Lezen en Literaire begrippen - les 6

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Dagopening
  • Cursus 1 - par. 5: schematische afbeeldingen 

Slide 2 - Tekstslide

Dagopening

                      De tijd tikt door

  • Kijk jij uit naar de tijd dat je volwassen zult zijn? 
  • Wat wil je dan per se doen of bereiken?

Slide 3 - Tekstslide

Cursus 1 - Lezen
Paragraaf 5
Schematische afbeeldingen

Slide 4 - Tekstslide

Cursus 1 - Lezen
  • Je leert informatie uit een schematische afbeelding aflezen.
  • Je leert informatie uit de tekst halen en die in een schematische afbeelding noteren.

Slide 5 - Tekstslide

Schematische afbeeldingen
Informerende teksten bevatten soms een schematische afbeelding, zoals een tabel, een boomstructuur, een diagram, een tijdbalk of een grafiek. Vaak staat daar een legenda bij: de betekenis van bepaalde kleuren of tekens. In zo’n afbeelding kun je bijvoorbeeld in één oogopslag zien wat de belangrijkste begrippen uit een tekst zijn en hoe die met elkaar te maken hebben. Ook worden schematische afbeeldingen ingezet om de informatie uit de tekst te verduidelijken of aan te vullen.

Slide 6 - Tekstslide

Schematische afbeeldingen
Een bijzondere vorm van een schematische afbeelding is een infographic. Dat is een grote afbeelding waarin kleinere afbeeldingen en korte, kernachtige blokjes tekst zijn gecombineerd tot een overzichtelijk geheel: zo kun je in één oogopslag zien wat de hoofdzaken van een tekst zijn en hoe die met elkaar samenhangen. 

Een infographic kan bij een tekst aansluiten, maar komt ook zelfstandig voor – dus in plaats van een tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Schematische afbeeldingen
Soms is het voor jezelf ook handig om (een deel van) een tekst om te zetten in een schematische afbeelding. Zo’n afbeelding is vaak overzichtelijker dan een tekst. 

Het hoeft niet per se een grafiek, diagram of infographic te zijn: je kunt ook een schema maken (bijvoorbeeld oorzaak-gevolg of probleem-oplossing), een tabel, een tijdlijn of een argumentatiestructuur.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tekst 1
Jongeren vaker op elektrische fiets: ‘Ze zijn roekelozer’

https://www.youtube.com/shorts/6YOI90WkzeE

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bij welke alinea sluit deze afbeelding aan? Leg uit.

Slide 13 - Open vraag

Waarom vindt Tijl Vos het geen goed idee om elektrische fietsen te verkopen aan jongeren onder de zestien? (al. 3) Noteer twee redenen.

Slide 14 - Open vraag

‘Het gaat om een flink bedrag natuurlijk. We willen dat mensen er zeker van zijn voordat ze dat geld uitgeven.’ (al. 3) Welke opvatting over jongeren kun je hier tussen de regels door lezen?

Slide 15 - Open vraag

Waarom vindt hoogleraar Bert van Wee het niet gek dat jongeren op elektrische fietsen vaker betrokken zijn bij verkeersongelukken? (al. 4) Noteer twee redenen.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

In welke leeftijdscategorieën vallen de minste letselgevallen volgens tekst 2?
A
12-17
B
90+
C
0-5
D
85-89

Slide 18 - Quizvraag

Wat zou daarvoor de verklaring zijn?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide


Wat is de functie van deze afbeelding?
A
belangrijke begrippen uit de tekst benadrukken
B
extra informatie bij de tekst geven
C
informatie uit de tekst verduidelijken
D
verbanden uit de tekst tonen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wielrijders op welke fietstypen raken waarschijnlijkst het zwaarst gewond als ze een ongeluk krijgen? Leg uit.

Gebruik tekst 1 en de afbeelding op de vorige dia.

Slide 23 - Open vraag

Vat de redenering in alinea 6 en 7 samen volgens het onderstaande schema.
Probleem
Oplossing 1
manier 1
manier 2
manier 3
Oplossing 2 
nadeel

Slide 24 - Tekstslide

Vat de redenering in alinea 6 en 7 samen volgens het schema.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk 10/01
Maken Cursus 1 Lezen
Paragraaf 5 schematische afbeeldingen
opdracht 2 en 3

Slide 27 - Tekstslide