Stof proefwerkweek januari 2025 2C

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
30 minuten
-Pak je computer
-Start met de herhaling van leerjaar 1 werkwoorden.
Dat staat bij: Spelling- werkwoorden

15 minuten
Voorlezen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lezen.

Slide 4 - Tekstslide

-Schrijf de bladzijde op waar je bent gebleven. 
-Schrijf kort op wat je hebt gelezen. 

Slide 5 - Tekstslide

Literaire begrippen
1. Ab ovo
Het verhaal begint vooraan, bij het begin, bij het 'ei' (ovo).

Slide 6 - Tekstslide

Ab ovo
Een boek dat ab ovo begint, start letterlijk "vanaf het ei," oftewel bij het allereerste begin van het verhaal. Dit betekent dat het boek begint bij de ontstaansgeschiedenis of de eerste oorzaak van de gebeurtenissen die in het verhaal volgen.

 

Een klassiek voorbeeld van een ab ovo-begin is "Harry Potter en de Steen der Wijzen" van J.K. Rowling. Het verhaal begint met een beschrijving van de gewone wereld van de Duffelingen en de mysterieuze aflevering van baby Harry bij de deur van zijn tante en oom. Het zet de achtergrond en het uitgangspunt van Harry's verhaal helemaal vanaf het begin uiteen.
Een ander voorbeeld is "De Hobbit" van J.R.R. Tolkien, waar het verhaal begint met een uitgebreide beschrijving van Bilbo Balings en zijn rustige leven in de Gouw voordat het avontuur met de dwergen begint.
Het ab ovo-begin contrasteert met een in medias res-begin, waarbij je midden in de actie wordt gegooid en later de context krijgt.


Slide 7 - Tekstslide

Ab ovo
De eerste zinnen van "Harry Potter en de Steen der Wijzen" (Nederlandse vertaling door Wiebe Buddingh') zijn als volgt:



"De Duffelingen, van ligusterlaan nummer vier, waren heel gewoon, gelukkig maar. Ze waren de laatste mensen die je zou verwachten verwikkeld te raken in iets vreemds of geheimzinnigs, want ze deden niet aan onzin."

In de originele Engelse versie luidt de opening:
"Mr. and Mrs. Dursley, of number four, Privet Drive, were proud to say that they were perfectly normal, thank you very much. They were the last people you'd expect to be involved in anything strange or mysterious, because they just didn't hold with such nonsense."

Deze zinnen introduceren meteen de setting (Ligusterlaan nummer vier) en de "normale" wereld van de Duffelingen, die sterk contrasteert met de magische wereld waar Harry deel van uitmaakt. Dit ab ovo-begin zet de toon en maakt de lezer nieuwsgierig naar hoe het "vreemde en geheimzinnige" zal binnenkomen.



Slide 8 - Tekstslide

In medias res
Als lezer val je midden in het verhaal, zo lijkt het, de ontwikkelingen zijn al aan de gang. 

Slide 9 - Tekstslide

In medias res
Een goed voorbeeld van een boek dat in medias res begint, is "De Ilias" van Homerus. Het verhaal opent midden in de Trojaanse Oorlog (Het jaar 1184 v.Chr. is thans de meest geaccepteerde datum voor de Trojaanse Oorlog, omdat ook de archeologie aantoont dat rond die tijd de culturen van Kreta, het Griekse vasteland en Anatolië teloorgingen) specifiek tijdens een conflict tussen Achilles en Agamemnon, zonder eerst de volledige achtergrond van de oorlog uit te leggen. De eerdere gebeurtenissen worden pas later via flashbacks en dialogen onthuld.

 

Een moderner voorbeeld is "1984" van George Orwell. Het verhaal begint op een specifieke dag in april, midden in de al bestaande totalitaire wereld van Oceanië. De lezer wordt direct geconfronteerd met Winston Smith's alledaagse strijd met de onderdrukkende controle van de Partij, zonder uitgebreide introductie van hoe deze wereld zo is geworden.
Dit type opening zorgt ervoor dat de lezer direct in de actie of de kernsituatie van het verhaal wordt gegooid, wat vaak een gevoel van urgentie of betrokkenheid oproept.

Slide 10 - Tekstslide

De eerste zinnen van "1984" door George Orwell (oorspronkelijke Engelse tekst) zijn als volgt:

"It was a bright cold day in April, and the clocks were striking thirteen. Winston Smith, his chin nuzzled into his breast in an effort to escape the vile wind, slipped quickly through the glass doors of Victory Mansions, though not quickly enough to prevent a swirl of gritty dust from entering along with him."

In de Nederlandse vertaling (door Tinke Davids) luiden deze zinnen ongeveer als volgt:
"Het was een heldere, koude aprildag en de klokken sloegen dertien. Winston Smith, met zijn kin in zijn borst gedrukt in een poging de gemene wind te ontvluchten, glipte snel door de glazen deuren van de Overwinningsflats, maar niet snel genoeg om te voorkomen dat een wervel gruisstof met hem mee naar binnen kwam."
Deze opening plaatst de lezer meteen midden in het leven van Winston Smith in de dystopische wereld van Oceanië. Het feit dat de klokken "dertien" slaan, geeft direct een vervreemdend gevoel, wat een voorbode is voor de verstoorde werkelijkheid waarin het verhaal zich afspeelt.



Slide 11 - Tekstslide

1984
1984 is een dystopische toekomstroman van de Britse schrijver George Orwell, grotendeels geschreven in de periode 1946-1948 en gepubliceerd in 1949, kort voor het overlijden van de auteur in 1950. Orwell presenteert in dit boek zijn visie op de westerse wereld anno 1984. Het is een waarschuwing tegen totalitaire regimes, zoals nazi-Duitsland dat net verslagen was en Stalins Sovjet-Unie. Orwell beschrijft een staat waarin de overheid elk aspect van het menselijk leven bewaakt en controleert. Het hoofdpersonage, de timide Winston Smith, poogt hiertegen te rebelleren, maar ondervindt dat de macht van de regering verder reikt dan hij zich had kunnen voorstellen. In de strijd tegen de Partij en Big Brother gaat de enkeling kansloos ten onder.

De roman speelt zich af in een sombere toekomst, waarover in de verleden tijd verteld wordt vanuit het perspectief van een alwetende verteller. Achter de roman is een appendix opgenomen over het door Orwell geïntroduceerd begrip Newspeak dat een belangrijke rol speelt bij de daarin beschreven politieke hersenspoeling, hoewel die term bij het schrijven en verschijnen ervan nog niet bestond. Orwell liep met deze fictie vooruit op de theorievorming in de politieke wetenschap over het fenomeen totalitarisme.

Slide 12 - Tekstslide

De tunnel

Slide 13 - Tekstslide

Programma tot de kerstvakantie

-Boek uit
-Opdracht boek: Maak een kwartet


Spelling
-Leenwoorden
Werkwoorden
-Herhaling leerjaar 1
-Engelse werkwoorden
-Voltooid deelwoord
Formuleren
-Herhaling leerjaar 1
-Verwijswoorden
-Verwijswoorden
-Variatie in woordgebruik

Slide 14 - Tekstslide

Programma
-Lezen
-Leenwoorden
-Opdracht maken
-Website

Slide 15 - Tekstslide

Na de les heb ik...
-gelezen in mijn boek.
-geoefend met leenwoorden.
-een opdracht gemaakt op mijn website.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Leenwoorden
Zijn woorden die uit een andere taal in het Nederlands terecht zijn gekomen. Deze leenwoorden komen op heel veel gebieden voor. 


Slide 18 - Tekstslide

  • Een samenstelling van Engelse leenwoorden schrijf je in het Nederlands als één woord. 
    eyecatcher, multiplechoicevraag, skatebaan

  • Als het rechter deel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken.
    stand-by, back-up,  shout-out

  • Sommige combinaties worden gezien als een woordgroep. Dan schrijf je die delen los:
    compact disc, first lady  

Engelse leenwoorden

Slide 19 - Tekstslide

  • Veel franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens
    compact, hotel, ragout

  • De accenten op de -e blijven behouden als dat nodig is voor de uitspraak
  • Accent aigu: paté 
  • Accent grave: crème
  • Accent circonflexe: crêpe
Franse leenwoorden

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht: 
Huiswerk:
Nieuw Nederlands bladzijde 238, 239
Opdracht 1 t/m 7.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Pak je computer
Jouwweb

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
1. Ga naar je website.
2. Heb je al een pagina waarop je wat over jezelf vertelt? 
3. Maak een pagina aan voor je boek. 
4. Zoek op google de kaft van je boek en zet die in je banner. 
5. Ga maar je Magistermail.
6. Download de bijlage.
7. Beantwoord de vragen die je al kan beantwoorden. 
8. Zoek 

Slide 24 - Tekstslide

1. Titel boek:
2. Schrijver boek:
3. Uitgever boek:
4. Jaar van uitgave boek:
5. Genre boek (humor, science fiction, fantasy, griezel, romantiek, oorlog, coming of age, sprookje, historisch):
6. Verhaalperspectief (wie vertelt het verhaal):
7. Personages boek:
8. Plaats waar het verhaal afspeelt:
9. Begint het verhaal vooraan (abo vo) of val je als lezer midden in het verhaal (in medias res):
10. Beoordelingswoord:
11. Cijfer boek plus uitleg:
12. Schrijf in een paar zinnen (minimaal 100 woorden) op waar het verhaal over gaat (maak een korte samenvatting).

Slide 25 - Tekstslide

Wat is goed?
A
airbag
B
air-bag

Slide 26 - Quizvraag

Wat is goed?
A
babysitter
B
baby-sitter

Slide 27 - Quizvraag

Wat is goed?
A
carriere
B
carrière

Slide 28 - Quizvraag

Wat is goed?
A
intensivecare
B
intensive care

Slide 29 - Quizvraag

Wat is goed?
A
makeup
B
make-up

Slide 30 - Quizvraag

Wat is goed?
A
dinee
B
diner

Slide 31 - Quizvraag

Programma tot de kerstvakantie

-Boek uit
-Opdracht boek: Maak een kwartet


Spelling
-Leenwoorden
Werkwoorden
-Herhaling leerjaar 1
-Engelse werkwoorden
-Voltooid deelwoord
Formuleren
-Herhaling leerjaar 1
-Verwijswoorden
-Verwijswoorden
-Variatie in woordgebruik

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Herhaling leerjaar 1: werkwoorden vervoegen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 36 - Tekstslide