Luistertoets Unité 1+2
Voor deze toets is geen leerwerk, maar ik ga ervan uit dat je alle luisteroefeningen van Unité 1 en 2 gedaan hebt.
Je krijgt drie tips :
1. School, werken en studeren in het buitenland zijn thema's die je kunt verwachten. Lees dus alle teksten die hierover gaan, en herhaal woorden die hiermee te maken hebben.
2. Verder kan het handig zijn om nog eens goed te kijken naar de uitspraak van verschillende persoonlijke voornaamwoorden met nadruk (moi, toi, lui, elle, nous, vous, eux, elles), zodat je die in gesproken zinnetjes kunt herkennen (zie ook Unité 1, Apprendre 10).
3. - Je kunt het verschil horen tussen de futur (wij zullen lopen - nous marcherons) en de conditionnel (wij zouden lopen - nous marcherions).
De futur en de futur du passé (conditionnel) heb je in Apprendre 5 van Unité 2 geleerd, vooral in ex.16. Herhaal bijvoorbeeld ex.16B3 om te horen hoe deze vormen klinken. Je moet ze namelijk kunnen herkennen aan de stam (die altijd eindigt op een R !) en uit elkaar houden op basis van de uitgangen. Hoe klinken die ook al weer in het Frans?