Grammatica zinsdelen

H1B vandaag
welkom
dagopening
bespreken opdracht 2, blz. 27
maken opdracht 3
start grammatica woordsoorten, opdracht 2
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H1B vandaag
welkom
dagopening
bespreken opdracht 2, blz. 27
maken opdracht 3
start grammatica woordsoorten, opdracht 2

Slide 1 - Tekstslide

De persoonsvorm (pv)
  • de persoonsvorm is een werkwoord (je kunt het doen)

Zo vind je de persoonsvorm:
1. Zet de zin in een andere tijd, het woord dat verandert is de pv. 
       --> Mijn vriend wil / wilde een voetbal. 
2. Maak een vraagzin, het woordt dat vooraan komt is de pv. 
       --> Wilde mijn vriend een voetbal? 

Slide 2 - Tekstslide

De persoonsvorm (pv)
  • scheidbare of splitsbare werkwoorden --> nakijken, uitlachen, weglopen
Ik lachte hem vaak uit.
De docent kijkt de toetsen na. 

Alleen het stukje dat van tijd verandert is de pv. Het stukje achteraan niet!

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen (zd)
  • zinsdeel: één woord of een groepje woorden dat bij elkaar hoort
  • werkwijze: probeer welke woorden je samen vóór de persoonsvorm kunt zetten. Die woorden vormen een zinsdeel. 
  • de pv is altijd één zinsdeel
  • alles vóór de pv is één zinsdeel

Aankopen kunnen verdeeld worden in twee groepen.

Sommige zaken zijn nodig voor ons levensonderhoud.  

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk H1A
dinsdag 19 september, 2e uur: 
- leren woorden s.o. Woordenschat

woensdag 20 september, 6e uur: 
- Echte s.o. Woordenschat

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk H1B
  • vrijdag 15 september, 2e uur: les in de mediatheek, geen boeken mee!

  • dinsdag 19 september, 3e uur: afmaken opdracht 3, blz. 26 en 27

Slide 6 - Tekstslide

H1A vandaag
welkom
s.o. Woordenschat
Grammatica zinsdelen, opdracht 4, zin 4 en 6. 
huiswerk opgeven

Slide 7 - Tekstslide

SO woordenschat 
voor- en achternaam!
ADR
20 september 2017
H1A
Nederlands

Slide 8 - Tekstslide

H1B
welkom, dagopening
uitleg onderwerp
bespreken opdracht 2, blz. 67
maken opdracht 4 en 5, blz. 68
huiswerk opgeven

Slide 9 - Tekstslide

H1A
welkom
uitleg onderwerp
opdracht 2, 4 en 5, blz. 68
huiswerk opgeven

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3. Onderwerp (ow)


Stappenplan zinsontleding
1. pv (zin in andere tijd)
2. zd (alles vóór de pv is één zinsdeel)
3 ow --> wie/wat + pv?

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk wo. 15/11, 6e uur
Opdracht 2: pv en ow noteren

Opdracht 4: de zinnen helemaal opschrijven, pv onderstrepen, zinsdeelstrepen zetten en ow noteren. (zin 1 t/m 4)




Slide 13 - Tekstslide

H1A
welkom, dagopening
bespreken opdracht 2 en 4, blz. 68
afmaken opdracht 4, blz. 68
uitleg lastige onderwerpen 



Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten 
Opdracht 4: schrijf de hele zin op, onderstreep de pv, zet zinsdeelstrepen en noteer het onderwerp. 

Klaar? Bereid je voor op de repetitie Leesvaardigheid. 
Maak: 
vraag 1 t/m 5 op blz. 86
vraag 1 t/m 9 op blz. 44


Slide 15 - Tekstslide

Even tussendoor...

Taalrace!

Verzin in 1 minuut zoveel 
mogelijk homoniemen!


