Week 3 periode 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Pen/papier + boek op tafel!

Kaoutar	Insaff
Joudi	Ainhoa
Nora	Meryam
Abdelgaliq

Husna	Senna
Andrea	Jiaqi
Mahan	Amir
Aya	Georgia

Anas	Khaled
	Ayman
Danil	Zakaria

Bureau mevr. Lingbeek

Agenda

1. Schrijfstijl - startvragen vakantie
2. Update: so, toets, po
3. Start met beeldspraak

Schrijf 1 of 2 zinnen over hoe je vakantie was: zakelijk, formeel,
misschien zelfs saai...

Herschrijf je zinnen op de volgende manier:
beeldend, levendig
misschien zelfs met stijlfiguren...

Updates

Heeft iedereen een boek? - www.lezenvoordelijst.nl. Je kiest uit de lijst 12 t/m 15 jaar (minstens C, bij voorkeur D)

De boekopdracht staat op Simulise (deadline = 17 juni voor 17.00 uur)

De boekopdracht is gekoppeld aan de lesstof uit KERN van deze periode

Er staat een studiewijzer voor PTO4 in onze klassenTeams

Inleveren so = tijdens de les op donderdag 1 juni (groepjes?)

Beeldspraak?

Hulp?

Buur

Boek

LessonUp

Klaar?

Maak opdracht 1 op blz. 48 van je boek 

Opdracht

Verzin 2 andere voorbeelden bij: vergelijking met verbindingswoord, zuivere metafoor, personificatie, synesthesie (lever ze ook in)

Deze week

Morgen verder met beeldspraak en een spreekvaardigheidoefening

Donderdag combineren we schrijfstijl & beeldspraak 

Pen/papier + boek op tafel!

Kaoutar	Insaff
Joudi	Ainhoa
Nora	Meryam
Abdelgaliq

Husna	Senna
Andrea	Jiaqi
Mahan	Amir
Aya	Georgia

Anas	Khaled
	Ayman
Danil	Zakaria

Bureau mevr. Lingbeek

Agenda

1. Startopdracht: beeldkaraoke
2. Beeldspraak - metaforen
3. Opdracht
4. Uitleg so 
5. Morgen

Hulp?

Buur

Boek

LessonUp

Klaar?

Bestudeer de tekst over de metonymia. Kun je al andere voorbeelden bedenken?

Opdracht

Maak opdracht 1 op blz. 48 van je boek. We bespreken het zo samen.

Opdracht

Spreekvaardigheid-spel 

Samen met leerlingen

Doel = 

spreken leuk maken, minder eng, meer zelfvertrouwen, gevoelige thema's bespreken 

Opdracht

Je maakt een spelkaart (Pdf A4) met een tweetal of met z'n 4en. 

De docent moet zo veel mogelijk inhoudelijk kunnen begeleiden tijdens het spel, de instructies op de kaarten moet dus in leerlingentaal en in stapjes worden beschreven.

Op je kaart staat:

- Een leuke/originele naam voor de oefening

De moeilijkheidsgraad (niveau 1, 2, 3 of 4)

- De tijdsduur (een schatting)

- Groepsoefening (hoe groot is de groep) of een individuele oefening

- Uitleg van de oefening

Bij je kaart maak je een klein beoordelingsmodel met een puntenverdeling. Het beoordelingsmodel kan door de docent of klasgenoten worden ingevuld. 

Voorbeeld

Woordentrein

De docent roept een woord en kiest een leerling uit. Deze leerling moet 30 seconden lang praten over dit woord. Dit herhaal je een paar keer. Wanneer de oefening klaar is, volgt er applaus. 

Tip: maak verbinding met het vorige woord. Bijvoorbeeld: de leerling voor jou moest praten over pindakaas en jouw woord is mes. Je kunt dan beginnen door te zeggen "Pindakaas kun je smeren met een mes"

Niveau 1, individueel spreken in de klas, 3-5 minuten

Voorbeeld

Beoordeling	Punten	Naam + punten
De leerling spreekt de volle 30 seconden	1 (goed) 2(zeer goed) 3 (uitstekend)
De leerling vertelt inhoudelijk interessante dingen over het woord	1/2/3
De leerling praat duidelijk, maakt handgebaren en oogcontact	1/2/3
De leerling maakt verbinding met het vorige woord	1/2/3

Opdracht

Ik beoordeel jullie op de volgende punten:

- Originaliteit

- Lay-out spelkaart

- Duidelijke uitleg 

- Alle punten uit de opdracht verwerkt 

- Passend beoordelingsmodel

- Samenwerking in de les

Morgen

Beeldspraak metonymia 

Herhaling

Pen/papier + boek op tafel!

Kaoutar	Inssaf
Joudi	Ainhoa
Nora	Meryam
Abdelgaliq

Husna	Senna
Andrea	Jiaqi
Mahan	Amir
Aya	Georgia

Anas	Khaled
	Ayman
Danil	Zakaria

Bureau mevr. Lingbeek

Agenda

Wie gaat er hier herkansen?

1. Zelf nakijken opdracht 1 / vragen?
2. Metonymia
3. Mix & match beeldspraak 
4. Volgende week 

Nakijken opdracht 1

1 a vergelijking met een verbindingswoord (als)

b personificatie

c synesthesie

d homerische vergelijking; vergelijking met een verbindingswoord (zoals)

e personificatie

f vergelijking met een verbindingswoord (koppelwerkwoord lijken)

g vergelijking met een verbindingswoord (van)

Hulp?

Buur

Boek

LessonUp

Klaar?

Ga naar de volgende slide voor de volgende opdracht 

Opdracht

Match het type beeldspraak en het voorbeeld 

Hulp?

Buur

Boek

LessonUp

Klaar?

Lees alvast het hoofdstuk 'Dialogen' 

Opdracht

Samen met je groepje ga je nu een verhaal maken adhv 1 gekozen beeldspraak-voorbeeld. Dit is je startpunt. Met je groepje overleg je in welke schrijfstijl je je verhaal gaat schrijven. Check bij mij of je gekozen stijl goed is en begin daarna met je verhaal (minimaal 10 zinnen).

Volgende week

Lezen + werken aan po en so