Herhaling voor de toets

START


- weet je nog dat je de betekenis van moeilijke woorden soms kunt vinden door een bekend woorddeel te zoeken?



woordenschat
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

START


- weet je nog dat je de betekenis van moeilijke woorden soms kunt vinden door een bekend woorddeel te zoeken?



woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

planning
Lezen wintersportverhaal
Lesson Up - herhaling toets
vragen maken

Slide 2 - Tekstslide

WOORDENSCHAT

een bekend woorddeel


Een woord kan bestaan uit meer delen.

Bijvoorbeeld: 
huisdier = huis + dier

Slide 3 - Tekstslide

WOORDENSCHAT

een bekend woorddeel


Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.


Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Het voorvoegels on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

Slide 5 - Tekstslide

onbegrip
A
niet
B
zonder

Slide 6 - Quizvraag

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 7 - Quizvraag

ongezond
A
niet
B
zonder

Slide 8 - Quizvraag

onvolledig
A
niet
B
zonder

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht
Lees wat deze achtervoegsels betekenen.




Maak van de volgende woorden 
een nieuw woord met een van 
de achtervoegsels.


-loos: zonder
-achtig: lijkt op, tamelijk veel
-aar: iemand die het doet
-waarts: die richting op
Voorbeeld: schilderen.
Een nieuw woord met -achtig is schilderachtig.
Noteer: schilderachtig.

Slide 10 - Tekstslide

adem

Slide 11 - Open vraag

tekenen

Slide 12 - Open vraag

4. Wat is een synoniem voor
OPRECHT?
A
gezellig
B
rechtop
C
bijzonder
D
eerlijk

Slide 13 - Quizvraag

5. Uitdrukkingen hebben een ........ betekenis.
A
figuurlijke
B
letterlijke

Slide 14 - Quizvraag

aan de slag
lezen h3 opdracht 1+2

Slide 15 - Tekstslide