In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herhalingsles
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
- Terugblik spellingsregels
- Lesdoel
- startopdracht
- Zelfstandig werken
- Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
... zit ik vaak op de bank, voor de televisie.
A
's Avonds
B
s' Avonds
C
s-Avonds
D
Savonds
Slide 3 - Quizvraag
Ik heb verschillende werkbladen ...
A
gekopieërd
B
gekopierd
C
gekopieerd
D
gekopiërd
Slide 4 - Quizvraag
... bezoekers waren hun kaartje vergeten.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 5 - Quizvraag
... zijn thuisgebleven vanwege het slechte weer.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 6 - Quizvraag
Ik woon nu op huisnummer ...
A
negentien
B
19
Slide 7 - Quizvraag
Het is vandaag ... graden Celcius.
A
negentien
B
19
Slide 8 - Quizvraag
In de kerk hangt een nieuw ...
A
glasinloodraam
B
glas-in-loodraam
C
glasin-loodraam
D
glas-in-lood-raam
Slide 9 - Quizvraag
Voor de wintersportvakantie kocht ik een nieuwe ...
A
skijas
B
ski-jas
Slide 10 - Quizvraag
Type de volgende zin met de juiste leestekens: Doordat ik Corona heb kan ik niet naar de les komen
Slide 11 - Open vraag
Siem heeft zin in de vakantie. Siem gaat dan samen met Siems ouders een weekje weg. Siems vader heeft Siem verteld dat Siem en de ouders van Siem naar Kreta gaan.
Slide 12 - Tekstslide
Siem heeft zin in de vakantie. Hij gaat dan samen met zijn ouders een weekje weg. Zijn vader heeft hem verteld dat ze naar Kreta gaan.
Slide 13 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe je verwijswoorden in een tekst kunt gebruiken.
Aan het einde van deze les kun je de regels van werkwoordspelling correct toepassen.
Slide 14 - Tekstslide
Maak de startopdracht
Je krijgt hier 5 minuten voor.
onder stap 1 op het werkblad.
timer
5:00
Slide 15 - Tekstslide
Wat ga je doen?
Je maakt opdracht 2, 3 en 4 van het werkboekje.
Klaar?
overleg dan de antwoorden met je buurman/buurvrouw. Had je dezelfde antwoorden?
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe je verwijswoorden in een tekst kunt gebruiken.
Aan het einde van deze les kun je de regels van werkwoordspelling correct toepassen.