3GL spel H2 (herhaling)

WELKOM!
Acties:
Spullen op orde (HW, laptop, schrift)?
Leesboek pakken
Stil lezen

timer
5:00
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!
Acties:
Spullen op orde (HW, laptop, schrift)?
Leesboek pakken
Stil lezen

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

TREMA
Soms moet je een trema gebruiken om ervoor te zorgen dat je een woord niet verkeerd uitspreekt.

Een trema maakt duidelijk dat het om twee klinkers (a, e, i, o, u) gaat en niet om één klank (ruine > ruïne).

Slide 2 - Tekstslide

Je gebruikt het koppelteken tussen twee delen van een samenstelling: 

  1. verkeerd uitspreken van een samenstelling > mini-jurk, doe-het-zelfklus
  2. bij aardrijkskundige aanduidingen > Zuid-Limburg, 
  3. voor of na een hoofdletter, cijfer of symbool > %-teken, Y-as, 15-jarige
  4. voor of na afkortingen > ABC-eilanden, vmbo-leerling
KOPPELTEKEN

Slide 3 - Tekstslide

HET VOLTOOID DEELWOORD
Naast de persoonsvorm kunnen er meer werkwoorden in het gezegde staan, zoals een voltooid deelwoord.
Dit is een vorm van een werkwoord.
UITLEG OVER

Slide 4 - Tekstslide

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord (vd) correct?
  1. Begint een werkwoord met: ge-, be-, ver-, ont-, her-, etc. >    laten staan. Anders beginnen met: ge-.
  2. Zo maak je meestal van zwakke werkwoorden een vd:         ge- +  stam + -d/-t
  3. Trucje: vd langer maken > horen of er een -d/-t  achter moet.

Slide 5 - Tekstslide

LET NOG EVEN OP DIT!
  1. Soms eindigen op -en. Meestal bij sterke werkwoorden > schrijven - geschreven
  2. Zo kort mogelijk > geen dubbele letters als het voor de uitspraak niet nodig is.
  3. Soms klinkt PV (tt) hetzelfde als VD (vt) > TOCH ANDERS! Gino vertelt een mop - Gino heeft een mop verteld.

Slide 6 - Tekstslide

SPELLINGQUIZ
teams
wisbordje voor antwoord
30 punten

Slide 7 - Tekstslide

Vul in: -t, -d of -dt
Bezuinig... het kabinet op ontwikkelingshulp?
Het kabinet heeft niet bezuinig... op ontwikkelingshulp.
Waarom krijgt het woord een trema of koppelteken? 
Kies per woord de letter van de juiste uitleg.

Kies uit:
A. Het woord heeft een aardrijkskundige aanduiding
B. Anders zou je het woord verkeerd uitspreken
C. Het is een samenstelling met een letter, cijfer of symbool erin
D. Het is een samenstelling met een afkorting erin
radio-uitzending
timer
0:30

Slide 8 - Tekstslide

Vul in: -t, -d of -dt
Bezuinig... het kabinet op ontwikkelingshulp?
Het kabinet heeft niet bezuinig... op ontwikkelingshulp.
Waarom krijgt het woord een trema of koppelteken? 
Kies per woord de letter van de juiste uitleg.

Kies uit:
A. Het woord heeft een aardrijkskundige aanduiding
B. Anders zou je het woord verkeerd uitspreken
C. Het is een samenstelling met een letter, cijfer of symbool erin
D. Het is een samenstelling met een afkorting erin
X-benen
timer
0:30

Slide 9 - Tekstslide

Vul in: -t, -d of -dt
Bezuinig... het kabinet op ontwikkelingshulp?
Het kabinet heeft niet bezuinig... op ontwikkelingshulp.
Waarom krijgt het woord een trema of koppelteken? 
Kies per woord de letter van de juiste uitleg.

Kies uit:
A. Het woord heeft een aardrijkskundige aanduiding
B. Anders zou je het woord verkeerd uitspreken
C. Het is een samenstelling met een letter, cijfer of symbool erin
D. Het is een samenstelling met een afkorting erin
Zuid-Afrika
timer
0:30

Slide 10 - Tekstslide

Vul in: -t, -d of -dt
Bezuinig... het kabinet op ontwikkelingshulp?
Het kabinet heeft niet bezuinig... op ontwikkelingshulp.
Waarom krijgt het woord een trema of koppelteken? 
Kies per woord de letter van de juiste uitleg.

