Oefenen proefwerk spelling klas 3

Woensdag 4 september
  • Nakijken: gemaakte opdrachten
  • Oefenen voor proefwerk spelling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 4 september
  • Nakijken: gemaakte opdrachten
  • Oefenen voor proefwerk spelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Hij (antwoorden) .... niet op de vraag van de koper.
A
antwoort
B
antwoord
C
antwoordt

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van stofzuigen?
A
stofgezogen
B
gestofzogen
C
gestofzuigt
D
gestofzuigd

Slide 3 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Vroeger (pesten) .... hij haar, maar nu gelukkig niet meer.
A
pest
B
peste
C
pestte

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Hoe (luiden) ..... het antwoord?
A
luit
B
luid
C
luidt

Slide 5 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Zijn antwoord heeft mij echt niet (verbazen) .... .
A
verbaast
B
verbaasd
C
verbaasdt

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

De glazen (glanzen) ...... net nog, maar nu niet meer.
A
glanste
B
glansten
C
glansde
D
glansden

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

(Worden) ..... je zus morgen achttien?
A
Wort
B
Word
C
Wordt

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

(Worden) ..... je zus morgen achttien?
A
Wort
B
Word
C
Wordt

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Heeft hij dat echt (beloven) ... ?
A
belooft
B
beloofd
C
beloofdt

Slide 10 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Als ik hem zie, weet ik zeker dat hij me (herkennen) ...... !

Slide 11 - Open vraag

Welk woord hoort er op de puntjes?

Vorige week ... wij onze opa en oma op het vliegveld.
A
begroete
B
begroeten
C
begroette
D
begroetten

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord hoort er op de puntjes?

.... kwam ze de klas binnen.
A
Lachent
B
Lachend
C
Lachendt

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord hoort er op de puntjes?

Het ... antwoord
A
onverwachte
B
onverwachtte
C
onverwachten
D
onverwachtten

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord hoort er op de puntjes?

De .... koffer
A
kunststof
B
kunststofe
C
kunststoffe
D
kunststoffen

Slide 15 - Quizvraag

Welke samenstelling is fout gespeld?
A
groentesoep
B
apenrots
C
berevel
D
beresterk

Slide 16 - Quizvraag

Welke samenstelling is goed gespeld?
A
roggenbrood
B
manenschijn
C
zonnescherm
D
benzinentank

Slide 17 - Quizvraag

Welke samenstelling is fout gespeld?
A
groentensoep
B
eremedaille
C
spinnenwiel
D
plattenland

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord hoort er op de plek van de puntjes?

Hij (aanvaarden) ... zijn straf mopperend.

Slide 19 - Open vraag

Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
beuknootje
B
beukenootje
C
beukennootje

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
aaptrots
B
apetrots
C
apentrots

Slide 21 - Quizvraag