Consumentenrecht les 1

Consumentenrecht
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
detailhandelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Consumentenrecht

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenrecht
Waarom project Consumentenrecht? 
  • Meer kennis over de rechten van de koper 
  • Meer kennis over de rechten van de verkoper (jij en het bedrijf) 
  • Dit geeft meer zekerheid in de winkel, mocht een klant een klacht hebben of een beroep doen op garantie etc. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenrecht
Consumentenrecht = Wetten en regels die de consument beschermen bij een aankoop.
Gelden alleen als: 
  • het om een roerende zaak gaat.
  • De aanbieder een bedrijf is. 
  • De afnemer een particulier is. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je beschermd door het consumentenrecht?
A
iets kopen op een rommelmarkt
B
iets kopen in een winkel
C
iets kopen via marktplaats
D
iets kopen van een vriend

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelt het consumentenrecht?
A
Hoe consumenten producten kunnen kopen via het internet
B
Beschermt consumenten bij aankoop van producten
C
Waar consumenten een klacht kunnen indienen
D
Binnen hoeveel tijd je spullen kunt retourneren

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenrecht
Waarom bestaat consumentenrecht? 
  • Omdat je als consument (vaak) 'de zwakkere partij' bent. 
  • Doel dus om de consument te beschermen. 
  • Deze heeft meer kennis van zaken als het gaat om zijn product. Daar moet de consument tegen beschermd worden.
  • Als consument heb je vaak minder geld om een rechtszaak te kunnen starten. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenrecht
Voorbeelden van wetten om de consument te beschermen zijn:
  1. Informatieplicht; Informeren door verkoper op product. 
  2. Warenwet: Verbiedt verkoop op onveilige producten. 
  3. Wet productaansprakelijkheid; het product moet 'deugedelijk' zijn, dus van goede kwaliteit. Daarvoor geldt dan wettelijke garantie en evt. extra garantie. dus bedrijf is aansprakelijk voor gevolgschade. 
  4. Wet koop op afstand: recht op 14 dagen bedenktijd. bij aankoop via webshop of telefonisch. 
  5. Colportagewet: Voor aankopen aan de deur geldt ook 14 dagen bedenktijd. en bij bedrag hoger dan €50, kan consument geld terugkrijgen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

service
Het doel van service verlenen = zorgen dat de klant terugkomt naar de winkel

Er zijn 3 momenten:
  1. voor de verkoop
  2. tijdens de verkoop
  3. na de verkoop

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder service verlenen in de winkel?
Noem van elk een voorbeeld:

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Service voor de verkoop
  • De winkel sfeervol inrichten
  • De webshop overzichtelijk inrichten
  • Aanbiedingen bekend maken bijv. folders
  • Nieuwe artikelen bekendmaken bijv. via e-mail
  • Ruime parkeerplaatsen aanbieden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel service voor de verkoop
Klanten naar de winkel trekken. 
De winkel moet dus wel aantrekkelijk zijn en de klanten moeten weten wat de winkel te bieden heeft.
Uiteindelijk meer omzet genereren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Service tijdens de verkoop
Op het moment dat de klant al in de winkel is en je verleent service dan is dit service tijdens de verkoop. 

  • Kopje koffie aanbieden
  • Gordijnen dicht schuiven
  • Artikelen demonstreren 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Service na de verkoop
Dit betekent de service die je verleent nadat een klant een product heeft gekocht.
Dit kan ook om klantenbinding gaan. 
  • Artikel inpakken
  • Reparatie verrichten
  • Artikelen thuisbezorgen
  • Artikel terugnemen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruilen/terugbrengen
Bij het ruilen of terugbrengen let je op de volgende punten:

  • Is de geldigheid van de garantie nog niet verlopen?
  • Heeft de klant de kassabon meegenomen?
  • Is het artikel afkomstig van jouw winkel?
  • Is de klant er op de juiste manier mee omgegaan

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet goed, geld terug is een consumentenrecht?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

waardebon en soms geld terug.
Een klant komt een trui ruilen. Hij geeft aan dat de trui gekrompen is in de was. Het wasvoorschrift zegt wassen op 30 graden. De klant heeft de trui gewassen op 40 graden. Krijgt hij zijn geld terug of recht op een nieuw product?
A
Ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De winkelier is niet verplicht het product terug te nemen. Ruilen is een gunst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel dagen kun je een artikel ruilen bij de Ikea?
A
Binnen 7 dagen
B
Binnen 14 dagen
C
Binnen 30 dagen
D
Binnen 365 dagen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Andere vormen van service
  • Voor een klant een product bestellen uit een ander filiaal omdat het daar wel op voorraad is.
  • Een artikel laten wegleggen achter de kassa
  • Een bestelling voor een klant bij een leverancier plaatsen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies