5h - L21 P1 - kommagebruik, woordvolgorde

   Deutsch!    
5hv 

Les 21 P1
Gutentag!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

   Deutsch!    
5hv 

Les 21 P1
Gutentag!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studienführer
Aan de slag met schrijfopdrachten: 

- staan in Learnbeat

- klaar? Stuur een berichtje, ik kijk het na!

- als je oefent, weet je welke fouten JIJ maakt
en kun je hiermee gericht oefenen

tip:  regel een schema

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unterrichtsziele
schrijven:
- woordvolgorde
- je weet wanneer je wel en geen umlaut/ komma gebruikt

je kunt een Duitse brief corrigeren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Am Donnerstag 
10:50 - 12:20 Uhr
Klassenzimmer 101 (DVK)

woordenboeken en grammaticaschema's aanwezig

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftoets Duits P1
Voorbereiding:  
*Redemittel leren 
     *grammatica/schrijfvaardigheid oefenen

Denk aan: 
witregels, hoofdletters, woordenboek gebruiken
korte & eenvoudige zinnen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komma

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 8 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 9 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Kommagebruik in het Duits
Tussen 2 hoofdzinnen hoef je geen komma te gebruiken.
Ich habe ihn gesehen, und nichts darüber gesagt.
Ich habe ihn gesehen und nichts darüber gesagt.

Tussen een hoofd- en bijzin MOET je een komma gebruiken.
Ich habe ihr erzählt, dass ich ihn gesehen habe.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen twee persoonsvormen .

Als het goed is, komt Lindsey zo.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de delen van een opsomming in een zin. 

Wil je koffie, thee of iets anders?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te ....
Ik heb beloofd om te bellen.
Ik heb dat gedaan om niet op te vallen.

Dat 'om te' kun je soms weglaten in het Nederlands. 
Is dat het geval? Dan moet je het weglaten in het Duits.
Ich habe versprochen anzurufen.
Ich habe das gemacht um unauffällig zu wirken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klopt deze zin? Ich hoffe das ich den Pullover zurückschicken kann.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klopt deze zin? Ich habe keine Lust darauf zu warten.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ss of ß
 'ß' op de computer

Rechter Alt + s
Alt + 225
Ctrl + Alt + s
Alt + 0223 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ik weet - ich
A
weiß
B
weiss

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

jullie weten - ihr
A
wißt
B
wisst

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgorde van de woorden in de zin

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten:


Let op komma's 
→  komma's geven de scheidslijnen tussen verschillende hoofd- en bijzinnen aan. 

Let niet op de lengte van de zin
→ soms zijn bijzinnen (veel) langer dan de hoofdzin.
       "Hij zei, dat ..... bla bla bla bla lange bijzin bla bla bla bla." 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Morgens esse ich kein Brot.
B
Mein kleiner Bruder nervt mich.
C
Er weglegt sein Handy.
D
Sie stellt ihre Tasche auf den Boden.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Hat Anna nichts gesagt?
B
Morgen ich werde nicht kommen.
C
Was hältst du davon?
D
Uwe, mach das bitte nicht!

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Rede doch nicht so viel!
B
Hast du Lust mitzukommen?
C
Laura, fährst du nach Deutschland?
D
Mit dir zusammen ich will nicht reisen.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich habe ein Buch gelesen über die Geschichte von Amerika.
A
richtig
B
falsch

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is correct?
A
Dieser Pullover ist gestrickt von meiner Mutter.
B
Ich habe die Nachrichten heute im Radio gehört.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich denke, dass du hast Recht gehabt.
B
Ich denke, dass du Recht gehabt hast.
C
maakt niet uit
D
zijn allebei niet goed

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich hoffe, dass du im Mai kommen kannst.
B
Ich hoffe, dass du im Mai kannst kommen.
C
maakt niet uit
D
zijn allebei niet goed

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Weißt du, wo ich das kaufen kann?
B
Weißt du, wo ich das kann kaufen?
C
maakt niet uit
D
zijn allebei niet goed

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Hier kannst du etwas mit deinen Freunden unternehmen.
B
Hier kannst du etwas unternehmen mit deinen Freunden .
C
maakt niet uit
D
zijn allebei niet goed

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Es gefällt mir, dass es nicht so viele Menschen gibt hier.
B
Es gefällt mir, dass es hier nicht so viele Menschen gibt.
C
maakt niet uit
D
zijn allebei niet goed

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ute sagt, dass sie das nicht hätte können wissen.
B
Ute sagt, dass sie hätte das nicht können wissen.
C
maakt niet uit
D
zijn allebei niet goed

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies