In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Klinisch redeneren | SMART-doelen
Slide 1 - Tekstslide
Maak een SMART leerdoel gericht op klinisch redeneren
Doen:
Situatie omschrijving met wat goed ging en minder goed en waarom?
Beschrijf een persoonlijk leerdoel en gebruik hierbij de SMART methode.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al over het maken van een SMART doel?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Specifiek
Een SMART doel moet duidelijk en concreet zijn, zodat het voor iedereen begrijpelijk is.
Slide 5 - Tekstslide
Meetbaar
Een SMART doel moet meetbaar zijn, zodat je kunt bepalen of het doel bereikt is.
Slide 6 - Tekstslide
Acceptabel
Een SMART doel moet acceptabel zijn
Waardoor je gemotiveerd wordt om hier aan te werken!
Slide 7 - Tekstslide
Realistisch
Een SMART doel moet haalbaar zijn binnen de gegeven middelen en mogelijkheden.
Slide 8 - Tekstslide
Tijdgebonden
Een SMART doel moet een duidelijke deadline hebben, zodat er een tijdslimiet is om naar toe te werken.
Slide 9 - Tekstslide
‘Ik wil een keer heel veel kilometer kunnen rennen.’
A
Dit is een SMART doel
B
Dit is geen SMART doel
Slide 10 - Quizvraag
Ik wil over 3 maanden 5 kilometer kunnen rennen door 2x per week te trainen, zodat ik me gezonder en fitter voel.
A
Dit is een SMART doel
B
Dit is geen SMART doel
Slide 11 - Quizvraag
Ik wil volgens de planning bij zijn voor Learnbeat, zodat ik niet te ver achter ga lopen.
A
Dit is een SMART doel
B
Dit is geen SMART doel
Slide 12 - Quizvraag
In blok 7 wil ik de komende 10 weken leren hoe ik een een trachea binnencanule kan wisselen volgens het Vilans protocol. Zodat ik goed voorbereidt de praktijktoets kan doen.
A
Dit is een SMART doel
B
Dit is geen SMART doel
Slide 13 - Quizvraag
In week 10 van blok 7 wil ik de integratieve toets behalen met een voldoende. De komende tijd volg ik de lessen intensief en maak ik aantekeningen en digitale toetsen op ThiemeMeulenhoff.
A
Dit is een SMART doel
B
Dit is geen SMART doel
Slide 14 - Quizvraag
Ik wil aan het einde van deze eerste periode van dit schooljaar mijn oefenopdrachten op digibib hebben afgerond, zodat ik mij hier niet meer druk over hoef te maken.
A
Dit is een SMART doel
B
Dit is geen SMART doel
Slide 15 - Quizvraag
Weet je nu genoeg over SMART doelen?
Bedenk voor jezelf een doel.
Maak de opdracht SMART-doel.
Overleg met degene naast je of je doel SMART geformuleerd.
Slide 16 - Tekstslide
Een SMART doel maken
Om een SMART doel te maken, stel je een specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden doel op.