woordkunst - les 2

Woordkunst - les 2
- Beter Spellen 
- Snelhechters in orde maken 
- Rijmsoorten 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordkunst - les 2
- Beter Spellen 
- Snelhechters in orde maken 
- Rijmsoorten 

Slide 1 - Tekstslide

Snelhechters in orde maken 
Daan, Wannes, Dieuwke, 

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken 
Zoek een raptekst die je ook als gedicht kunt voorlezen. 
   Zoek een gedicht dat je ook kunt rappen.

Slide 3 - Tekstslide

Disstrack 

Slide 4 - Tekstslide

Bron: NOS
In mei hebben rivaliserende rappers Kendrick Lamar en Drake acht nummers uitgebracht, waarmee ze elkaar onder vuur nemen. Daarbij gaan de artiesten niets uit de weg. Beschuldigingen van onder meer seks met minderjarigen en huiselijk geweld gaan over en weer in de zogenoemde disstracks die de wereldwijde hitlijsten domineren.

"Het is lang geleden dat zulke grote namen in hiphop het tegen elkaar hebben opgenomen. Voor liefhebbers van rap is dit echt smullen", zegt Dave Vanderheijden. Hij is de oprichter van Hiphop In Je Smoel. Op zijn website wordt elke ontwikkeling in deze beef, zoals een muzikale vete in hiphop wordt genoemd, op de voet gevolgd.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Naar Blink 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2 en daarna...
- Neem iets waar je enthousiast over bent: een hobby, een verslaving, etc. Schrijf dingen op waar je goed in bent. Maak een positief gedicht/lied/rap waarin je jezelf/iets/iemand anders ophemelt (WEL PERSONEN)

OF 
- Disstrack. Neem iets waar je een hekel aan hebt: een ergernis, een bezigheid, etc. Of bedenk iets waar je slecht in bent. Maak een dissrap, -gedicht of -lied voor jezelf of iets waar je een hekel aan hebt (GEEN PERSONEN)

Voorwaarden:
- Minimaal tien versregels.
-  Gebruik drie soorten rijm 

MAKEN IN WORD 
Inleveren via ELO dinsdag 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 

1. Bedenk een onderwerp voor je gedicht.
2.  Schrijf minimaal vier associaties op die je bij jouw thema hebt. Je kan een woordweb gebruiken. 

Voorwaarden:
- Minimaal tien versregels.
- Minimaal drie soorten rijm 

Je kunt gebruikmaken van de toolbox Rijmsoorten. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide