In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 5 min
Onderdelen in deze les
T1 Stofwisseling in de cel BS 1-6
Herhaling
8 opdrachten
15 minuten
Bespreken
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen BS 1
Je kunt omschrijven wat stofwisseling, assimilatie en dissimilatie zijn en wat er bij deze reacties met de energie gebeurt
Slide 2 - Tekstslide
Welke organellen zie je hier?
A
B
Slide 3 - Tekstslide
Welke energieomzettingen vinden achtereenvolgens plaats als zonne-energie wordt gebruikt voor de vorming van een vet in een plant
Slide 4 - Open vraag
Wat gebeurt er met het gewicht van een individu waarbij in de cellen meer dissimilatie plaatsvindt dan assimilatie?
Slide 5 - Open vraag
Leerdoelen BS 2
Je kunt de bouw en werking van enzymen beschrijven
Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven
Slide 6 - Tekstslide
Waardoor kan een kikker 's winters buiten niet actief zijn en een merel wel?
Slide 7 - Open vraag
Bij 20 graden zet elk intact enzym X meer stoffen om dan elk intact enzym van Y. Juist of onjuist?
Slide 8 - Tekstslide
Welke stof wordt in de herfst in de bladeren het eerst afgebroken: bladgroen of caroteen? Binas 72
Slide 9 - Open vraag
Leerdoelen BS 3
Je kunt de fotosynthese beschrijven
Slide 10 - Tekstslide
Welke stoffen zijn organisch?
Eiwitten
Glucose
Koolstofdioxide
Lignine (houtstof)
Mineralen
Vetten
Vitaminen
Water
Zetmeel
Zuurstof
Slide 11 - Tekstslide
Koeien produceren oa methaangas (CH4) bij de vertering van grassen.
Deze stof is
A
Anorganisch
B
Organisch
Slide 12 - Quizvraag
Leerdoelen BS 4
Je kunt de voortgezette assimilatie beschrijven
Slide 13 - Tekstslide
Koolstofassimilatie
Voortgezette assimilatie
Dissimilatie
Glucose > eiwitten
Koolstofdioxide + water > zuurstof + glucose
Glucose + zuurstof > water + koolstofdioxide
Slide 14 - Sleepvraag
Planten vormen bij de voortgezette assimilatie zetmeel, welke vergelijkbare stof wordt bij de mens gevormd uit glucose?
Slide 15 - Open vraag
Leerdoelen BS 5
* Je kunt de aerobe en anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven
* Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven
Slide 16 - Tekstslide
In welke organellen ontstaat energie die de cel zelf gebruikt? (H2)
Slide 17 - Open vraag
ADP en ATP zijn opgebouwd uit een adeninegroep, een ribosegroep en 2 of 3 fosfaatgroepen.
Welk onderdeel in je cellen heeft een vergelijkbare bouw?
Slide 18 - Open vraag
ATP kan niet in grote hoeveelheden opgeslagen worden. Kun je bedenken waarom niet?
Slide 19 - Open vraag
Bevat melkzuur (C3H6O3) dat ontstaat bij de anaerobe dissimilatie veel of weinig energie? Leg uit
A
Veel
B
Weinig
Slide 20 - Quizvraag
Leerdoelen BS 6
* Je kunt de voorwaarden voor het fotosyntheseproces in planten benoemen
Slide 21 - Tekstslide
Fotosynthese
Gijs belicht een plant met verschillende aantallen
lampen van gelijke sterkte. Hij bepaalt de hoeveelheid CO2 die de bladeren van de plant in- of uitgaan. Zijn resultaten zet hij uit in een diagram. Ga ervan uit dat de lichtsterkte geen invloed heeft op de dissimilatie en dat temperatuur tijdens het gehele experiment constant blijft.
Hoe groot is de het aantal eenheden glucose dat door fotosynthese bij lichtsterkte 5 wordt gevormd? Leg uit.