231201 Thema C > §5, 7, 8 + grammatica §2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,2

Welkom M1e!

Deze spullen heb ik nodig:

• pen
• schrift
• werkboek
• iPad

Wat gaan we doen?

1. Thema C: on/off > wat is een goede vlog? (30 min)
   > We bekijken een aantal tips
   > We beoordelen een vlog
   > We kijken naar een creatieve inleiding
2. Herhaling uitleg vlogopdracht (5 min)
3. Uitleg grammatica §2 > persoonsvorm vinden (10 min)
4. Zelfstandig werken > huiswerk grammatica §2 (20min)

Leerdoel

Je weet waar je op moet letten als je een vlog maakt.

Je weet hoe je de aandacht moet trekken van je publiek.

Filmpje 1

We bekijken een vlog. De meneer geeft tips voor het maken van een vlog.

Opdracht:

Zorg dat je na het filmpje nog twee tips kan vertellen.

Tips

1.   
2.  
3.  
4. 
   

Dit moet je vooral niet doen!

1.  
2.  
3.  
4.  

Filmpje 2

Opdracht:

Pak blz. 166 van je werkboek erbij.

We maken opdracht 2. Wat zie je in het filmpje?

Filmpje 3

Opdracht:

We bekijken een filmpje.

Beantwoord de volgende vragen:

1. Hoe trekt deze man de aandacht?

2. Wat doet hij goed?

Leerdoel

Je weet waar je op moet letten als je een vlog maakt.

Je weet hoe je de aandacht moet trekken van je publiek.

Wat gaan we doen?

1. Thema C: on/off > wat is een goede vlog? (30 min)
   > We bekijken een aantal tips
   > We beoordelen een vlog
   > We kijken naar een creatieve inleiding
2. Herhaling uitleg vlogopdracht (5 min)
3. Uitleg grammatica §2 > persoonsvorm vinden (10 min)
4. Zelfstandig werken > huiswerk grammatica §2 (20)

Uitleg vlogopdracht

Opdracht: 

- Je maakt een vlog waarin je een product aanprijst.

Hoe: Je maakt het alleen

Beoordeling: Het telt 1x mee

Inleveren: via Teams, uiterlijk vrijdag 15  december

Pauze

Wat gaan we doen?

1. Thema C: on/off > wat is een goede vlog? (30 min)
   > We bekijken een aantal tips
   > We beoordelen een vlog
   > We kijken naar een creatieve inleiding
2. Herhaling uitleg vlogopdracht (5 min)
3. Uitleg grammatica §2 > persoonsvorm vinden (10 min)
4. Zelfstandig werken > huiswerk grammatica §2 (20)

Leerdoelen

• Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.
  
  
• Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
  
  
• Ik kan het onderwerp van een zin vinden.
  
  

Uitleg persoonsvorm (pv)

In elke zin staan werkwoorden.

Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

De pv geeft twee dingen aan:

• getal (enkelvoud/meervoud)
• tijd (tegenwoordige tijd / verleden tijd)

Een voorbeeld

De man heeft een ijsje gegeten.

De kast heeft jaren in het lokaal gestaan.

De beren hebben ontzettende honger na hun winterslaap.

Uitleg persoonsvorm (pv)

Zo vind je de pv:

1. Verander de zin van enkelvoud naar meervoud, of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.
   
   
2. Verander de zin van t.t. naar v.t. of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.
   
   
3. Maak van de zin een ja/nee-vraag. De pv komt vooraan in de zin te staan.

Een voorbeeld

De man heeft een ijsje gegeten.

Waarom eten jullie geen spruitjes?

Hoe fiets jij altijd naar school?

Samen oefenen

Wat is de pv:
Emmy is spaghetti aan het eten.

1. Emmy
2. is
3. eten
4. is aan het eten

Wat is de pv:
Wie at alle boterhammen op?

1. Wie
2. at
3. at op
4. alle boterhammen

Wat is de pv?
Uiteindelijk moest de generaal de aanval in de woestijn afbreken.

1. afbreken
2. moest
3. moest de aanval in de woestijn afbreken
4. moest afbreken

Oefenen grammatica §2

Opdracht: 

Maak IN JE WERKBOEK:

Grammatica §2 (blz. 202) opdracht 2.1 + 3.1

We bespreken de opdrachten over 10 minuten.

Hoe: Je werkt alleen

Nodig: Werkboek + pen

Klaar: Lees zelf alvast de theorie van blz. 202 door. Kun je opdracht 3.2 ook maken?

Na deze les wil ik...

De uitleg nog een keer horen

Meer voorbeelden zien

Meer oefeningen maken

De leerstof thuis nog eens bekijken

Nieuwe leerstof, want dit onderdeel begrijp ik.