Du Symbolisme au Surréalisme (chapitre 7)

Du Symbolisme au Surréalisme (chapitre 7)
Deze les gaat over vernieuwingsbewegingen in de poésie aan het einde van de 19e eeuw.

Het oude voldoet niet meer, de moderne tijd begint rond 1850.

Kunstenaars laten de traditionele/klassieke vormregels helemaal los.

Kijk maar eens naar het werk van Marcel Duchamp op p.86.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Du Symbolisme au Surréalisme (chapitre 7)
Deze les gaat over vernieuwingsbewegingen in de poésie aan het einde van de 19e eeuw.

Het oude voldoet niet meer, de moderne tijd begint rond 1850.

Kunstenaars laten de traditionele/klassieke vormregels helemaal los.

Kijk maar eens naar het werk van Marcel Duchamp op p.86.

Slide 1 - Tekstslide

Waar komen we vandaan?

  • Precieze weergave van de werkelijkheid bij de realisten en naturalisten.
  •  Déterminisme

Slide 2 - Tekstslide

Wat waren de politieke omstandigheden eind negentiende eeuw?
  •  Na de val van Napoleon I wisselen verschillende regimes elkaar af. Het is onrustig in Frankrijk. Het voert te ver om hier diep op in te gaan.
  • In 1848 wordt Napoleon III, een neef van Napoleon Bonaparte president van de Franse republiek en in 1852 roept hij zichzelf uit tot keizer van Frankrijk en hij regeert tot de Frans-Duitse oorlog uitbreekt in 1870.
  • Met de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) komt er een einde aan zijn keizerrijk en wordt de derde Franse republiek uitgeroepen. Deze houdt stand tot 1940.


  • De verliezen die geleden worden tijdens WO I verzwakken het regime. In 1940, aan het begin van WO II sneuvelt ook de derde republiek.

Slide 3 - Tekstslide

Intussen in Parijs ...
https://youtu.be/ScFTKuyhy_I?si=NziAwczDV75XC7Az

  • Op verzoek van keizer Napoleon III gaan grote delen van Parijs op de schop en de stad wordt, naar voorbeeld van de stad London, getransformeerd tot het Parijs zoals wij het vandaag de dag kennen. De stedenbouwkundige die daarvoor ingehuurd wordt is baron Georges-Eugène Haussmann. Wanneer je de link opent kun je hierover een kort filmpje bekijken. 
  •  Dat deze hervormingen bij velen onrust veroorzaakten en kwaad bloed zetten kun je je voorstellen. Veel mensen moesten hun huis uit. 

Slide 4 - Tekstslide

La Belle Époque
  • Vlak voor het uitbreken van WO I kent Frankrijk een periode van grote economische welvaart en culturele en wetenschappelijke bloei. We noemen deze periode niet voor niets La Belle Époque. Maar er heerst ook een sterk fin de siècle gevoel. Veel kunstenaars zijn sceptisch.
  • De technologische vooruitgang was haast niet bij te houden. Denk aan electrische verlichting en verwarming van de huishoudens. Sommige huishoudens hadden zelfs al een telefoon. De eerste auto's reden door de straten, grote stoomschepen (zoals de Titanic) voeren over de oceanen en de eerste warenhuizen werden geopend. 
  •  Voor de wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs bouwde Gustave Eiffel de Eiffeltoren. En voor de wereldtentoonstelling van 1900 werd in Parijs de eerste metrolijn geopend. Architect Guimard ontwierp in Art Nouveau (Jugendstil) stijl de inmiddels wereldberoemde Metropolitain ingangen waar er nog een paar van zijn overgebleven.

Slide 5 - Tekstslide

Le vers libre (het vrije vers)
  •  De vernieuwingsbeweging in de poezie wordt al ruim voor WO I ingeleid door de symbolisten. Rond 1900 ontstond het symbolisme als een tegenreactie op het streven van de realisten om de zichtbare werkelijkheid zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven. 
  •  Symbolisten gaan er vanuit dat de als chaotisch ervaren waarneembare wereld een afspiegeling is van een  hogere wereld waarin wel orde en eenheid heerst (vergelijk dit met het platonisme). De verschijnselen van de reële wereld zijn symbolen van een hogere wereld: de kleinste materiële voorwerpen hebben hun 'correspondentie' in de geestelijke of transcendente wereld. De vormentaal van de symbolisten is niet altijd makkelijk te duiden. 
  •  Een belangrijke vormvernieuwing is het vers libre
 poëzie zonder regelmatig rijm en metrum (ritme).

