Hoofdstuk 4 paragraaf 1 les 1

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen vandaag?

Herhalen  vorige hoofdstuk

Bespreken huiswerk

Leerdoelen paragraaf 4.1

Instructie paragraaf 4.1

Aan het werk

Controleren leerdoelen

Afsluiten

Als je geld gebruikt om goederen of diensten te kopen dan is dat een directe ruil.

1. juist
2. onjuist

Noem de drie functies van geld.

Wat is geen spaarmotief (reden om te sparen)?

1. Sparen om een tijdelijk geldtekort op te vangen.
2. Sparen uit voorzorg.
3. Sparen voor de rente.
4. Sparen voor een doel.

Als je je geld voor een langere tijd vastzet bij de bank tegen een vast rentepercentage dan noemen we dat

1. een gewone spaarrekening
2. een spaardeposito

Alles wat je meer terugbetaalt dan dat je geleend hebt, noemen we de ...

1. aflossing
2. totale kosten
3. kredietkosten

ipad in

de tas

Toets over heel hoofdstuk  3 en hoofdstuk 4 paragraaf 1 en 2.

1.1 Kun je kopen wat je wilt?

1.2 Hoe word je beïnvloed?

1.3 Je inkomsten en uitgaven

1.4 Wordt alles duurder?

Thuis hebben jullie vast een aantal verzekeringen.

Wie kan er één noemen? Weet je ook waarom jullie die verzekering hebben?

apps.noordhoff.nl

Zoek op in je boek:

Wat is een onzeker voorval?

Zoek op in je boek:

Wat is een premie?

Aan het werk!

De komende 10-minuten ga je aan de slag met de opgaven van paragraaf 4.1

Verder met paragraaf 4.1

Dit is ook huiswerk voor de volgende keer.

Ben je eerder klaar ga dan verder met de oefenopgaven, de herhalingsopgaven of de rekenopgaven van hoofdstuk 3!