Les 2A: Rapporteren

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1,4

Les 2A: Rapporteren

Basisboek Sociaal Werk Thema 7.1 t/m 7.4

Bladzijde 119

Wat kun je dit blok verwachten?

• In week 3 toets (20%) over  waarnemen, observeren en rapporteren -> meerkeuzevragen hoofdstuk 4 en 7
• In week 5 schrijven van een reflectie verslag volgens STARR methode + meerkeuzevragen
• In toetsweek een casustoetsing in een groep (antwoorden, verslag en observatie)
• Cijfer komt in toetsboom

Participerend observeren is

1. Je bent wel aanwezig in groep, maar neemt niet deel aan activiteiten
2. Extern observeren
3. Je bent actief in de groep en je observeert
4. Je doet mee met alle observaties

Wanneer je observeert op verschillende tijden is

1. Contextuele observatie
2. Gestructureerde observatie
3. Intervalobservatie
4. Protocollaire observatie

Wat is waarnemen?

1. Betekenis geven aan verzamelde informatie
2. Opnemen van prikkels die op je afkomen
3. In een bijzondere situatie vooraf een doel formuleren
4. Iets wat je is opgevallen, bespreken

Met welke drie stappen begint het observatieschema?

1. Evaluatiepunten, plan van aanpak, deelvragen
2. Reden van de observatie, observatiedoel, observatievraag
3. Deelvragen, observatievraag en observatiedoel
4. Observatievraag, deelvragen, obervatiemethode

Wat zijn de valkuilen bij observatie?

Wat is het halo-effect?

1. de neiging om een persoon positief te beoordelen, gebaseerd op 1 positief aspect
2. de neiging om een persoon negatief te beoordelen, gebaseerd op 1 negatief aspect
3. Geen idee
4. Selfulfilling prophecy

Lesdoelen

• Wat zijn de doelen van rapporteren?
• Welke vormen van rapporteren zijn er?
• Welke wetgeving is er rond rapporteren

Rapporteren

In duo's

Bespreek waarom rapporteren belangrijk is binnen Sociaal werk

Hoe hebben jullie rapporteren ervaren op je vrijwilligerswerk?

Hoe doen jullie collega's het daar?

Rapporteren

Je doet schriftelijk of mondeling verslag van gebeurtenissen of situaties die je hebt waargenomen.

Intern rapporteren: Verslag uitbrengen aan collega's die voor dezelfde welzijnsorganisatie werken

Extern: aan hetzelfde doel werken, maar niet in hetzelfde team en/of organisatie

Subjectief/objectief

Benoem de feiten (objectief), dus geen meningen (subjectief)

Dennis was ongeschoft tijdens de lunch (S). 

Dennis kreeg ruzies met een van de medebewoners (O)

Dennis kan niet goed tegen drukte tijdens de lunch (S) 

Dennis liep halverwege de lunch weg om op bed te gaan liggen (O)

In de praktijk

Zelf aan de slag

Wat zijn de doelen van rapporteren?

Welke twee vormen van rapportage zijn er?

Wat zijn de voordelen en nadelen?

Welke drie rapportagesystemen zijn er bij schriftelijk rapporteren?

Welke wetgeving is er bij rapporteren? Leg uit