Slide 16 - Tekstslide

H1B
welkom, 
bespreken opdracht 4, blz. 68
extra oefening lezen
uitleg lastige onderwerpen



Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 4, blz. 68
1. Vergelijk je antwoorden met die van je buur/buuf

2. Zet een uitroepteken voor de zinnen die anders zijn. 

3. Overleg met elkaar over de zin: wat is goed?



Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Bereid je voor op de repetitie Leesvaardigheid. 
Maak: 
vraag 1 t/m 5 op blz. 86
vraag 1 t/m 9 op blz. 44


Slide 19 - Tekstslide

Even tussendoor...

Taalrace!

Verzin in 1 minuut zoveel 
mogelijk homoniemen!


Slide 20 - Tekstslide

Lastige onderwerpen

Wat / wordt / daar / uitgespookt / in dat vervallen schuurtje? 


Slide 21 - Tekstslide

Lastige onderwerpen

Wat (Dat) / wordt / daar / uitgespookt / in dat vervallen schuurtje?  

--> Vraagwoord? Antwoord invullen!

Slide 22 - Tekstslide

H1A vandaag
welkom
lekker lezen!
opdrachten Nieuw Nederlands

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk di. 21/1, 1e
1. Maak opdracht 6, blz. 69 : zinsdeel strepen in je boek, benoem persoonsvorm en onderwerp. Let op de vraagwoorden! 

2. Lees groene blok blz. 70

3. Maak opdracht 2, blz. 70
Klaar? Lekker lezen! 

Slide 24 - Tekstslide

H1A
welkom
s.o. opgeven (nu officieel)
afronden en nakijken Woordenschat
start Grammatica zinsdelen

Slide 25 - Tekstslide

SO Nederlands vrijdag 26/1, 2e
Leren: 
  • Woordenschat opdracht 1, 2 en 3 (het moeilijke woord en de betekenis uit het boek) blz. 103 - 105
  • Gramm. zinsdelen: pv - zindsdelen - ow - wg

Slide 26 - Tekstslide

Een werkwoordelijk gezegde bestaat altijd uit één werkwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de afkorting van een werkwoordelijk gezegde?
A
wg
B
wwg

Slide 28 - Quizvraag

De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

'Ik lach de clown uit.'
wg = lach uit
Klopt dit?
A
nee
B
ja

Slide 30 - Quizvraag

Stappenplan zinsontleding
1. pv (zin in andere tijd)
2. zd (alles vóór de pv is één zinsdeel)
3. ow --> wie/wat + pv?
4. wg --> pv + alle andere werkwoorden in de zin

Slide 31 - Tekstslide

H1B vandaag
welkom, nieuwsquiz
bespreken opdracht 4 en 5, blz. 110
wg met te en aan het
opdracht 6 en opdracht 7, blz. 111

Slide 32 - Tekstslide

werkwoorden met te en aan het
Als de woorden te of aan het voor een werkwoord staan, horen ze bij het wg. 

Aan de waslijn / hingen / onze natte zeilpakken / te drogen.           wg = hingen te drogen

Slide 33 - Tekstslide

werkwoordelijke uitdrukking
Soms hoort een deel van het wg bij een uitdrukking. 

De leerlingen / joegen / de docent / geregeld / op de kast   wg = joegen op de kast   


Slide 34 - Tekstslide

Opdrachten
  • opdracht 6:    maak zin 1, 3 en 6
  •                              schrijf de zin helemaal op
  •                              onderstreep pv, verdeel in zd
  •                              noteer ow en wg
  • opdracht 7: zoals het boek het zegt

Slide 35 - Tekstslide

H1A vandaag
Zelfstandig werk/leer/leesuur: 
  • in de les: 7, blz. 111, zin 2-4-6
  • voorbereiden s.o. Nederlands
  • neem een leesboek mee voor als je klaar bent met leren 
  • neem eventueel muziek mee voor als je je dan beter kunt concentreren (1 persoon per dopjes)

Slide 36 - Tekstslide