LL module 2 - les 5 - 2.4 (opdr 12 en 17)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

dinsdag 20/12

Lesdoel: aan het einde van de les heb je weer meer vat op het duiden van literair taalgebruik. Ook weet je wat er met betekenistoekenning bedoeld wordt.

GPW-stof: Laagland M1, 2 en 3; Het Diner; Twee vrouwen

Programma vandaag

• Uitleg §2.4 Betekenistoekenning 
• nakijken opdracht 12
  (opdracht 9 = zelfstandig nakijken via lessonup in classroom)
  
• Zelfstandig werken opdracht 17 op blz. 48-50, vraag 1 t/m 6

§2.4 Betekenistoekenning

Betekenistoekenning = de betekenis van een verhalende tekst of gedicht vaststellen.

Synoniemen voor 'betekenistoekenning':

• interpretatie
• vaststellen van thematiek

Hoe interpreteer je een tekst? 

Hoe bepaal je het thema van een tekst? Hoe ken je betekenis toe aan een tekst?

• Betekenis ontstaat doordat jij als lezer actief met een tekst aan de slag gaat. 
• --> betekenistoekenning = lezersactiviteit
• Als lezer ken je betekenissen aan teksten toe door het ontdekken van betekenisstructuren.
• Het gaat dus niet om de intentie van de auteur of om een door hem/haar verborgen boodschap in de tekst die je moet zien te vinden.

Betekenisstructuren ontstaan door:

• herhalingen (overeenkomsten) van woorden, woordgroepen, gebeurtenissen, situaties, passages en scènes.
• opposities (tegenstellingen) van woorden, woordgroepen, gebeurtenissen, situaties, passages en scènes.

Betekenistoekenning

Actieve lezers zoeken en vinden herhalingen (overeenkomsten) en opposities (tegenstellingen) en kennen vervolgens betekenis toe aan wat terugkeert en wat daarmee een contrast of tegenstelling vormt. Dit is voor lezers de basis voor hun betekenistoekenning (interpretatie) van de literaire tekst.

(Hier gaan we mee oefenen in opdr. 17 op blz. 48-52)

Bespreken opdr. 12 

(opdracht 9 kun je zelfstandig maken en nakijken via de classroom)

opdr. 12 

1. Saleh, Murat (die gaat ‘proef liggen’) en de oude moeder proberen Thouraya en Ilham over te halen Murat in de kofferbak mee te smokkelen naar Europa.
   
2. Thouraya verstaat niet wat Murat en zijn moeder tegen elkaar zeggen: ze verstaan dus geen Marokkaans.
   
3. Voorbeelden van beeldspraak: “strooide de dankbaarheid van de hemel over haar hoofd uit”, “Haar ogen schoten vuur”, “alsof ze stapvoets een auto-ongeluk passeerden”, “haar vingers tot een nest slangen verstrengeld” en “ze wrong haar oude hart voor haar uit”.
   
4. Ilham wordt overgehaald, ze stemt erin toe dat Murat meegesmokkeld wordt.
   
5. Baseer je verwachtingen op aanwijzingen uit het tekstfragment en let op de titel.

opdr. 12 

6. Murat is dood, zijn lijk ligt stinkend in de kofferbak.

7. Vergelijking-met-als.

8. Personificatie.

9. Vergelijking-met-als.

10. Murat ligt dood in de kofferbak. Een overleden farao werd met over elkaar geslagen armen in een kist (vergelijk een kofferbak) gelegd. De dode farao in een kist is een beeld voor de dode Murat is de kofferbak.

11. Leg uit wat Thouraya en Ilham volgens jou moeten doen.

12. Illegale mensensmokkel.

13. Let erop of de verteller een gekleurde visie geeft of neutraal vertelt.

Zelfstandig werken

opdracht 17 op blz. 48-52 - vraag 1 t/m 15 = hw voor do. 22/12

Bespreken opdr. 17 blz. 48-50

Het Diner

Huiswerk

• Huiswerk: do 22/12 opdracht 17 op blz. 48-52 - vraag 1 t/m 15
  
• Lezen in Het Diner --> zie magister

Les donderdag:

interessante les over Het Diner (of huiswerk)

LessonUp-Quiz over de Top2000

LessonUp-Quiz over Kerst

LessonUp-Quiz over 2022