Les 1 braken praktijk triage

Les 1 braken praktijk triage
Triage praktijkles 1 -Braken
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1 braken praktijk triage
Triage praktijkles 1 -Braken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Lesdoelen
Aan het eind van de les kan jij:
  • De zeven gespreksfasen van triage benoemen en omschrijven
  • De triage s.o.e.p invullen
  • De juiste urgentie bij braken bepalen


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gespreksfasen
  1. Openingszin + NAW+ geboortedatum + telefoonnummer
  2. ABCDE veilig?
  3. Reden van het contact en hulpvraag vaststellen
  4. Ingangsklacht vaststellen die de urgentie bepaald
  5. Urgentiebepaling
  6. Het bepalen en organiseren van een vervolgactie.
  7. Resultaat afstemmen met de beller.









Slide 3 - Tekstslide

check de WHAM en ADL
Check de LSD
Openingszin
Hoe zou jij de telefoon opnemen als assistente?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Openingszin + NAW gegevens
Stap 1: Openingszin + Naw gegevens + geboortedatum + telefoonnummer
-Goedemorgen/middag/avond, u spreekt met ..... van huisartsenpraktijk ...... wat kan ik voor u doen?
-NAW-gegevens + geboortedatum + telefoonnummer
-Vraag of patiënt op dit moment ook op dat adres is

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2:
De ABCDE contoleren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE
Airway- Luchtweg
 Breathing-Ademhaling
Circulation-Circulatie
Disability-Bewustzijn
Environment-Omgeving

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



A-vragen
Is de ademweg vrij?


  • Zit er iets in de mond/keelholte? (voorwerp/bloed/braaksel)
  • Zijn er bijgeluiden als de patiënt ademt? (stikken/verslikken(niet) bedreigde stridor)
  • Kwijlt de patient?
  • bij een baby is het neusje vrij?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


B -vragen
Is de ademhaling aanwezig?
  • Is de ademhaling aanwezig?
  • Is er een hoorbare ademhaling?(reutelen/piepen)
  • Kan de patiënt spreken? (kreunen/kortademig/woorden/zinnen)
  • Is er sprake van extra ademarbeid?( schouders optrekken/neusvleugelen (baby)/intrekkingen van de borstkas)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



C-vragen
Is er sprake van een probleem in de circulatie?

  • Is er sprake van een uitwendige bloeding?(gering/matig/hevig)
  •  Wat is de kleur van de huid/gelaat? ( grauw/bleek/blauw/gemarmerd)
  • zijn er vegetatieve verschijnselen?(klam/transpieren/koud/braken/misselijk/gevoel van flauwvallen)
  • Heeft de patiënt een snelle pols?
  • Heeft de patiënt overmatig vochtverlies?(braken/diarree)
  • .Bij een baby of kwetsbare oudere/patiënt: wanneer was de laatste urineproductie/natte luier?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


D-vragen
Is de patiënt bij bewustzijn?
  • AVPU
Alert
Verbale reactie op aanspreken
Reactie op Pijnprikkel(aanschudden)
Geen reactie: Unresponsive.
  • Is de patiënt aanspreekbaar? (adequaat/verward/ander gedrag dan normaal)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


E-vragen
Zijn er bedreigende omgevingsfactoren?


  • Is er sprake van  onderkoeling/beklemming/rook
/koolmonoxide?
  • Is de omgeving veilig? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3, de reden van het contact en de hulpvraag vaststellen.

Let op hierbij heb je een luisterende en stimulerende rol. Doormiddel van gerust te stellen en vooral door open vragen te stellen. 
Zinnen die je helpen om de hulpvraag vast te stellen.
  • Wat is precies uw vraag?
  • Wat is de reden dat u nu belt?
  • Waar maakt u zich zorgen over?
  • Evt. doorvragen (denk aan iemand die zegt benauwd te zijn) Wat bedoeld u met benauwd?
  • Duidelijkheid scheppen (stellen directe vragen) Wat is de klacht, of wat is het probleem? Wat wilt u dat ik voor u doe?

Eventueel geruststellen
  • Het is goed dat u hiervoor belt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4, Ingangsklacht vaststellen die de urgentie bepaald.

indien je er achter bent waarvoor de patiënt belt zoek je de desbetreffende ingangsklacht op. Je begint dan de triagevragen te stellen. 
 Met andere woorden, wat bepaalt de urgentie? Dit kan soms lastig zijn, om de juiste keus te maken is een overzicht gemaakt en staan er in het begin van een ingangsklacht soms verwijzingen naar andere ingangsklachten genoemd. In deze fase van het gesprek stelt de triagist een aantal gesloten, medisch inhoudelijke vragen. Aan de hand van de triagecriteria in de NHG-TriageWijzer schat de triagist de urgentie in waarmee de klacht door de huisarts moet worden beoordeeld.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5, Urgentiebepaling. 
Hoe hoger de urgentie, hoe sneller de patiënt gezien moet worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De urgenties
U0- Starten reanimatie
U1- Levensbedreigend
u2- Spoed
U3- Dringend
U4- Niet Dringend
U5-Advies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Een of meerdere vitale functies zijn uitgevallen (bijv. patiënt ademt niet meer)

Reanimatie geïndiceerd.

Actie: reanimatie in gang zetten, huisarts en ambulance inschakelen.



