken blz. 34 opdracht 4 en 6
Klaar?
Leren uitgedeelde kaart teksten en maken opdrachten 1 en 2 blz. 37
Leren moeilijke woordenlijsten, dictee en 
schooltaal- en mediawoorden


Slide 2 - Tekstslide

Deze week lesplanner
Ik heb een deel van de lesstof van jaar 1 herhaald.

Je kunt verschillende teksten met elkaar vergelijken.

gezamenlijk nakijken proeftoets in ItsLearning

de leerstof voor de toets staat op It's Learning

Slide 3 - Tekstslide

Homoniem, homofoon en synoniem 
Wat betekenen ze? Waarom moet je het weten?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Sleep het juiste woord naar de juiste betekenis
Antoniem
Homoniem
Synoniem
Homofoon
Een woord wat ongeveer hetzelfde betekent
Een woord met meerdere betekenissen
Een woord wat hetzelfde klinkt, maar een andere betekenis heeft
Een woord wat het tegengestelde betekent

Slide 6 - Sleepvraag

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

Wij staarden naar de koe in de wei. Wij en wei is een
A
homoniem
B
homofoon

Slide 7 - Quizvraag

'Rijk' is een ....
A
homoniem
B
homofoon

Slide 8 - Quizvraag

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

In het slot van de film kwamen de prins en prinses weer samen in hun slot.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 9 - Quizvraag

elf en elf zijn ...........?
A
Homoniemen
B
homofonen
C
homografen

Slide 10 - Quizvraag

Ik las in de boeken dat we geen reisje meer konden boeken.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 11 - Quizvraag

Klieren =
- Vervelend zijn
- onderdeel van het menselijk lichaam
A
homoniem
B
homofoon

Slide 12 - Quizvraag

'bank' is een...
A
homoniem
B
homofoon

Slide 13 - Quizvraag

rauw en rouw
A
homoniem
B
homofoon

Slide 14 - Quizvraag

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

Ik zat op de bank tv te kijken, toen ik zag dat er een bank werd overvallen. Bank is een
A
homoniem
B
homofoon

Slide 15 - Quizvraag

"schop" is een ....
A
Homofoon
B
Homoniem

Slide 16 - Quizvraag


Onze bok is gisteren papa geworden van 3 kleine geitjes.
Bij de turnles moest ik met de trampoline over de bok springen.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem

Slide 17 - Quizvraag

en
A
homofoon
B
homoniem

Slide 18 - Quizvraag

rad en rat
A
homofoon
B
homoniem

Slide 19 - Quizvraag

Wat maak jij een hard geluid, dat is niet goed voor mijn hart.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide