1hv H7: Afsluiting Bron C, F & H

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhaling H7 Bron C: bijvoeglijk naamwoord
  • Herhaling H7 Bron F: Kloktijden
  • Herhaling H7 Bron H: Samentrekking
  • Tips & tops
  • Vocabulaire H7 (als er tijd over is, Quizlet)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhaling H7 Bron C: bijvoeglijk naamwoord
  • Herhaling H7 Bron F: Kloktijden
  • Herhaling H7 Bron H: Samentrekking
  • Tips & tops
  • Vocabulaire H7 (als er tijd over is, Quizlet)

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling H 7bron C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?
timer
0:20
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Quizvraag

Stappenplan
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord
  2. Waar zegt het wat van? 
  3. Schema: 

Slide 4 - Tekstslide

Plaats (regel)
Het bijvoeglijk naam woord staat altijd achter het zelfstandig naamwoord, behalve als het in het rijtje van 12 staat!

Rij van 12



Slide 5 - Tekstslide

des jolie filles
timer
0:15
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

une grande maison
timer
0:15
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

la maison vert
timer
0:15
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

les jupes préférées
timer
1:00
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf het bijvoeglijk naam woord opAlles in kleine letters
Instructie

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord
- op de juiste plek 
- in de juiste vorm.

Zorg dat je alles in kleine letters schrijft.
(bleu)  un ... jean ... --> un jean bleu

Slide 10 - Tekstslide


(grand) une ... jupe ...

timer
0:30

Slide 11 - Open vraag

(beau) une ... maison ...
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

(préféré) la ... jupe ...
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

(jaune) les ... jeans ...
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Wisten jullie dat..... 
IK BLIJ BEN DAT JULLIE MEESTAL ONLINE WAREN 
en 
DAT JULLIE ELKAAR STEEDS HIELPEN


TOPPERS

Slide 15 - Tekstslide

Herhaling Bron F
Kloktijden

Slide 16 - Tekstslide

herhaling: kloktijden
  • Kloktijd begin met : Il est...
  • Hele uren: Il est ... heure(s)
  • Kwart over: uur wat is geweest + et quart
  • half: uur wat is geweest + et demie
  • kwart voor: uur wat komt - moins le quart

Slide 17 - Tekstslide

12 uur 's middags


Il est midi.
Il est midi et quart.
Il est midi et demi.
Il est midi moins le quart.
12 's nachts


Il est minuit.
Il est minuit et quart.
Il est minuit et demi.
Il est minuit moins le quart.



Slide 18 - Tekstslide

Il est.... 

Slide 19 - Tekstslide

Het is kwart over 5.
timer
0:20
A
Il est quatre heures moins le quart.
B
Il est quatre heures et quart.
C
Il est cinq heures et quart.
D
Il est cinq heures et demie.

Slide 20 - Quizvraag

Het is kwart voor 3.
timer
0:20
A
Il est trois heures moins le quart.
B
Il est quatre heures moins le quart.
C
Il est trois heures moins quart.
D
Il est quatre heures et demie.

Slide 21 - Quizvraag

Het is 10 over 4.
timer
0:20
A
Il est dix heures quatre.
B
Il est dix heures et quart.
C
Il est quatre heures dix.
D
Il est quatre heures et dix.

Slide 22 - Quizvraag

Het is 10 over half 7.
timer
0:20
A
Il est sept heures dix
B
Il est six heures moins vingt.
C
Il est sept heures moins vingt.
D
Il est quatre heures dix.

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf het bijvoeglijk naam woord opAlles in kleine letters
Instructie

Schrijf de kloktijd op in het Frans.
Denk aan 
- de hoofdletter
- de punt

Il est trois heures. 

Slide 24 - Tekstslide

Het is negen uur.
timer
1:00

Slide 25 - Open vraag

Het is half tien.
timer
0:45

Slide 26 - Open vraag

Het is vijf over twaalf.
('s middags)
timer
0:45

Slide 27 - Open vraag

Wisten jullie dat..... 
                          

                                                      IK TROTS BEN OP JULLIE!

Slide 28 - Tekstslide

Herhaling Bron H
Samentrekking

Slide 29 - Tekstslide

Stappenplan
1. Vertalen: welk voorzetsel hoor: 
in, aan, naar, op = à,          van = de
2. Wat is het lidwoord: le, la, l'of les
3. Samentrekken volgens schema: 

Slide 30 - Tekstslide

J'ai des notes ... élèves.
timer
0:15
A
de l'
B
à l'
C
des
D
aux

Slide 31 - Quizvraag

Ils vont ... plage.
timer
0:15
A
de la
B
à la
C
du
D
au

Slide 32 - Quizvraag

La porte ... maison est bleu.
timer
0:15
A
de la
B
à la
C
du
D
au

Slide 33 - Quizvraag

Ils donnent des
bonbons ... enfants.
timer
0:15
A
de l'
B
à l'
C
des
D
aux

Slide 34 - Quizvraag

Wisten jullie dat..... 
                          

                  Jullie ook trots op jullie zelf mogen zijn!

Slide 35 - Tekstslide

Tips & top's

Slide 36 - Tekstslide

Tips

Slide 37 - Woordweb

Tops

Slide 38 - Woordweb

Vocabulaire H7

Slide 39 - Tekstslide

Bonne journée

Slide 40 - Tekstslide