U0- Starten reanimatie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Vitale functies zijn instabiel en in gevaar (bijv. patiënt is bewusteloos of is hevig benauwd.
Actie: onmiddelijk overleg huisarts (spoedvisitie) /SEH
Tegelijkertijd 112 bellen

U1- Levensbedreigend.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De vitale functies zijn mogelijk bedreigd en/of er is een reële kans dat de toestand op korte termijn verslechtert. Assistente informeert huisarts meteen.
Actie: binnen een uur beoordeling door huisarts
U2- Spoed

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Er is een reële kans op lichamelijke schade op korte termijn.
 

Actie: de patiënt binnen enkele uren laten beoordelen door arts
U3-Dringend

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




De kans op schade op korte termijn is verwaarloosbaar


Actie: de patient binnen 24 uur laten beoordelen
U4-Niet dringend

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Er is geen kans op schade op korte termijn. Beoordeling door een arts kan wachten of is niet nodig.
Actie: voorlichting en advies geven of een (tel) afspraak geven
U5-Advies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advies
Afspraak binnen 24 uur
Binnen enkele uren afspraak afspraak
Binnen 1 uur visite of afspraak
Direct HA sturen en ambulance bellen
Reanimatie starten
U5
U0
U1
U2
U3
U4

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6, Het bepalen en organiseren van een vervolgactie.

Als je de urgentie bepaald hebt koppel je daar een actie aan.
Je geeft de patiënt indien nodig een afspraak en geeft de patiënt altijd advies mee. 
Stap 7, Resultaat afstemmen met de beller.
In het telefoongesprek toetst de triagist of de patiënt (of beller) zich kan vinden in de conclusie van de triage. Wanneer dit niet het geval is, vraagt de triagist naar de motivering van diens standpunt. Het antwoord levert mogelijkerwijs nieuwe gegevens op die tot bijstelling van de triage-uitkomst leiden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S.O.E.P
Deze vul je in tijdens het voeren van een triage gesprek
registratie in een HIS: 
overal hetzelfde
makkelijk te lezen

Slide 26 - Tekstslide

De dikgedrukte factoren heb je zo in de gaten, de anderen kosten soms meer moeite om deze door te hebben. 
SOEP Promedico

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S.O.E.P.
S/ Subjectief - Klachten van de patiënt/beleving van de patiënt + hulpvraag
O/ Objectief - Bevindingen bij (lichamelijk)onderzoek
E/ Evaluatie - Diagnose die gesteld wordt o.b.v. klachten en bevindingen/         ICPC code
P/ Plan - Afspraken die gemaakt zijn n.a.v. de diagnose. Denk aan: voorlichting en advies, verwijzingen, leefregels of geneesmiddelen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triage SOEP - S-regel
- Ingangsklacht
- Alle info die je van pt. hebt gekregen d.m.v. jouw vragen (WHAM en vragen uit boek) - ook als het antwoord 'nee' is
- Hulpvraag
- Duidelijk, maar kort en compact (bijvoorbeeld met + en - werken)
- Afkortingen mag je gebruiken (maar alleen als dit ‘bekende’ afkortingen zijn)
- Denk aan je spelling/taalgebruik





Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triage SOEP - O-regel
- In principe laat je de O-regel leeg bij triage 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triage SOEP - E-regel
- In een HIS werken we met ICPC codes
- Op school noteer je de ingangsklacht - vanaf welke kaart in je boek heb jij je vragen gesteld? 
- Noteer GEEN diagnose

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triage SOEP - P-regel
- Beleid dat je hebt gekozen (bijvoorbeeld U3)
- Reden waarom je voor dit beleid hebt gekozen (i.v.m.)
- Afspraken die je hebt gemaakt
- Adviezen die je hebt gegeven - dit schrijf je helemaal uit 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus

Gebruik de triagewijzer.


Casus opdracht
Mike Peters belt (14-10-1980). Jan van galen 6 in Amsterdam. Sinds vanmorgen meerdere malen aan het overgeven en is erg beroerd (het is nu 15:00) . Heeft al vijf keer overgegeven. Geen koorts, maar zweet wel veel. Alles wat hij drinkt komt er meteen weer uit. Beetje zeurende pijn bovenbuik, maar niet heel erg. Geen bloed in braaksel. Niet suf, maar wel een beetje duizelig. Gebruikt geen andere medicijnen en is verder gezond.
Reageert alert op vragen en kan dit goed vertellen. Vraagt wat hij moet doen.

Probeer deze informatie eens voor jezelf te verwerken in een SOEP formulier.
Gebruik de triagewijzer. 
Vul alles in behalve de O.

15 min

Slide 33 - Tekstslide

SOEP formulier staat op Cum Laude. 
Voor nu alleen focus op wat zet je waar? 
NAW en eigen gegevens (naam, datum) - nu minder relevant - moet natuurlijk wel altijd ingevuld worden...
U3 (beoordeling door de huisarts binnen enkele uren)
Onvermogen om vocht binnen te houden (risico op uitdroging)
Duizelligheid bij opstaan mogelijk gerelateerd aan uitdroging

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOEP formulier casus
S/ Pt. belt. Sinds vanmorgen overgeven. Tot nu toe vijf keer overgegeven. Koorts- Beroerd+, veel zweten,  aanhoudend braken+ pijn bovenbuik maar niet ernstig, duizelig+, bloed in braaksel- , reageert alert en is verder gezond. Vraagt wat hij moet doen

O/ -

E/ Braken 

P/ U3 Beoordeling huisarts binnen enkele uren ivm risico op uitdroging

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies