BK De opdrachten bij §5.2 Formules anders schrijven
TL De opdrachten bij §5.2 Lineaire grafieken en formules
Slide 9 - Tekstslide
Engels
Slide 10 - Tekstslide
Chapter 3 SHOWBIZZ
Leren voor de toets van dinsdag 7 februari a.s.
Slide 11 - Tekstslide
CREATIEF
Slide 12 - Tekstslide
Biologie
Slide 13 - Tekstslide
Thema 4 Bloedsomloop
Leerdoel:
BK Na deze paragraaf kan ik drie typen bloedvaten noemen met hun functies.
TL Na deze paragraaf kan ik drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 14 - Tekstslide
BK
Slide 15 - Tekstslide
Het bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. De weg die het bloed door het lichaam aflegt, noem je de bloedsomloop. In afbeelding 2 is het bloedvatenstelsel van de mens getekend.
TL
Slide 16 - Tekstslide
Thema 4 Bloed §4.1 Bloedsomloop
Maken
BK§4.1 Bloedsomloop afmaken +
§4.2 De bloedvaten Opdrachten 1 t/m 4
TL §4.1 Bloed afmaken +
§4.2 Bloedsomloop Opdrachten 2, 3 en 5
Slide 17 - Tekstslide
NASK
Slide 18 - Tekstslide
NASK Hoofdstuk 8 GELUID
Leerdoel
Na deze les kun je voorbeelden geven van geluidsbronnen.
Na deze les kun je uitleggen hoe je met je stembanden geluid maakt.
Slide 19 - Tekstslide
Geluidsbronnen
Geluid hoor je bijna overal. Geluid kan hard of zacht zijn. Je kunt het mooi of vervelend vinden. Alles wat geluid maakt, noem je een geluidsbron.
Veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt. Denk maar aan muziekinstrumenten, machines en luidsprekers (afbeelding 1).
Andere geluidsbronnen hoor je in de natuur (afbeelding 2).
Slide 20 - Tekstslide
Je stem als geluidsbron
Met je mond kun je geluid maken. Zeg je de letter ssss, dan blaas je lucht langs je tong. Zeg je de letter ffff, dan blaas je lucht langs je lippen. Voor andere geluiden heb je je stembanden nodig. Je stembanden zitten achter in je keel (afbeelding 3). Met je stembanden kun je klanken maken. Bijvoorbeeld ‘aaaa’, ‘eeee’ en ‘oooo’.
Verschillende geluiden
De stembanden gaan heel snel open en dicht als je geluid maakt. Dit kun je voelen, als je je hand tegen je keel houdt terwijl je “rrrr” zegt. Je voelt dan dat er in je keel iets trilt. Het zijn je stembanden die trillen. Je stembanden gaan trillen doordat je lucht langs je stembanden uitademt. Door hierbij je mond en je tong te bewegen, kun je verschillende geluiden maken.
Slide 21 - Tekstslide
NASK Hoofdstuk 8 GELUID
Maken:
BK De opdrachten 1 t/m 4 die bij 8.1 Geluid maken horen.
TL De opdrachten 1 t/m 6 die bij 8.1 Geluid maken en horen horen.