Toets middeleeuwen

Toets middeleeuwen
Deze toets bestaat uit 15 vragen en je kunt 30 punten behalen. Lees goed wat je per slide moet doen, soms staan er twee vragen.

Wees volledig in je antwoorden en denk rustig na. Wees zo volledig mogelijk, zeker bij uitlegvragen. 
Succes! :)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets middeleeuwen
Deze toets bestaat uit 15 vragen en je kunt 30 punten behalen. Lees goed wat je per slide moet doen, soms staan er twee vragen.

Wees volledig in je antwoorden en denk rustig na. Wees zo volledig mogelijk, zeker bij uitlegvragen. 
Succes! :)

Slide 1 - Tekstslide

Welke periode gebruiken we om de middeleeuwen aan te duiden?
A
0-500
B
0-1000
C
500-1000
D
500-1500

Slide 2 - Quizvraag

Leenstelsel
Hofstelsel
Geloof
vazal
Missionaris
Autarkie
Rooms-Katholiek
Geestelijke
Horige
Leenheer

Slide 3 - Sleepvraag

a. Noem TWEE overeenkomsten tussen horigen en slaven
b. Een groot verschil tussen slaven en horigen is het feit dat horigen bepaalde rechten hadden. Geef een voorbeeld van een recht dat je als horige had.

Slide 4 - Open vraag

Welk voordeel had een leenheer van het leenstelsel op het gebied van het bestuur?

Slide 5 - Open vraag

Lees de bron.
a. Welke oorzaak geeft de bron voor het ontstaan van het leenstelsel?
b. Waaruit blijkt dat de kerk ook onderdeel uitmaakt van het hofstelsel?

Slide 6 - Open vraag

a. Is de bron betrouwbaar als je let op de tijd waarin de bron gemaakt is? Leg uit.
b. Op welke manier probeert Lodewijk de Vrome het centrale gezag van zijn rijk te versterken? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Lees de bron. Naast het goed beheren van het landgoed had een heer van een domein nog een taak. Deze bron gaat daarover. Welke taak was dat?

Slide 8 - Open vraag

Stel: je doet onderzoek naar landbouwgewassen in de vroege Middeleeuwen. Is deze bron daarbij een betrouwbare bron? Beantwoord de drie hulpvragen die je geleerd hebt. Schrijf daarna kort je conclusie op.

Slide 9 - Open vraag

Beschrijf twee manieren waarop in de vroege Middeleeuwen werd geprobeerd om de Friezen te bekeren tot het christendom.

Slide 10 - Open vraag

Bekijk de bron, een Engelse kaart uit 1225. Hoe kun je in de bron zien dat Jeruzalem een belangrijke stad was voor de christenen? Gebruik in je antwoord een element uit de bron.

Slide 11 - Open vraag

Geef met twee voorbeelden aan, dat het klooster in de middeleeuwen niet alleen bij het geloof een belangrijke rol speelde.

Slide 12 - Open vraag

Waarom gaven veel mensen gehoor aan de oproep van paus Urbanus om op kruistocht te gaan? Kies het juiste antwoord.
A
De mensen waren bang dat God hen zou straffen als ze niet op kruistocht gingen
B
De paus beloofde dat ze in de hemel kwamen als ze op kruistocht gingen.
C
De paus beloofde land in ruil voor als je meedeed aan de kruistocht.
D
De paus betaalde de mensen die op kruistocht gingen veel geld.

Slide 13 - Quizvraag

Noem een positief en een negatief gevolg van de kruistochten.

Slide 14 - Open vraag

Je doet onderzoek naar de redenen om op kruistocht te gaan en vindt deze bron. Is deze bruikbaar voor je onderzoek? Leg je antwoord uit. Noem in je antwoord iets wat je op de bron ziet (een beeldelement)

Slide 15 - Open vraag

Kun je zeggen dat de kruistochten succesvol waren vanuit het standpunt van de kruisvaarders? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag