Thema leven; Test je kennis.

Test je kennis
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Test je kennis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent micro?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent macro?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn schimmels
Dit zijn gisten
Dit zijn bacteriën 

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voedingsmiddel wordt bereidt met een micro organisme?
A
Aardappelen
B
Brood
C
Snoep
D
Groenten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voedingsmiddel wordt bereidt met een micro organisme?
A
Zuurkool
B
Rode kool
C
Witte kool
D
Geen kool

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voedingsmiddel wordt niet bereidt met een micro organisme
A
Zuurkool
B
Kaas
C
Yoghurt
D
Tomatenpuree

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem een nuttige schimmel die we kunnen plukken en opeten?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben altijd gisten nodig om te groeien?
A
Vocht
B
Suiker
C
Vet
D
Zout

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niet nuttige micro organismen scheiden gifstoffen uit. Hoe noemen we deze gifstoffen?
A
Botox
B
Nicotine
C
Proteïnen
D
Toxinen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf het verschil tussen een voedselinfectie en een voedselvergiftiging.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is conserveren?
A
Langer houdbaar maken van producten
B
Presenteren van producten
C
Steriliseren van producten
D
Verpakken van producten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 5 manieren
van
conserveren

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

NIET
WAAR
WAAR
M.O. groeit goed bij lage temperatuur
M.O. hebben veel voedingsstoffen nodig.
M.O. vinden het fijn bij een lage zuurgraad (pH)
M.O. hebben voldoende zuurstof nodig.
M.O. houden van vocht.
Verhitten is een manier om voedsel te conserveren.

Slide 14 - Sleepvraag

Door dubbel te klikken op de keuzes links en rechts is de tekst en kleur aan te passen naar wens
Wat is de beste temperatuur om eten te bewaren ?
A
Onder 17°C en boven 120°C
B
Onder 7°C en boven 70°C
C
Onder 7°C en boven 17°C
D
Onder 17°C en boven 70°C

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is pasteuriseren?
A
Verhitten tot 65 - 90 °C
B
Verhitten tot 90 - 100 °C
C
Verhitten tot 50 - 70 °C
D
Verhitten tot 100 - 120 °C

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is steriliseren?
A
Verhitten tussen 120 - 140 graden
B
Verhitten tussen 100 - 130 graden
C
Verhitten tussen 70 - 90 graden
D
Verhitten tussen 80-100 graden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke conserveringstechniek schakel je bacteriën volledig uit?
A
Invriezen
B
Drogen
C
Steriliseren
D
Pasteuriseren

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Lang verhitten op 100 °C
Korter of langer verhitten op 72 °C
Gebruik maken van zout,  azijn of suiker.
Luchtdicht, zonder zuurstof, verpakken
Bewaren onder -12 graden C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren 
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Concerveermiddelen
Pasteuriseren

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
geen
B
luchtdicht verpakken
C
gasverpakken
D
met conserveermiddelen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriën hebben zuurstof nodig?
Hoe zorg je ervoor dat de zuurstof uit het product is?
A
door in te vriezen
B
door te vacumeren
C
door steriliseren
D
door drogen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

steriliseren
drogen
pasteuriseren
roken

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

versuikeren
verzuren
vacumeren
invriezen

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De pH-schaal loopt van
A
0 tot en met 7
B
1 tot en met 14
C
7 tot en met 14
D
0 tot en met 14

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 Zure stoffen hebben een lage pH
2 Basische stoffen hebben een hoge pH
A
Alleen 1 is juist
B
Beide zijn juist
C
Alleen 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een citroen heeft een lage pH
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Water heeft een pH hoger dan 7
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies