BK1 Blok 2: Spreken, kijken en luisteren

Spreken, kijken en luisteren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Spreken, kijken en luisteren

Slide 1 - Tekstslide

2.15 kijken en luisteren
Soorten programma's + doelen

Slide 2 - Tekstslide

Pak je klapper
7 --> Spreken, kijken, luisteren
Bladzijde 87
Opdracht 45

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 46

Slide 8 - Tekstslide

Onderwerp van gesproken teksten
Samenvatting maken

Om een samenvatting te maken van een een fragment maak je tijdens het kijken en luisteren aantekeningen. Zo doe je dat zo goed mogelijk:

  • Gebruik geen hele zinnen, schrijf steekwoorden op.
  • Laat af en toe een regel leeg, dan kun je later nog iets aanvullen.
  • Schrijf netjes, zodat je achteraf alles nog kunt lezen.
  • Werk je aantekeningen zo snel mogelijk uit, zodat je geen belangrijke zaken vergeet.


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk het fragment.

Maak tijdens het bekijken van het filmpje aantekeningen op een blaadje. 

Slide 10 - Tekstslide

Waarom moesten mensen langer werken toen er machines in de fabrieken kwamen?

Slide 11 - Open vraag

‘Zonder kinderen zou hun bedrijf niet kunnen draaien.’ Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 12 - Open vraag

2.16 Formeel en informeel gesprek
Formeel --> Netjes praten, bijvoorbeeld met een directeur of de koning.
Informeel --> Met vrienden, familie, of mensen die je goed kent. 

Slide 13 - Tekstslide

Formeel en informeel gesprek

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 47
Spreken

Slide 15 - Tekstslide

1

Je hebt de laatste tijd vaak last van je keel. Je bent schor en slikken doet pijn. Je slaapt slecht en bent overdag heel moe. Als je huiswerk moet maken, val je boven je boek in slaap. Je lucht je hart bij je moeder. Wat vertel je haar?

Slide 16 - Tekstslide

2

Je moeder vindt dat je naar de dokter moet gaan. Je belt op om een afspraak te maken. De assistente neemt de telefoon op en noemt haar naam. Wat zeg je?

Slide 17 - Tekstslide

3

Vanmiddag mag je al komen. Om te weten hoe lang je bezoekje aan de dokter ongeveer duurt, vraagt de assistente waar je voor komt. Wat is je antwoord?

Slide 18 - Tekstslide

4

 Als je weer op school bent, breng je verslag aan je mentor uit, want die moet hiervan weten. Wat vertel je?

Slide 19 - Tekstslide