4m - Les 12 P2 - Konjuktionen und Wortstellung

   Deutsch!    

4m
Les 12 P2
Gutentag
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

   Deutsch!    

4m
Les 12 P2
Gutentag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbereiding voor les 6:

maken: brief aan Koen

Verwerkingsopdrachten na les 6:
maken: oefenblad voegwoorden in het Duits












Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning P3
Woche 2 - fast vorbei
Woche 3 - SO2 + les 14 & 15
Woche 4 - Les 16  +  Toetsweek
Schrijftoets  ( 27. 1. 2023)

   

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelgemaakte fout:

zinsopbouw en kommagebruik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Morgens esse ich kein Brot.
B
Mein kleiner Bruder nervt mich.
C
Er weglegt sein Handy.
D
Sie stellt ihre Tasche auf den Boden.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Rede doch nicht so viel!
B
Hast du Lust mitzukommen?
C
Laura, fährst du nach Deutschland?
D
Mit dir zusammen ich will nicht reisen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regel:
De persoonsvorm is het werkwoord dat bij het onderwerp hoort.

De persoonsvorm staat in hoofdzinnen op PLEK 2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel:

Duitse zinnen 

Onderwerp persoonsvorm voorwerp voorwerp bepaling bepaling andere werkwoorden

Ich habe meiner Schwester ein teueres Geschenk gegeben.
Mein Vater hat sein Bruder zum letzten Mal in Deutschland gesehen.
Der alte Mann würde niemals zum Partys eingeladen.
Die Direktorin hatte dem Schüler nichts darüber gesagt.
 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich habe ein Buch gelesen über die Geschichte von Amerika.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich möchte gern bei Ihnen einen Apfelsaft bestellen.
A
richtig
B
falsch

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is correct?
A
Dieser Pullover ist gestrickt von meiner Mutter.
B
Ich habe die Nachrichten heute im Radio gehört.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich denke, dass du hast Recht gehabt.
B
Ich denke, dass du Recht gehabt hast.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich hoffe, dass du im Mai kommen kannst.
B
Ich hoffe, dass du im Mai kannst kommen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Weißt du, wo ich das kaufen kann?
B
Weißt du, wo ich das kann kaufen?

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 22 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 23 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Kommagebruik in het Duits
Tussen 2 hoofdzinnen hoef je geen komma te gebruiken.
Ich habe ihn gesehen, und nichts darüber gesagt.
Ich habe ihn gesehen und nichts darüber gesagt.

Tussen een hoofd- en bijzin MOET je een komma gebruiken.
Ich habe ihr erzählt, dass ich ihn gesehen habe.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragen?
Vorausblick:
Freitag besprechen wir die Online Hilfsmittel

Mittlerweile:
übe deine Schreibfertigkeit mit der Aufgabe die in SOM steht,
schicke mir deine E-Mail zu, dann gebe ich dir Feedback.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voegwoorden en zinsvolgorde

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voordat
dat
nadat
of
hoewel
als
omdat
wanneer
wann
nachdem
bevor
ob
obwohl
dass
wenn
weil

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich hoffe, 
dass du Zeit für mich hast. 
hoofdzin
bijzin

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weil ich kein Geld habe,
kaufe ich nichts.
hoofdzin
bijzin

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten:


Let op komma's 
→  komma's geven de scheidslijnen tussen verschillende hoofd- en bijzinnen aan. 

Let niet op de lengte van de zin
→ soms zijn bijzinnen (veel) langer dan de hoofdzin.
       "Hij zei, dat ..... bla bla bla bla lange bijzin bla bla bla bla." 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Morgens esse ich kein Brot.
B
Mein kleiner Bruder nervt mich.
C
Er weglegt sein Handy.
D
Sie stellt ihre Tasche auf den Boden.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Rede doch nicht so viel!
B
Hast du Lust mitzukommen?
C
Laura, fährst du nach Deutschland?
D
Mit dir zusammen ich will nicht reisen.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich denke, dass du hast Recht gehabt.
B
Ich denke, dass du Recht gehabt hast.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich hoffe, dass du im Mai kommen kannst.
B
Ich hoffe, dass du im Mai kannst kommen.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Weißt du, wo ich das kaufen kann?
B
Weißt du, wo ich das kann kaufen?

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

voorbereiding voor les 6:

maken: opdr. 9 en 10 van § 5.3
leren: Lernbox 1 t/m 3
Let op: opdr. 10 is een MO

Verwerkingsopdrachten na les 6:
maken: opdr. 1 t/m 7 van §5.4
leren: Lernbox 4

Let op: Kapitel 4 slaan we dus over












Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies