Diabetes Mellitus Type 2
1 / 40
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Beiden hebben diabetes type 2
Welke bewering is hoogstwaarschijnlijk waar?
Welke bewering is hoogstwaarschijnlijk waar?
A
De man is Type 2 diabeet en de vrouw is type 1 diabeet
B
De man heeft lage insulinespiegels, De vrouw heeft hoge insulinespiegels
C
De man heeft hoge insulinespiegels; de vrouw heeft lage insulinespiegels
D
De vrouw rent harder dan de man
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Dhr P(52jr) heeft met de glucosemeter van zijn vrouw bij zichzelf 2x nuGLC gemeten, 7,4 en 7,3
A
Dhr heeft diabetes
B
Dhr heef een gestoorde glucose tolerantie
C
Dhr heeft een gestoord nuchter glucose
D
Het is niet duidelijk wat dhr heeft
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Elke 3 jaar bloedsuiker bepalen Bij wie is dat anders?
A
BMI.>27 of HT of chol of HVZ in VG
B
Hindoestaanseafkomst
C
na doorgemaakte zwschapsdiabetes
D
Turks-Surinaams-Marrokaanse afkomst
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
A
metformine
B
statine
C
Antihypertensivum
D
educatie en leefstijl
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
A
Toevoegen insuline NPH 10EH
B
Leefstijlaanpassing
C
DPP4-remmer sitagliptine 1x100mg
D
GLP1receptoragonist liraglutide 1x0,6mg