Kies uit:
A. Het woord heeft een aardrijkskundige aanduiding
B. Anders zou je het woord verkeerd uitspreken
C. Het is een samenstelling met een letter, cijfer of symbool erin
D. Het is een samenstelling met een afkorting erin
EHBO-cursus
timer
0:30

Slide 11 - Tekstslide

Zet een trema als dat moet.
tweeendertig
timer
0:30

Slide 12 - Tekstslide

Zet een trema als dat moet.
geupload
timer
0:30

Slide 13 - Tekstslide

Zet een trema als dat moet.
chaos
timer
0:30

Slide 14 - Tekstslide

Vul in: -t, -d of -dt
Bezuinig... het kabinet op ontwikkelingshulp?
Het kabinet heeft niet bezuinig... op ontwikkelingshulp.
timer
0:30

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit waarom dit correct is...
Bezuinigt het kabinet op ontwikkelingshulp?
Het kabinet heeft niet bezuinigd op ontwikkelingshulp.
BONUSPUNT
timer
0:30

Slide 16 - Tekstslide

Vul in: -t, -d of -dt
Mijn zus bestel... nieuwe kleren altijd online.
Mijn zus heeft online nieuwe kleren bestel...
timer
0:30

Slide 17 - Tekstslide

Vul in: -d, -t of -dt
Als er wat overblijf... na de lunch, 
wor... dat eerlijk verdeel...
timer
0:30

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit waarom dit correct is...
Als er wat overblijft na de lunch,
wordt dat eerlijk verdeeld
BONUSPUNT
timer
0:30

Slide 19 - Tekstslide

Spel het werkwoord juist.
De overvaller had zich (vermommen) als postbode.
timer
0:30

Slide 20 - Tekstslide

Spel het werkwoord juist.
Gelukkig had de tandarts mijn mond (verdoven) tijdens het trekken van mijn verstandskies.
timer
0:30

Slide 21 - Tekstslide

Spel het werkwoord juist.
Op internet is een oude foto van mij (posten)
timer
0:30

Slide 22 - Tekstslide

Spel het werkwoord juist.

Een groepje toeristen (trekken) afgelopen zaterdag met een bus door IJsland.
timer
0:30

Slide 23 - Tekstslide

Leg uit waarom dit onjuist is...
Een groepje toeristen trokken afgelopen zaterdag met een bus door IJsland.
BONUSPUNT
timer
0:30

Slide 24 - Tekstslide

Spel het werkwoord juist.

Een van de passagiers werd (vermissen).
Ook de kustwacht werd (alarmeren).
timer
0:30

Slide 25 - Tekstslide

Goed of fout?
meeëten
timer
0:30

Slide 26 - Tekstslide

Goed of fout?
De docent vermeldt het huiswerk op het bord.
timer
0:30

Slide 27 - Tekstslide

Goed of fout?
kanoën
timer
0:30

Slide 28 - Tekstslide

Goed of fout?
Jan bevestigd het schilderij aan de muur.
timer
0:30

Slide 29 - Tekstslide

Goed of fout?
kant-en-klaar-maaltijd
timer
0:30

Slide 30 - Tekstslide

Goed of fout?
geinformeerd
timer
0:30

Slide 31 - Tekstslide

Goed of fout?
Midden Europa
timer
0:30

Slide 32 - Tekstslide

Goed of fout?
A4-papier
timer
0:30

Slide 33 - Tekstslide

Goed of fout?
zoëven
timer
0:30

Slide 34 - Tekstslide

Goed of fout?
IQ test
timer
0:30

Slide 35 - Tekstslide

Goed of fout?
wifiinstellingen
timer
0:30

Slide 36 - Tekstslide

Goed of fout?
ski-en
timer
0:30

Slide 37 - Tekstslide

Hoeveel punten?
25 - 30 > opdracht 12
20 - 24 > opdracht 11
15 - 19 > opdracht 10
      ... - 14 > opdracht 6,7,8

Slide 38 - Tekstslide

timer
4:00
Binnen de tijd:
  1. Maak je samen de opdracht van het werkblad
  2. Kijk je samen de opdracht na

Slide 39 - Tekstslide