Hoofdstuk 10 Zuren en base MAVO 4

Wat is zuur ?
Een zure oplossing smaakt zuur en kan bijtend voelen op je huid. De zuurgraad (pH-waarde) geeft aan hoe zuur een oplossing is. Zuur: pH < 7
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is zuur ?
Een zure oplossing smaakt zuur en kan bijtend voelen op je huid. De zuurgraad (pH-waarde) geeft aan hoe zuur een oplossing is. Zuur: pH < 7

Slide 1 - Tekstslide

De pH schaal 
Zuren en Basen

Slide 2 - Tekstslide

Deze tabel met zuren kennen

Slide 3 - Tekstslide

Indicatoren
  • Als je wilt weten of een oplossing zuur of basisch is, gebruik je een indicator

  • Een indicator verandert van kleur in een zure of basische oplossing.

  • Lakmoespapier is een indicator, hier leg je een druppel oplossing op.

  • Rodekoolsap of fenolftaleïne (l), hier doe je een paar druppels van in een oplossing.



Slide 4 - Tekstslide

Zuur-basen indicatoren in Binas tabel 36
Omslagtraject: pH gebied waarbij de indicator van kleur verandert

Slide 5 - Tekstslide

Universeel indicator papier
Indicatoren (pak je binas erbij)
Indicatoren

Slide 6 - Tekstslide

Basen
Een zuur staat een H+-ion af

Een base neemt een H+-ion op

Doet dus tegenovergestelde van een zuur!!!

Slide 7 - Tekstslide

Definitie van een base
  1. Een base is een stof die H+ kan opnemen
  2. Basen in oplossing bevatten vaak OH- .
  3. Basen smaken en voelen zeepachtig en reageren makkelijk met vetten, je kunt er goed mee ontvetten.
  4. Geconcentreerde basen hebben een bijtende werking op huid en slijmvliezen (net als zuren)

Slide 8 - Tekstslide

Basen die je moet kennen







In de tabel staan drie zouten met alleen het negatieve ion aangegeven. Als een zout een
van deze negatieve ionen bevat, werkt dat zout dus als een base. 
Zouten bevatten ook altijd een positief ion, maar dat bepaalt niet of het zout een base is

Slide 9 - Tekstslide

Een deeltje dat       bindt is een base
t




Een oplossing van een base is een basische oplossing

H+

Slide 10 - Tekstslide

Base en pH
De pH van een basische oplossing is altijd hoger dan 7. Hoe meer base een oplossing bevat, hoe hoger is de pH. 

Dus hoe hoger de concentratie aan opgeloste base, hoe hoger de pH van de oplossing zal zijn. 
Bij verdunnen daalt de pH maar lager dan 7 zal het nooit komen.

Slide 11 - Tekstslide

Triviale namen
NaOH, Natriumhydroxide, Natronloog

KOH, Kaliumhydroxide, Kaliloog

Ca(OH)2,  calciumhydroxide, Kalkwater


Slide 12 - Tekstslide

Base : natriumhydroxide 
NaOH opgelost in water is natronloog




Bekende toepassing NaOH is gootsteenontstopper
er komt veel warmte vrij bij oplossen NaOH in water

Slide 13 - Tekstslide

calciumhydroxide 




Calciumhydroxide opgelost in water is : kalkwater




Calciumhydroxide is een base om zure grond te neutraliseren
Kalkwater gebruikt je als reagens om CO2 aan te tonen

Slide 14 - Tekstslide

Ammoniak (g) wordt Ammonia (aq)










Zuiver ammoniak wordt in de chemische industrie gebruikt om kunstmest te maken.

Slide 15 - Tekstslide

Bekende basische oplossingen
Basen komen voor als:
gas  ( ammoniak), vast (natriumhydroxide, kaliumhydroxide,.)
Veel basen komen voor als oplossing in water.
  • Natronloog = natriumhydroxide opgelost in water
         Na+ (aq)   +   OH- (aq)
  • Ammonia  =  ammoniak opgelost in water
         NH3+ (aq)

Slide 16 - Tekstslide

Stofeigenschappen basen
• bevatten stoffen of deeltjes die H+ opnemen;
• hebben een pH-waarde hoger dan 7;
• geleiden elektrische stroom;
• reageren met vet;
• reageren met zuren;
• smaken zeepachtig (maar je mag ze niet proeven!).

Slide 17 - Tekstslide

Zuur - base reactie

Slide 18 - Tekstslide

Samenvatting
  1. Bij een zuur-basereactie vindt er een overdracht van H+ -ionen plaats. Zuurdeeltjes staan H+ -ionen af. Basedeeltjes nemen H+ -ionen op.
  2. Een aantal belangrijke toepassingen van zuur-basereacties zijn           – ontzuren van zuren met behulp van een base;                                   – ontkalken van apparaten met schoonmaakazijn;                                 – tegengaan van verzuring van bossen en landbouwgrond door strooien met ongebluste kalk;                                                                   - neutraliseren van ammoniak die vrijkomt uit de mest in veestallen.
  3. Vier zuur-basereacties die je moet kennen (tabel 1 blz 41)

Slide 19 - Tekstslide

Zuur/base reactie  (zuur en base bij elkaar)

Een zuur kan H+  afstaan, een base kan H+  opnemen. 

Bij een zuur/base reactie reageert het zuur-ion (H+) van het zuur met het negatieve ion van de base (een zuur-base reactie)


Er ontstaan neutrale stoffen (water en soms koolstof-di-oxide).

Daarom heet een zuur/base reactie een neutralisatie reactie


pH gat richting de 7 (voorbeeld HNO3 en KOH)

Slide 20 - Tekstslide

Zuur- base reacties
tabel 1 blz 41

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden
1. Zoutzuur  (HCl aq) neutraliseren met natronloog (NaOH)

Verzuring van de natuur bestrijden
2. Salpeterzuuroplossing neutraliseren met ongebluste kalk
( calciumoxide (CaO))
3. Ammoniak (NH3) neutraliseren met zwavelzuur (H2SO4)

Slide 22 - Tekstslide