P4/ P5: schematische afbeeldingen

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek, pen en Nieuw Nederlands erbij.
                                                    Nederlands havo4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek, pen en Nieuw Nederlands erbij.
                                                    Nederlands havo4

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Leesvaardigheid
  • Ik kan inleiding, slot en tekstverbanden van een tekst benoemen. 

  • Ik kan een tekst lezen volgens een stappenplan.

  • Ik weet wat een infographic is. 

  • Ik kan schematische informatie lezen en relaties leggen met de tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1: Oriënterend lezen 

Stap 2: Globaal lezen

Stap 3: Precies lezen

Stap 4: Analyse afronden





Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 + 3

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2
  • inleiding --> alinea 1 benoemt het probleem: ieder jaar meer online bestellen, veel pakketjes, milieu
  • alinea 2 en 3 benoemen de problematische gevolgen: veel co2-uitstoot, veel afval
  • alinea 4 t/m 10 bespreken oplossingen: 4/5 bezorgadres, 6 spoedbestellingen, 7/8 terugsturen, 9/10 per aankoop bekijken

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2
  • alinea 11 is het slot met een samenvatting en conclusie
  • kernzinnen?                                                                                                                         elke alinea de eerste zin, behalve alinea 4: daar is de eerste zin een aankondiging van alle oplossingen. Daarna beginnen alle oplossingen die je herkent aan de signaalwoorden van opsomming: om te beginnen, verder (al.6), ook (7), tot slot (9). Zin 2 is in alinea 4 de kernzin. 
  • Bij alinea 8 is het een combinatie van 1 en 3 en alinea 10 ook zelf samenstellen: kleine artikelen beter niet online kopen, maar grote thuisbezorgen is voor het milieu niet zo slecht.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2
  • hoofdgedachte:  
  • kernzin van alinea 11: kortom, het is helemaal niet zo moeilijk om rekening te houden met het milieu als je online pakketjes bestelt. 
  • tekstdoel en tekstsoort:
  • informeren en uiteenzetting, want
  • er wordt gezegd dat je per se iets op een bepaalde manier moet doen, het wordt neutraal uitgelegd

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3
  • standpunt: Met het oog op de belasting voor het milieu kun je je bestelde pakketjes beter laten bezorgen bij een afhaalpunt in de buurt.
  • (want) argument: Dat kan in theorie tot een flinke vermindering van de CO2-uitstoot leiden.
  • (want) subargument: Het bestelbusje kan efficiëntere routes rijden.
  • (want) subargument: Het bestelbusje hoeft langs minder deuren te gaan.
  • Dit kan je zelf ook zien aan de signaalwoorden in de tekst: immers (= want) en daardoor (= dus)




Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3
  • Andersom: 
  • subargument: Het bestelbusje hoeft langs minder deuren te gaan.
  • (dus) subargument: Het bestelbusje kan efficiëntere routes rijden.
  • (dus) argument: Dat kan in theorie tot een flinke vermindering van de CO2-uitstoot leiden.
  • (dus) standpunt: Met het oog op de belasting voor het milieu kun je je bestelde pakketjes beter laten bezorgen bij een afhaalpunt in de buurt.





Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 3
2. Ze gebruikt de woorden 'in theorie' hier omdat bezorgen bij een afhaalpunt alleen CO2-uitstoot bespaart als we minstens de helft van onze pakketjes daar laten bezorgen én als we die pakketjes lopend of op de fiets ophalen (wat in de praktijk vast niet gebeurt). 
3. Het voorbeeld: 3000 keer van Amsterdam naar Beijing rijden: dit laat ons wat beter zien hoe groot die impact wel niet is. 
4. in het geval dat honderd mensen iets laten bezorgen door hetzelfde busje in plaats van allemaal naar een winkel te rijden (laatste zin). 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak opdracht 2 en 3 in tweetallen

  • Let op! Bij opdracht 3 vraag 1, zorg dat je tussen elk blokje 'want' kan plaatsen, of van rechts naar links 'dus'

Slide 12 - Tekstslide

P5: Schematische afbeeldingen
Informerende teksten bevatten soms een schematische afbeelding, zoals een tabel, een boomstructuur, een diagram, een tijdbalk of een grafiek. Vaak staat daar een legenda bij: de betekenis van bepaalde kleuren of tekens. 

Slide 13 - Tekstslide

P5: Schematische afbeeldingen
In een schematische afbeelding kun je bijvoorbeeld in één oogopslag zien wat de belangrijkste begrippen uit een tekst zijn en hoe die met elkaar te maken hebben. 

Ook worden schematische afbeeldingen ingezet om de informatie uit de tekst te verduidelijken of aan te vullen. Een bijzondere schematische afbeelding is de infographic. 

Slide 14 - Tekstslide

Infographic
Een infographic is een combinatie van beeld en tekst

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak in tweetallen P5, opdr. 1 (blz. 31)

Klaar?
  • Maak P4, opdr. 4

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 3 juni:
  • C1, P5: opdr. 1

Woensdag 5 juni:
  • C1, P4: opdr. 4


Slide 17 - Tekstslide