20230202 Donderdag

Donderdag 2 februari 2023
Goedemorgen!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 2 februari 2023
Goedemorgen!

Slide 1 - Tekstslide

OCHTEND

08.30 - 08.45 Jeugdjournaal
08.30 - 09.15 WISKUNDE
09.15 - 10.00 ENGELS
10.00 - 10.15 Pauze
10.15 - 11.30 CREATIEF
11.30 - 11.50 Pauze
MIDDAG

11.50 - 12.35 BIOLOGIE
12.35 - 13.20 NASK
13.20 - 14.15 Werk afmaken / Keuze

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

WISKUNDE

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 Formules en Vergelijkingen
Leerdoel


Slide 5 - Tekstslide

BK

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Hoofdstuk 5 TOEKOMST
Maken
BK De opdrachten bij §5.2 Formules anders schrijven

TL De opdrachten bij §5.2 Lineaire grafieken en formules

Slide 9 - Tekstslide

Engels

Slide 10 - Tekstslide

Chapter 3 SHOWBIZZ
Leren voor de toets van dinsdag 7 februari a.s.



Slide 11 - Tekstslide

CREATIEF

Slide 12 - Tekstslide

Biologie

Slide 13 - Tekstslide

Thema 4 Bloedsomloop
Leerdoel:
BK Na deze paragraaf kan ik drie typen bloedvaten noemen met hun functies.

TL Na deze paragraaf kan ik drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 14 - Tekstslide

BK

Slide 15 - Tekstslide


Het bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. De weg die het bloed door het lichaam aflegt, noem je de bloedsomloop. In afbeelding 2 is het bloedvatenstelsel van de mens getekend.
TL

Slide 16 - Tekstslide

Thema 4 Bloed §4.1 Bloedsomloop
Maken
BK §4.1 Bloedsomloop afmaken +
      §4.2 De bloedvaten Opdrachten 1 t/m 4

TL §4.1 Bloed afmaken +
      §4.2 Bloedsomloop Opdrachten 2, 3 en 5 

Slide 17 - Tekstslide

NASK

Slide 18 - Tekstslide

NASK Hoofdstuk 8 GELUID
Leerdoel
Na deze les kun je voorbeelden geven van geluidsbronnen.
Na deze les kun je uitleggen hoe je met je stembanden geluid maakt.

Slide 19 - Tekstslide

Geluidsbronnen
Geluid hoor je bijna overal. Geluid kan hard of zacht zijn. Je kunt het mooi of vervelend vinden. Alles wat geluid maakt, noem je een geluidsbron.
Veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt. Denk maar aan muziekinstrumenten, machines en luidsprekers (afbeelding 1).
Andere geluidsbronnen hoor je in de natuur (afbeelding 2).

Slide 20 - Tekstslide

Je stem als geluidsbron
Met je mond kun je geluid maken. Zeg je de letter ssss, dan blaas je lucht langs je tong. Zeg je de letter ffff, dan blaas je lucht langs je lippen. Voor andere geluiden heb je je stembanden nodig. Je stembanden zitten achter in je keel (afbeelding 3). Met je stembanden kun je klanken maken. Bijvoorbeeld ‘aaaa’, ‘eeee’ en ‘oooo’.

Verschillende geluiden
De stembanden gaan heel snel open en dicht als je geluid maakt. Dit kun je voelen, als je je hand tegen je keel houdt terwijl je “rrrr” zegt. Je voelt dan dat er in je keel iets trilt. Het zijn je stembanden die trillen. Je stembanden gaan trillen doordat je lucht langs je stembanden uitademt. Door hierbij je mond en je tong te bewegen, kun je verschillende geluiden maken.


Slide 21 - Tekstslide

NASK Hoofdstuk 8 GELUID
Maken:
BK De opdrachten 1 t/m 4 die bij 8.1 Geluid maken horen.

TL De opdrachten 1 t/m 6 die bij 8.1 Geluid maken en horen horen.

Slide 22 - Tekstslide

Keuze / Werk afmaken
Jeugdjournaal

Slide 23 - Tekstslide