Week 7 Nederlands 3 havo

Nederlands 3 havo week 7
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 3 havo week 7

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. 
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons => bij start van de les in je tas. Een mobiele telefoon is alleen toegestaan als de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 3 - Tekstslide

PTD rapportperiode 2 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
203
SO
Schrijfopdracht - betoog 
Week van 18/1
45 min
2/af
Nee
202
SO
Presentatie - betoog presenteren
Indeling in de les
10 min
1
Nee
201
PW
Lezen en woordenschat
H. 17 + H. 18 + H. 19
Toestweek
45 min
3/toetsweek
Nee

Slide 4 - Tekstslide




  1. Presenteren betoog - tijdens de les
2. Hoofdstuk 17, 18 en 19 en woordenschat (toetsweek).
Zie schrift.

Slide 5 - Tekstslide

Week 7 13 februari t/m
17 februari 2023

  • Boekenlijst: zie mail
  • nifyu - LessonUp
  • Alle communicatie via magister.
  • Vervolg leesvaardigheid en woordenschat
  • Vervolg presentaties
  • Start woordenschat: hoofdstuk 17, 18 en 19

Slide 6 - Tekstslide

Opdrachten weektaak 7
Lees de theorie op bladzijde 78 over onderschikkende argumentatie
Maak opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 79

Nevenschikkende argumentatie sla je over!



Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week:

  • leer je wat argumentatievormen zijn en hoe je enkelvoudige en meervoudige argumentaties herkent.
  • leer je wat onderschikkende argumentatie is
  • we leren de betekenis van woorden.

Slide 8 - Tekstslide

Woorden van deze week (H. 17 en H. 18)
Maak zinnen met de woorden op de volgende dia.
Zorg dat uit de zin blijkt dat je weet wat het woord betekent.
Schrijf de zinnen op in je schrift.

Let op: je legt niet de betekenis uit!

Slide 9 - Tekstslide

Woorden van deze week (H. 17 en H. 18)
Bladzijde 73
  • pervers
  • uitbuiting
  • bemiddeld
Bladzijde 77
  • in de marge leven
  • secularisering

Slide 10 - Tekstslide

pervers

Slide 11 - Open vraag

uitbuiting

Slide 12 - Open vraag

bemiddeld

Slide 13 - Open vraag

in de marge leven

Slide 14 - Open vraag

secularisering

Slide 15 - Open vraag

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 74)

Slide 18 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 74)

Slide 19 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 74)

Slide 20 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 74)

Slide 21 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 74)

Slide 22 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 78)

Slide 23 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 78)

Slide 24 - Tekstslide

Opbouw argumentatie (p. 78)

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

  • leer je wat argumentatievormen zijn en hoe je enkelvoudige en meervoudige argumentaties herkent.
  • leer je wat onderschikkende argumentatie is
  • we leren de betekenis van woorden.

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten weektaak 6
Lees de uitleg op bladzijde 74
Maak opdracht 1 t/m 3 p. 75
Maak opdracht 5 en 6 p. 77



Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 1 bladzijde 74
1 a enkelvoudig
 b enkelvoudig
 c meervoudig
 d enkelvoudig

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 2 bladzijde 75
 Bij a) moet je het argument over naamvallen weerleggen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat de naamvallen de taal juist gemakkelijker maken, omdat naamvallen duidelijke regeltjes zijn die helpen om de betekenis van een zin te begrijpen.
  Bij b) moet je het argument over het huiswerk opgeven weerleggen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat ze drie weken geleden ook al vergat huiswerk op te geven, en dat toen bleek dat haar moeder ziek was. Vergeetachtigheid hoeft dus niets met gek worden te maken te hebben.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 2 bladzijde 75
Bij c) moet je zowel het argument over dreiging van buiten Europa weerleggen als het argument over conflicten tussen buurlanden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat dreiging van buiten Europa helemaal niet altijd aanwezig is, en dat we veel hebben geleerd van de conflicten in de jaren ’90.
  Bij d) moet je het argument over het anders gaan denken en handelen weerleggen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat anders handelen en denken niet per se hetzelfde is als slechter handelen en denken. Je kunt ook tegenvoorbeelden geven van mensen die juist zichzelf zijn gebleven ondanks een hogere positie.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 3 bladzijde 75
a Ze lezen in het gras bij het zwembad, in plaats van te zwemmen, kletsen en mensen kijken. Ook kopen ze speciaal voor hun vakantie nog boeken en tijdschriften voor vertrek. Ook lezen ze in bed, terwijl hun partner bij hen is.
 b Er is de hele dag niemand.
 c De bewering in a is onderbouwd met meervoudige argumentatie, want de schrijver geeft drie afzonderlijke argumenten. De bewering in b is onderbouwd met enkelvoudige argumentatie, want de schrijver geeft één argument.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 77
a De predikant vond dat de kerk geen centrale rol meer in de samenleving heeft, geen grote maatschappelijke betekenis meer heeft, en dat dit goed was.
 b De predikant vond eigenlijk dat de kerk niet meer van deze tijd is en dat de kerk ook tot veel slechts heeft geleid.
 c Gemeenteraadsleden waren duidelijk aanwezig bij de intrede van de predikant. De Nederlandse ambassadeur benaderde de predikant om samen een herdenking te organiseren voor de MH17-ramp. Bij het staatsbezoek van Willem-Alexander en Máxima waren vele predikanten aanwezig.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 77
 d De kerk moet Bijbelse verhalen en tradities aanreiken als antwoord op zingevingsvragen. De kerk moet zich duidelijk openstellen op belangrijke momenten, zodat mensen weten dat ze in de kerk terecht kunnen. Predikanten en kerkmensen moeten hun ongemak over hun geloof bestrijden en er openlijk voor uitkomen.
 e De kerk heeft meer te bieden dan alleen het praktische, zoals yoga en mindfulness in de vorm dat ze in Nederland beoefend worden. De kerk is ook een kritische spiegel voor de mensen die er komen, en daagt kerkgangers uit om naar zichzelf te kijken.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 6 bladzijde 77
a De kerk moet zijn rol in de samenleving opeisen (in de titel en in r. 34).
 b Bijvoorbeeld: De zingevingsvraag is groter dan ooit. De kerk heeft voor het beantwoorden van die vraag iets waardevols te bieden dat praktische zaken zoals yoga en mindfulness niet hebben. Een centrale plek waar iedereen terechtkan en elkaar ontmoet, zoals de kerk vroeger was, ontbreekt in onze huidige samenleving.
 c De schrijver gebruikt meervoudige argumentatie.
 d Eigen antwoord. Let op dat het antwoord een onderbouwing bevat.

Slide 34 - Tekstslide

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 35 - Tekstslide