1. Welke duurzame ontwikkelingen kun je nu al benoemen?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
9.4 Duurzame ontwikkeling
Voorkennis:
1. Welke duurzame ontwikkelingen kun je nu al benoemen?
Slide 1 - Tekstslide
Verstoringen
Balans tussen vraag en aanbod ecosysteemdiensten afgelopen eeuwen scheef.
Ver-thema's = verzamelnaam voor verstoringen door teveel vragen van de natuur. Bijvoorbeeld:
vermesting, klimaatverandering, verdroging, verzuring, versnippering, vervuiling/verontreiniging, verspilling, verstoring en verwijdering.
Slide 2 - Tekstslide
Duurzaamheid
= het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten. Voor nu, maar ook voor de komende generaties.
Duurzame ontwikkeling = vooruitgang gaat niet ten koste van mensen en natuur.
bijv. Circulaire economie vs. Lineaire economie
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
De overstap van fossiele brandstoffen naar duurzame bronnen noemen we de energietransitie. Een transitie is een overgang, dus overgang naar andere energiebronnen.
Slide 5 - Tekstslide
Hernieuwbare energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen raken niet op.
Voorbeelden van hernieuwbare energiebronnen
Windmolens
Waterturbines
Zonnepanelen
Warmtepompen
Slide 6 - Tekstslide
Biobrandstoffen (biodiesel of bioalcohol) worden gemaakt van biomassa. Biomassa is de massa van organische stoffen of organismen.
Om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen wordt er onder andere gebruik gemaakt van biobrandstoffen.
Er zijn drie groepen biobrandstoffen:
1e generatie, 2e generatie en 3e generatie biobrandstoffen, die elk op een verschillende manier geproduceerd worden.
Slide 7 - Tekstslide
Biobrandstoffen - 1e generatie
Eerste generatie: brandstof gemaakt
uit koolzaad/ suikerbieten.
Nadelen:
kost veel landbouwgrond,
kost veel energie,
hoog gebruik pesticiden
S10 Ep 9
Slide 8 - Tekstslide
Biobrandstoffen - 2e generatie
Tweede generatie: biomassa (afval) -> biodiesel of bio-ethanol
E-10 benzine
90% bezine
10% bioethanol
In NL wordt 7% van de brandstof uit biobrandstoffen gehaald door frituurvet te importeren en hier biodiesel van te maken.
Slide 9 - Tekstslide
Biobrandstoffen
Slide 10 - Tekstslide
Biobrandstoffen
Eerste generatie: Voedsel (koolzaad, suikerbieten) wordt gebruikt voor biobrandstof
Tweede generatie: Afvalstoffen worden gebruikt voor biobrandstof
Derde generatie: Algen of zeewier worden speciaal verbouwd voor biobrandstof
Slide 11 - Tekstslide
3e generatie biobrandstof
Algen / zeewier produceren in watertanks
Voordelen:
- Algen groeien erg snel (hoge productie)
- Geen landbouwgrond nodig
Nadeel:
- Op moment erg duur
- Nog veel technologische uitdagingen
Slide 12 - Tekstslide
Olifantsgras
Olifantsgras is zeer geschikt als biobrandstof
Olifantsgras wordt niet gegeten
Welke generatie biobrandstof?
Slide 13 - Tekstslide
Energiebesparing
Technologische ontwikkelingen:
Elektrische auto’s
Energie zuinige apparaten
Isoleren van huizen
Elektrisch koken
Gebruik restwarmte industrie
Gedragsveranderingen
Minder vlees eten
Meer met de fiets i.p.v. auto
Minder vliegvakanties
Slide 14 - Tekstslide
Duurzame voedselproductie
Minder vlees
Biologische landbouw
Kringlooplandbouw
Stadslandbouw
Slide 15 - Tekstslide
Overbevissing
Grotere visvangst dan herstelvermogen vispopulatie aankan.
Gevolgen:
Ecologische ramp
Economische ramp
Sociale ramp
Maatregel:
Qouta's instellen voor vissers
Slide 16 - Tekstslide
Afvalprobleem
Hergebruik producten meer stimuleren
Producten recyclebaar maken
Afval scheiden
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk
Maken de opdrachten
9.4: 48, 49, 52, 56, 58, 65, 66
Slide 18 - Tekstslide
Biodiesel wordt geproduceerd uit oliehoudend afval of frituurvet. Biodiesel hoort dus bij de:
A
1e generatie
B
2e generatie
C
3e generatie
Slide 19 - Quizvraag
Je kan olifantsgras niet direct in de gasleiding stoppen. Het moet eerst anaeroob omgezet worden in: