1mh H7: 2021 bijvoeglijknaamwoord + kloktijden herh

Welkom
  • Bijvoeglijknaam woord
  • Kloktijden herhaling
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Bijvoeglijknaam woord
  • Kloktijden herhaling

Slide 1 - Tekstslide

une jolie fille
A
Goed
B
Fout

Slide 2 - Quizvraag

les grand garçons
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

le pantalon bleu
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

la maison vert
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

les jupes préférées
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Stappenplan
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord
  2. Waar zegt het wat van? 
  3. Schema: 

Slide 7 - Tekstslide

Nieuwe stap... 
une jolie fille
les grands garçons
le pantalon bleu
la maison verte
le jupes préférées

Wat valt op? 

Slide 8 - Tekstslide

Plaats!
De ene keer staat het bijvoeglijk naamwoord 

voor het zelfstandig naamwoord...

en de andere keer erachter

Slide 9 - Tekstslide

Plaats (regel)
Het bijvoeglijk naam woord staat altijd achter het zelfstandig naamwoord, behalve als het in het rijtje van 12 staat!

Rij van 12



Slide 10 - Tekstslide

jeune
A
Voor
B
Achter

Slide 11 - Quizvraag

gris
A
Voor
B
Achter

Slide 12 - Quizvraag

vieux
A
Voor
B
Achter

Slide 13 - Quizvraag

préféré
A
Voor
B
Achter

Slide 14 - Quizvraag

nouveau
A
Voor
B
Achter

Slide 15 - Quizvraag

Stappenplan bijvoeglijk naamwoord

Plaats:
Rij van 12? 
  •  ja : VOOR het ZNW
  • nee: ACHTER het ZNW


Vorm: 
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord
  2. Waar zegt het wat van?
  3. Schema: 




Slide 16 - Tekstslide

Schrijf het bijvoeglijk naam woord op de goede plek én in de goede vorm:
(grand) une ... jupe ...

Slide 17 - Open vraag

Schrijf het bijvoeglijk naam woord op de goede plek én in de goede vorm:
(petit) le ... pantalon...

Slide 18 - Open vraag

Schrijf het bijvoeglijk naam woord op de goede plek én in de goede vorm:
(vert) la ... maison ...

Slide 19 - Open vraag

TIP
  • Maak de opdrachten in stapjes in je werkboek!!

Slide 20 - Tekstslide

Quelle heure est-il? 

Slide 21 - Tekstslide

Kloktijden
Wat weet je nog?

Slide 22 - Woordweb

herhaling: kloktijden
  • Kloktijd begin met : Il est...
  • Hele uren: Il est ... heure(s)
  • Kwart over: uur wat is geweest + et quart
  • half: uur wat is geweest + et demie
  • kwart voor: uur wat komt - moins le quart

Slide 23 - Tekstslide

12 uur 's middags


Il est midi.
Il est midi et quart.
Il est midi et demi.
Il est midi moins le quart.
12 uur 's nachts


Il est minuit.
Il est minuit et quart.
Il est minuit et demi.
Il est minuit moins le quart.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de goede vertaling van:
Het is kwart voor 2.
A
Il est deux heures et quart.
B
Il est une heure moins le quart.
C
Il est deux heures moins le quart.
D
Il est trois heures.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de goede vertaling van:
Het is kwart over 4.
A
Il est quatre heures et quart.
B
Il est quatre heures.
C
Il est quatre heures moins le quart.
D
Il est quatre heures et demie.

Slide 26 - Quizvraag

Vertaal: Het is 3 uur.

Slide 27 - Open vraag

Vertaal: Het is half 6.

Slide 28 - Open vraag