Slide 6 - Tekstslide

Les poètes maudits
  •  de symbolisten voelen zich niet begrepen door de maatschappij (maudit betekent vervloekt). Ze leven een losbandig leven vol excessen in navolging van de grote dichter Charles Baudelaire (Les fleurs du mal) die hun grote voorbeeld is.

  •  De benaming ontstaat naar aanleiding van een artikelenreeks 'Les poètes maudits' van Paul Verlaine in een tijdschrift. De titel van de artikelenreeks verwijst naar dichters die om maatschappelijke of psychologische redenen of door fysieke aftakeling in de marginaliteit belanden. De principiële afwijzing van de burgerlijke maatschappij wordt gekoppeld aan het het gecultiveerde beeld van de verdoemde dichter. Zelfdestructie door middel van drank en drugs en venerische ziekten maakt deel uit  van het syndroom van de poète maudit. 


    Slide 7 - Tekstslide

    Het Interbellum
    • De eerste wereldoorlog maakt abrupt een einde aan het heersende optimisme van voor de oorlog. Er vallen miljoenen slachtoffers, de ontgoocheling is gigantisch. 
    Ook onder kunstenaars. Lijden, dood en rouw worden terugkerende thema's. 
    •  De opluchting is echter ook groot tijdens het Interbellum (de periode tussen WO I en WO II). Zoals je in Engeland de Roaring Twenties hebt, kent Frankrijk Les Années folles. Tussen 1919 en 1929 bruist Parijs. In die periode is de Franse hoofdstad de kosmopolitische stad bij uitstek. In deze periode ontstaan de DADA beweging en het Surrealisme.
    • In 1929 slaat het noodlot opnieuw toe: een beurscrash in de Verenigde Staten (ook wel The Great Depression genoemd) veroorzaakt een enorme economische crisis in Europa, die wordt gevolgd door de dreiging van weer een nieuwe wereldoorlog. 

    Slide 8 - Tekstslide

    'Alles is kunst; niets is kunst'
    De kunstenaars van de DADA-groep houden de burgerlijke maatschappij verantwoordelijk voor de verschrikkingen van WO I. Ze breken radicaal met de bestaande opvattingen over kunst en literatuur. Hun motto is 'alles is kunst; niets is kunst'. 
    Het gaat er niet meer om of iets mooi is of knap gemaakt, het gaat erom dat de kunstenaar het presenteert als kunst.  Alledaagse objecten, un object trouvé of ready-made, worden als kunstobject gepresenteerd. Een krantenartikel wordt tot gedicht gepromoveerd en een herriespektakel wordt een concert. Alle regels worden overboord gegooid en het toeval speelt een belangrijke rol. Kijk maar eens naar de handleiding van Tristan Tzara voor het schrijven van een DADA-gedicht (p. 86/87).
    Dadaisten zetten kunstcritici aan het denken over de vraag wat kunst eigenlijk is. 



    Slide 9 - Tekstslide

    Van de DADA naar het Surréalisme

    • Ook de Surréalisten experimenteren met nieuwe technieken en laten het toeval hun werk doen (zoals bij het  cadavre exquis, zie p. 91). 
    • Guillaume Apollinaire schrapt de interpunctie (gebruik van leestekens) en begint te experimenteren met typografie (vormgeving van de tekst). 
    Hij is de bedenker van het caligramme, het vormgedicht.
    •  Net als in de psychoanalyse vormen de droom en de vrije associatie de voornaamste inspiratiebronnen voor de surrealisten. 
    • Breton bedenkt de écriture automatique: een manier om je onbewuste gevoelens te uiten door spontaan op te schrijven wat er in je opkomt.

    Slide 10 - Tekstslide

    zonder gecontroleerde ratio en los van morele waarden
    Het surrealisme vertoont dezelfde antiburgerlijke trekken en hetzelfde revolutionaire elan als het DADAisme. De surrealisten streven een mentaliteitsverandering na waarin ruimte zou zijn voor de irrationele kanten van de mens: het onderbewuste, de droom, de intuïtie
    De surrealisten hebben belangstelling voor de jeugd als periode waarin de mens nog niet door nut, rede en conventie is bedorven. 
    Tegenover de als burgerlijk beschouwde begrippen als kerk, gezin en vaderland werden liefde en vrijheid geplaatst: ze streven een zo groot mogelijke vrijheid na waarbij ieder maatschappelijk nut wordt afgewezen.
    De definitie van André Breton luidt: automatische spontaniteit in zijn meest pure vorm, waarin men probeert de manier van denken te laten zien, geleid door fantasie, zonder enige gecontroleerde ratio en los van morele waarden.

    Slide 11 - Tekstslide

    Wat doe je nu?
    Maak de opdrachten bij hoofdstuk 7.

    Slide 12 - Tekstslide