Werkwoordspelling pvtt pvvt

Wat gaan we vandaag doen?
- Lezen
- Persoonsvorm vinden
- Opfrisser: Pvtt en pvvt
- Werkwoordspelling: opfrisser / uitleg
- aan het werk studieplanner Learnbeat
- Evaluatie

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
- Lezen
- Persoonsvorm vinden
- Opfrisser: Pvtt en pvvt
- Werkwoordspelling: opfrisser / uitleg
- aan het werk studieplanner Learnbeat
- Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm vinden?
Maak de zin vragend > woord dat vooraan komt is de persoonsvorm!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Mijn vader werkt bij de Gazelle.
A
Mijn vader
B
werkt
C
de Gazelle

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

De hond van mijn buurman is laatst overleden.

Slide 4 - Open vraag

Pvtt en pvvt
PV goed schrijven, eerst moet je weten wat de stam is. (koken = kook)

Pvtt:
Ik: stam ik kook
Jij/hij: stam + t jij kookt / hij kookt
Wij/zij/jullie: hele werkwoord? wij koken

Pvvt:
Verandert het woord niet van klank? Dan maak je het woord langer.
Ik/jij/hij: te / de? ik kookte / ik speelde

Slide 5 - Tekstslide

Jan (besteden) te weinig tijd aan zijn huiswerk.

Slide 6 - Open vraag

Vorig jaar (overhandigen) de mentor aan iedereen persoonlijk de rapporten.

Slide 7 - Open vraag

Let op tijdsaanduidingen in de zin!
Gisteren is mijn broertje van de trampoline gevallen.
Ik heb altijd zin in patat.
Ik werd vorig jaar door een klasgenoot geslagen.
Ik was stapelverliefd op Stefan in de brugklas

Slide 8 - Tekstslide

In welke tijd staat deze zin?
Mijn moeder is eergisteren in het ziekenhuis opgenomen.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 9 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Afgelopen schooljaar is er veel ruzie geweest.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 10 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Ik fiets altijd naar school als het mooi weer is.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 11 - Quizvraag

Tijd voor oefenzinnen!
- Houd het schema in je achterhoofd!
- Denk goed na!
- Zorg dat je alles correct schrijft. 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom (antwoorden) de leraar niet op mijn mail?

Slide 13 - Open vraag

'S ochtends (kleden) ik me altijd heel snel aan.

Slide 14 - Open vraag

De politie (vermoeden) in 2018 dat het meisje was vermoord.

Slide 15 - Open vraag

Hij (vinden) dat we hier iets van kunnen leren.

Slide 16 - Open vraag

De school in Den Haag (branden) vorig jaar helemaal af.

Slide 17 - Open vraag

De school in Den Haag (branden) momenteel helemaal af

Slide 18 - Open vraag

Wat (voorspellen) het weerbericht?

Slide 19 - Open vraag

De hond (rennen) elke dag naar de brievenbus voor de krant.

Slide 20 - Open vraag

Ik (willen) graag een puppy voor mijn 15e verjaardag.

Slide 21 - Open vraag

Sébastian Haller (debuteren) bij Ajax.

Slide 22 - Open vraag

Vroeger toen ik klein was, (brengen) mijn oma mij altijd naar school.

Slide 23 - Open vraag

Snap je werkwoordspelling pvtt en pvvt nu?
Ja, ik snap het helemaal!
Nog een beetje oefenen en dan snap ik het.
Nee, ik wil graag nog extra uitleg.

Slide 24 - Poll

Is het onderstreepte woord een pv?
Pascal droomt er tegenwoordig van piloot te worden.
_________
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Wat is van toepassing?
Pascal droomt er tegenwoordig van piloot te worden
_________
A
tt
B
vt (zwak ww)
C
vt (sterk ww)

Slide 26 - Quizvraag

Is het onderstreepte woord een pv?
Word jij morgen door Carl opgehaald?
________
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag