Voorbeelden van goede uitwerkingen:
a + b Bestuur Republiek: Staten-Generaal, Gewestelijke Staten, stadhouder, raadspensionaris (leerdoel 1, 4).
In het bestuur van de Republiek had de raadspensionaris veel macht in de Staten-Generaal, waarin afgevaardigden van de Gewestelijke Staten samen kwamen. De stadhouder was legerbevelhebber en moest bevelen van de Staten-Generaal uitvoeren.
Bestuur Republiek: particularisme, Johan de Wit, Willem III, staatsgezinden (leerdoel 1, 2, 4).
Raadspensionaris Johan de Wit streefde naar meer macht voor de staatsgezinden en liet daarmee het particularisme overheersen, maar Willem III herstelde de stadhouderlijke macht in de Republiek.