Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1 Inkomen
1.1 Inkomen
Welke 3x2 soorten inkomen zijn er?
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
1.1 Inkomen
Welke 3x2 soorten inkomen zijn er?
Slide 1 - Tekstslide
Soorten inkomsten
Inkomsten in geld
Inkomsten in natura
Met tegenprestatie
Zonder tegenprestatie
Vrij besteedbaar
Niet-vrij besteedbaar
Dus:
Een inkomen heeft altijd 3 kenmerken.
Van elk 2-tal dus 1-tje
Slide 2 - Tekstslide
Salaris of loon
A
Inkomen in geld
B
Inkomen in natura
C
Met tegenprestatie
D
Zonder tegenprestatie
Slide 3 - Quizvraag
Je krijgt een 4G abonnement
A
Vrij besteedbaar
B
Niet-vrij besteedbaar
C
In natura
D
In geld
Slide 4 - Quizvraag
Je werkt in een restaurant en krijgt als deel van je salaris elke dag een
maaltijd.
A
Met tegenprestatie
B
Zonder tegenprestatie
C
In natura
D
In geld
Slide 5 - Quizvraag
1.4 Bijverdienen
Redenen om te werken:
loon / salaris
ervaring opdoen
leuk / sociale contacten
Werken mag vanaf 13 jaar
Minimumjeugdloon 15-22 jaar
Werkgever
: geeft werk
Werknemer
: neemt werk
Supermarkt = werkgever
Personeel = werknemer
Vanaf 18 jaar gevaarlijk werk
Minimumloon (vanaf 23 jaar)
Werknemer en werkgever hebben rechten en plichten.
Recht werknemer
= loon,
recht werkgever
= er wordt arbeid gedaan in het bedrijf.
Plicht werknemer
= arbeid verrichten,
plicht werkgever
= loon betalen
Slide 6 - Tekstslide
Mag je werken in de bouw als je 16 jaar bent?
A
Nee
B
Ja
Slide 7 - Quizvraag
Mag je als 15 jarige na 22.00 uur werken?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Je werkt bij de Albert Heijn. De hoofdcassière in de supermarkt is jouw:
A
Werknemer
B
Werkgever
C
Leidinggevende
Slide 9 - Quizvraag
1.5 Spaarrente berekenen
Je hebt € 2.500 op een spaarrekening en daar krijg je van de bank 2,3 % rente.
Hoeveel rente krijg je?
En hoeveel heb je na 1 jaar op je spaarrekening?
Antwoord
Je spaargeld is in dit geval 100 %, dus eerst wil je 1 % weten!
€ 2.500 : 100 = € 25
€ 25 x 2,3 % = € 57,50 rente!
Dus na 1 jaar heb je € 2.500 + € 57,50 = € 2.557,50
Slide 10 - Tekstslide
1.5 Sparen
3 redenen om te sparen:
voor een doel
voor de rente
uit voorzorg
(voor het geval dat)
Rente en interest
betekenen hetzelfde.
Je ontvangt dit van de bank als
vergoeding
omdat zij jouw spaargeld mogen gebruiken.
Er zijn verschillende spaarvormen, soms krijg je ook een
bonusrente.
Bonusrente als je bijvoorbeeld geen geld opneemt van je spaarrekening of als je bijvoorbeeld een bepaald bedrag per jaar spaart.
Slide 11 - Tekstslide
1.6 Inkomen en beroep
Inkomen heb je uit:
Arbeid en Bezit
Inkomen uit bezit:
Huur / pacht
Rente
Winst
Inkomensverschillen door:
Verschil in bezit en verschil in loon
Hoogte van inkomen is afhankelijk van:
Langer werken
Gevaarlijk werk
Onregelmatig werk (avond, nacht)
Hogere opleiding
Uitzonderlijk werk (speciaal; astronaut)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Meer lessen zoals deze
H1 Inkomen
September 2020
- Les met
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
samenvatting paragraaf 4-5 en 6
November 2023
- Les met
30 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Arbeidsrecht
Januari 2019
- Les met
28 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Economie voor vmbo
Ec. bekeken 2TL: Herhaling hoofdstuk 1
November 2021
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
samenvatting paragraaf 1-4-5 en 6
November 2023
- Les met
42 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Oefentoets Hoofdstuk 1
September 2023
- Les met
38 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
De arbeidsmarkt
Januari 2019
- Les met
35 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Economie voor vmbo
Samenvatting H1
Augustus 2024
- Les met
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2