Bepaal het leerlingdoel van je activiteit.
Wat kan de leerling met deze onderwijsleersituatie bereiken?
De leerling moet na afloop (iets):
• kunnen
• kennen of weten
• ervaren of beleefd hebben
• ontdekt hebben
• geoefend hebben
• in de sfeer gekomen zijn
• kennis gemaakt hebben met
Je persoonlijke leerdoel: wat wil je zelf bereiken, ervaren, leren of oefenen?
Persoonlijke beginsituatie:
1. Wat zijn mijn eerdere ervaringen?
2. Wat vind ik moeilijk of waar zie ik tegenop?
3. Waar moet ik extra rekening mee houden?
4. Wat zijn mijn valkuilen, stokpaardjes?