VWO 2 - Hoofdstuk 7 - Herhalingsles

Hoofdstuk 7 - Herhalingsles
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 - Herhalingsles

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de factor van een afname van 16%?

Slide 2 - Woordweb

Wat is de factor van een toename van 25%?

Slide 3 - Woordweb

Bereken de groeifactor van:

Slide 4 - Woordweb

Wat moet er onder de 3 komen te staan:

Slide 5 - Woordweb

Geef de formule van:

Slide 6 - Woordweb

De groeifactor is groter dan 1
De groeifactor is 1
De groeifactor is tussen de 0 en 1
Grafiek is stijgend
Grafiek is dalend
Grafiek is constant

Slide 7 - Sleepvraag

Groeifactor per dag is 1.5, wat is de groeifactor van 2 dagen

Slide 8 - Woordweb

Groeifactor per dag is 1.5, wat is de groeifactor van 3 dagen

Slide 9 - Woordweb

Groeifactor per dag is 1.5, wat is de groeifactor van een halve dag

Slide 10 - Woordweb

Groeifactor per dag is 1.5, wat is de groeifactor van een kwart dag

Slide 11 - Woordweb

Schrijf het volgende getal in de wetenschappelijke notatie:

Slide 12 - Woordweb

Schrijf het volgende getal in de wetenschappelijke notatie:

Slide 13 - Woordweb

Schrijf het volgende wetenschappelijke notaties in gewone getallen:

Slide 14 - Woordweb

Schrijf het volgende wetenschappelijke notaties in gewone getallen:

Slide 15 - Woordweb

Schrijf het volgende getal in de wetenschappelijke notatie:

Slide 16 - Woordweb

Schrijf het volgende getal in de wetenschappelijke notatie:

Slide 17 - Woordweb

Schrijf het volgende wetenschappelijke notaties in gewone getallen:

Slide 18 - Woordweb

Schrijf het volgende wetenschappelijke notaties in gewone getallen:

Slide 19 - Woordweb

Exponentiële groei
Doelen:
- Rekenen met factoren
- Exponentiële groei herkennen, groeifactor berekenen en formule opstellen
- Aan de formule zien of de grafiek stijgt, daalt of constant is.
- Groeifactor omzetten naar een andere tijdseenheid
- Wetenschappelijke notatie

Slide 20 - Tekstslide

Factor berekenen
Factor = nieuw : oud

Voorbeeld:
Toename 9% -> 109 : 100 = 1,09
Afname van 25% -> 75 : 100 = 0,75

Slide 21 - Tekstslide

Hoe gebruik je de factor?
Factor = nieuw : oud

Voorbeeld:
Hoe duur wordt een artikel van 14,50 euro als de prijs 20% hoger wordt?

Factor = 120 : 100 = 1,2. Nieuwe prijs = 1,2 x 14,50 = 17,40


Slide 22 - Tekstslide

7.2 exponentiële groei
Je noemt een groeiproces exponentieel als de factor waarmee je vermenigvuldigt steeds met deze factor. Deze factor heet de groeifactor.

Groeifactor = nieuw : oud


Slide 23 - Tekstslide

7.3 Exponentiële formules
Exponentiële formule -> h = b x g

b = beginhoeveelheid op tijdstip t = 0
g = groeifactor



Slide 24 - Tekstslide

7.3 Exponentiële formules
Exponentiële formule -> h = b x g

b = beginhoeveelheid op tijdstip t = 0
g = groeifactor

Groeifactor = nieuw : oud

Slide 25 - Tekstslide

7.4 Groeifactor en tijd
Als de tijdseenheid wordt veranderd, verandert de groeifactor ook.

Als de groeifactor per jaar gelijk is aan g, dan is de groeifactor per vijf jaar gelijk aan g x g x g x g x g = g 

Slide 26 - Tekstslide

Groeifactor en tijd
Als de groeifactor per tijdseenheid gelijk is aan g, dan is de groeifactor per halve tijdseenheid gelijk aan de wortel van g.



Slide 27 - Tekstslide

Groeifactor en tijd
Als de groeifactor per tijdseenheid gelijk is aan g, dan is de groeifactor per halve tijdseenheid gelijk aan de wortel van g.

Voorbeeld:

Slide 28 - Tekstslide

7.5 Wetenschappelijke notatie
Elk getal kun je met de wetenschappelijke notatie of met de standaardvorm schrijven als een vermenigvuldiging.

Denk aan:

Slide 29 - Tekstslide