Les 4, herhaling en begin pv

Herhaling rvw, decor, signalement en
start pv
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling rvw, decor, signalement en
start pv

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke formulering is correct in een pv?

De vrouw kijkt verrast naar de man die de kamer binnenloopt.
A
Een man kwam de kamer binnen en ik merkte dat de vrouw verrast naar de man keek en zei: "Hey, wat kom jij doen? Wat een leuke verrassing."
B
Ik kon zien dat de man de kamer binnenkwam, dat de vrouw verrast keek en ik hoorde dat ze zei: "Hey, wat kom jij doen? Wat een leuke verrassing."
C
Ik zag dat een man de kamer binnenkwam, dat de vrouw verrast keek en ik hoorde dat ze zei: "Hey, wat kom jij doen? Wat een leuke verrassing."
D
Ik zag dat een man de kamer binnenkwam, dat de vrouw haar wenkbrauwen omhoog trok en ik hoorde dat ze zei: "Hey, wat kom jij doen? Wat een leuke verrassing."

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formulering is correct in een pv?

Een man wil gaan tennissen.
A
Ik zag dat de man had willen tennissen.
B
Ik zag dat de man een tennisracket in zijn hand hield en dat hij de tennisbaan op liep.
C
Ik zag dat de man wilde tennissen.
D
Ik zag dat een man wilde gaan tennissen.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formulering is correct in een pv?

De collega mag de auto doorzoeken.
A
Ik zag dat de auto werd doorzocht.
B
Ik zag dat mijn collega de auto doorzocht.
C
Ik zag dat mijn collega de auto zou doorzoeken.
D
Ik zag dat mijn collega de auto mocht doorzoeken.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formulering is correct in een pv?

Twee mannen willen in een restaurant iets bestellen.
A
Ik zag dat twee mannen in een restaurant iets wilden bestellen.
B
Ik zag dat twee mannen in een restaurant iets wilden gaan bestellen.
C
Ik zag dat twee mannen in een restaurant iets hadden willen bestellen.
D
Ik zag dat twee mannen in een restaurant de menukaart pakten.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Decor
Herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruik je een vast/ kaal decor voor en in welke tijd schrijf je dit?

Slide 7 - Open vraag

Voor onbeweegbare objecten, in de tegenwoordige tijd.
Waar gebruik je een variabel/ veranderlijk decor voor en in welke tijd schrijf je dit?

Slide 8 - Open vraag

Voor beweegbare objecten en ovt (met redenen van wetenschap).
Goederen
  • Van groot naar klein.
  • In tegenwoordige tijd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schade
  • Met r.v.w.
  • In o.v.t.
  • Van groot naar klein.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letsel
  • Met r.v.w.
  • In o.v.t.
  • Van globaal naar specifiek.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signalement
  • Ingeleverde signalementen bespreken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn vaste kenmerken van het signalement?

Slide 13 - Woordweb

geslacht;
huidskleur;
haardracht;
postuur (lengte/ gewicht);
leeftijd;
overige bijzondere kenmerken (gebit).
Wat zijn veranderende kenmerken van het signalement?

Slide 14 - Woordweb

Zoals:
kleding onder;
kleding boven;
schoeisel;
sieraden;
tatoeages, piercings.
Veranderende kenmerken (kleding) in hele zinnen (met redenen van wetenschap).
Voorbeeld
  1. Ik kan de man als volgt omschrijven
  2. Ik omschrijf de man als volgt:
  • blanke huidskleur;
  • blond haar tot op de schouders;
  • slank postuur;
  • ongeveer 30 jaar;
  • litteken op zijn rechterwang.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg
  • Ik zag dat de man een rode broek aanhad met daaronder opvallend witte gympen.

  • Droeg/ aanhad niet combineren.
  • Aanhad heeft de voorkeur.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort pv's zijn er?

Slide 17 - Woordweb

pv bevindingen
camerabeelden
aangifte
verhoor
relaas
getuigeverklaring

Pv aangifte
  • Bekijk het pv van aangifte.
  • Vul de juiste werkwoordstijden in.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pv aangifte
  • Casus

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pv bevindingen
  • Lees Geef mij de feiten tot en met bladzijde 47.
  • Wat staat er over filmisch schrijven?
  • Zijn er zaken die je opvallen?
  • Maak korte aantekeningen.
  • Heb je vragen?
  • Noteer die dan.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je gelezen over filmisch schrijven?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er vragen over filmisch schrijven?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerste opbouw pv bevindingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies