Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Klas 3 oefenen repetitie hoofdstuk 2
Deze les en volgende les
Leerdoelen doornemen
Oefenen met quizvragen
Uitleg 'Informatie in een woordenboek' (2.8)
Woordenboekquiz Kahoot (2.8)
Quizlet (2.7)
Lezen uit leesboek (?)
Morgen:
repetitie hoofdstuk 2!
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Deze les en volgende les
Leerdoelen doornemen
Oefenen met quizvragen
Uitleg 'Informatie in een woordenboek' (2.8)
Woordenboekquiz Kahoot (2.8)
Quizlet (2.7)
Lezen uit leesboek (?)
Morgen:
repetitie hoofdstuk 2!
Slide 1 - Tekstslide
2.2 Grammatica
Ik kan een zin redekundig ontleden aan de hand van de zeven stappen.
Slide 2 - Tekstslide
'Gisteren heeft mama de kleintjes een extra snoepje gegeven.'
Wat is de persoonsvorm?
Slide 3 - Open vraag
'Gisteren heeft mama de kleintjes een extra snoepje gegeven.'
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 4 - Open vraag
'Gisteren heeft mama de kleintjes een extra snoepje gegeven.'
Wat is het onderwerp?
Slide 5 - Open vraag
'Gisteren heeft mama de kleintjes een extra snoepje gegeven.'
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 6 - Open vraag
'Gisteren heeft mama de kleintjes een extra snoepje gegeven.'
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 7 - Open vraag
'Gisteren heeft mama de kleintjes een extra snoepje gegeven.'
Wat is/zijn de bijwoordelijke bepaling(en)?
Slide 8 - Open vraag
2.2 Grammatica
Ik kan een zin taalkundig ontleden door onder elk woord de juiste woordsoort te schrijven (LW, ZN, BN, WW, VZ, PSV, BZV en TW).
Slide 9 - Tekstslide
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'Hij'?
A
ZN
B
PSV
C
BZV
D
VZ
Slide 10 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'vertelt'?
A
ZN
B
BN
C
WW
D
VZ
Slide 11 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'zijn'?
A
ZN
B
WW
C
PSV
D
BZV
Slide 12 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'verhaal'?
A
ZN
B
WW
C
PSV
D
BZV
Slide 13 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'voor'?
A
ZN
B
WW
C
VZ
D
TW
Slide 14 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'de'?
A
LW
B
ZN
C
VZ
D
TW
Slide 15 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'zoveelste'?
A
BN
B
ZN
C
VZ
D
TW
Slide 16 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'keer'?
A
WW
B
ZN
C
VZ
D
TW
Slide 17 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'aan'?
A
BZV
B
ZN
C
VZ
D
TW
Slide 18 - Quizvraag
'Hij vertelt zijn verhaal voor de zoveelste keer aan Marieke.'
Welke woordsoort is 'Marieke'?
A
BN
B
ZN
C
PSV
D
BZV
Slide 19 - Quizvraag
2.3 Spelling
Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.
Ik kan de persoonsvorm verleden tijd correct spellen.
Ik kan het voltooid deelwoord correct spellen.
Ik kan het tegenwoordig deelwoord correct spellen.
Slide 20 - Tekstslide
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Jurjen is gisteren (verhuizen) ..... naar Groningen.
Slide 21 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Waarom (melden)...... hij dat morgen niet bij de politie?
Slide 22 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Gisteren (lachen) ............. mijn broer en ik nog om dat grapje.
Slide 23 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Michelle kwam (dansen) ...... de klas binnen.
Slide 24 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Wat er nu (gebeuren)..... , vind ik niet leuk!
Slide 25 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Vorige week (beantwoorden) .... jij mijn vraag niet.
Slide 26 - Open vraag
2.3 Spelling
Ik kan de juiste tussenletters (-s / -(e)n) gebruiken in samenstellingen.
Slide 27 - Tekstslide
Welke samenstelling is juist gespeld?
A
zonscherm
B
zonnescherm
C
zonnenscherm
D
zonnesscherm
Slide 28 - Quizvraag
Welke samenstelling is juist gespeld?
A
beervel
B
berevel
C
berenvel
D
beersvel
Slide 29 - Quizvraag
Welke samenstelling is juist gespeld?
A
beersterk
B
beresterk
C
berensterk
D
beerssterk
Slide 30 - Quizvraag
Welke samenstelling is juist gespeld?
A
beuknootje
B
beukenootje
C
beukennootje
D
beukkenootje
Slide 31 - Quizvraag
Welke samenstelling is juist gespeld?
A
groentesoep
B
groentensoep
C
groentessoep
D
groentsoep
Slide 32 - Quizvraag
Welke samenstelling is juist gespeld?
A
rijstpap
B
rijstepap
C
rijstenpap
D
rijsttepap
Slide 33 - Quizvraag
2.4 Lezen
Ik kan de vier tekstdoelen herkennen en benoemen.
Ik kan de vier tekstsoorten herkennen en benoemen.
Ik kan de verschillende tekstvormen herkennen en benoemen.
Ik kan uitleggen wat een alinea is en hoe deze is opgebouwd.
Slide 34 - Tekstslide
Wat is GEEN tekstdoel?
A
verkennen
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 35 - Quizvraag
Wat is een tekstvorm van een betogende tekst?
A
handleiding
B
interviewverslag
C
filmrecensie
D
recept
Slide 36 - Quizvraag
Hoe noem je de belangrijkste zin van een alinea?
Geef je antwoord in één woord.
Slide 37 - Open vraag
2.6 Spreken, kijken, luisteren
Ik kan uitleggen wat objectieve en subjectieve argumenten zijn.
Ik kan objectieve en subjectieve argumenten herkennen en benoemen.
Slide 38 - Tekstslide
Objectief of subjectief argument?
We kunnen wel op de fiets gaan, want het is mooi weer.
A
objectief
B
subjectief
Slide 39 - Quizvraag
Objectief of subjectief argument?
We kunnen wel op de fiets gaan, want onze auto is kapot.
A
objectief
B
subjectief
Slide 40 - Quizvraag
2.7 Woorden
Ik kan de betekenis van de behandelde woorden noemen.
Ik kan de behandelde woorden op de juiste manier in een zin gebruiken.
Ik kan de juiste versterking aan een bijvoeglijk naamwoord koppelen.
Slide 41 - Tekstslide
2.8 Informatie
Ik kan informatie in een woordenboek opzoeken.
Slide 42 - Tekstslide
2.8 Informatie
Ga naar
www.kahoot.it
Slide 43 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Klas 2 oefenen voor repetitie hoofdstuk 4
April 2019
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Klas 2 oefenen voor repetitie hoofdstuk 3
Maart 2019
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Week 15 Donderdag 2A
April 2018
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Spelling 4, 5 en 6
Februari 2022
- Les met
23 slides
Other languages
Secondary Education
Klas 2 oefenen voor repetitie hoofdstuk 5
Juni 2019
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammatica herhaling
Januari 2018
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Week 27 Dinsdag 2E
Maart 2017
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Klas 3 oefenen repetitie hoofdstuk 4
April 2018
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3