In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De arbeidsmarkt is een concrete/abstracte markt.
A
Concrete markt
B
Abstracte markt
Slide 3 - Quizvraag
Als er meer concurrenten zijn, heeft een producent: meer/minder invloed op de prijs.
A
Meer invloed
B
Minder invloed
Slide 4 - Quizvraag
Snackbar Corrie heeft een afzet van 140 kroketten per week. In het hele dorp worden 1500 kroketten per week verkocht. Bereken het marktaandeel bij kroketten van Snackbar Corrie.
Slide 5 - Open vraag
140 / 1500 x 100 = 9,3%
Snackbar Corrie heeft een afzet van 140 kroketten per week. In het hele dorp worden 1500 kroketten per week verkocht. Bereken het marktaandeel bij kroketten van Snackbar Corrie.
Slide 6 - Tekstslide
Als er een hoge toetredingsdrempel is zullen er: veel/weinig concurrenten zijn.
A
Veel concurrenten
B
Weinig concurrenten
Slide 7 - Quizvraag
Een spijkerbroek is een: homogeen/heterogeen product.
A
Heterogeen product
B
Homogeen product
Slide 8 - Quizvraag
Als producten minder gedifferentieerd zijn, heeft een aanbieder: minder/meer invloed op de prijs dan als producten meer gedifferentieerd zijn.
A
Minder invloed op de prijs
B
Meer invloed op de prijs
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Aanbieders bij deze marktvorm zullen: veel/weinig invloed hebben op de prijs.
A
Veel invloed
B
Weinig invloed
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Een aanbieder bij deze marktvorm heeft minder/meer invloed op de prijs dan bij een volkomen concurrentie.
A
Minder invloed
B
Meer invloed
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Er kan een heterogeen of homogeen oligopolie zijn. Bij welke van de 2 heeft een aanbieder meer invloed op de verkoopprijs?