4hv - Les 16 P1 - kommagebruik, umlaute etc

   Deutsch!    
4hv 

Les 16 P1
Gutentag!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

   Deutsch!    
4hv 

Les 16 P1
Gutentag!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studienführer
Voorbereiding voor les 20:






maken: Opdr. 12 en 13 (Seite 40-42)

Verwerkingsopdrachten na les 20:
woordjes leren




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unterrichtsziele
schrijven:
je weet wanneer je wel en geen umlaut/ komma gebruikt
je kunt Duitse werkwoorden  op de juiste plek zetten
je kunt een Duitse brief corrigeren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Woche 44: les 20  + SO
Woche 45: les 21 + les 22
                       Start Prüfungswoche

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenaantal
havo 
opdracht 1                           100-200 woorden
opdracht 2                                 80-90 woorden

vwo
opdracht 1                     200-250 woorden
opdracht 2                 100-120 woorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komma

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout...

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 9 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 10 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Kommagebruik in het Duits
Tussen 2 hoofdzinnen hoef je geen komma te gebruiken.
Ich habe ihn gesehen, und nichts darüber gesagt.
Ich habe ihn gesehen und nichts darüber gesagt.

Tussen een hoofd- en bijzin MOET je een komma gebruiken.
Ich habe ihr erzählt, dass ich ihn gesehen habe.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.

Als het goed is, komt Lindsey zo.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de delen van een opsomming in een zin. Als er tussen de laatste twee delen een voegwoord staat (en of of), schrijf je geen komma.

Wil je koffie, thee of iets anders?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar...
het Nederlands EN het Duits kennen allebei de zogenoemde
'om te constructies'
Ik heb beloofd om te bellen.
Ik heb dat gedaan om niet op te vallen.

Dat 'om te' kun je soms weglaten in het Nederlands. Is dat het geval? Dan moet je het weglaten in het Duits.
Ich habe versprochen anzurufen.
Ich habe das gemacht um unauffällig zu wirken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klopt deze zin? Ich hoffe das ich den Pullover zurückschicken kann.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klopt deze zin? Ich habe keine Lust darauf zu warten.
A

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ss of ß
Verbeter de motivatiebrief. Voeg komma's, hoofdletters en punten toe. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ik weet - ich
A
weiß
B
weiss

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

jullie weten - ihr
A
wißt
B
wisst

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Maken: opdr. 10 van §2.1
(s. 41)

opdr. 4 en 10 van §3.1
(s. 59 bzw. 63)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee dingen die je hebt geleerd tijdens deze les:

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies