Economisch bekeken - H8.3 Leven in een arm land K2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2

Project economie

Ontwikkelingslanden

8.3. Leven in een arm land (2 K)

Aan het eind van deze paragraaf kun je:

• Ik kan kenmerken noemen van ontwikkelingslanden.

Wat gaan we leren?

Lesopzet 

1. Lesopening
2. Lesdoelen
3. Terugblik
4. Instructie
5.  Begeleid inoefenen
6. Zelfstandig werken
7. Evaluatie
   

Terugblik

Proefwerk H6

• Koopkracht is de hoeveelheid
    producten die je kunt kopen van
    je geld.
• Met andere woorden: Hoeveel
    spullen kan ik kopen voor 1 euro?

Koopkracht

• Een ontwikkelingsland is een
    land waar de inkomens en
    productie laag zijn. 

Ontwikkelingsland

• De armoedegrens is het inkomen
    dat door de Verenigde Naties
    wordt gezien als een absoluut
    minimum om van te leven.
• Op dit moment is dat $ 1,90 per
    dag (€ 1,74).
• 1,4 miljard mensen vallen
    hieronder (Amnesty International,
    2015).

Armoedegrens

ddddd

|

• Nationaal inkomen Oeganda:
    $ 31,7 miljard (dollar)
  
• Aantal inwoners Oeganda:
    45 miljoen
• Wat is het gemiddeld inkomen per
    bewoner?
• 31.700.000.000 / 45.000.000 = $ 704,44
  

Gemiddeld inkomen per bewoner

• Ondervoeding betekent
    vatbaarheid voor ziekten
    door te weinig en
    eenzijdige voeding.

Ondervoeding

• De koopkracht is laag.
• Het inkomen is laag.
  
• Mensen leven onder armoedegrens.
• Er is veel landbouw en weinig industrie.
• De werkloosheid is hoog.
• Er is weinig industrie.
• De infrastructuur is slecht en afval wordt niet opgehaald.
• Veel mensen zijn ondervoed.
• Mensen wonen in slechte huizen / krotten.
• Er is weinig tot geen sociale zekerheid.
  

Kenmerken van een ontwikkelingsland

Wat kun jij doen voor mensen in ontwikkelingslanden?

• Fairtrade producten kopen
• Geld geven aan hulporganisaties
• Op vakantie gaan naar ontwikkelingslanden
• Door vrijwilligerswerk te doen in
    ontwikkelingslanden.
• Microkredieten
  

Wat kun je zelf doen?

Werkstuk 

• Je maakt een werkstuk over een ontwikkelingsland.
• Je krijgt een opdracht op papier uitgereikt.
• Je hebt 4 lessen de tijd om dit werkstuk te maken. 
• Inleveren: aan het einde van de lessen.
• Je krijgt een punt hiervoor, telt mee als proefwerk.