2h: hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3; De tijd van regenten en vorsten
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3; De tijd van regenten en vorsten

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we behandelen?

onderwerp: 
  • 3.1 machthebbers in de Europa : herhaling 
  • 3.2 Nederland en Europa 

Slide 2 - Tekstslide

Bestuur van de republiek
deelvraag: hoe werd Nederland bestuurd?

Slide 3 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
De Republiek werd niet bestuurd door een vorst (bijvoorbeeld een koning).

Geen centraal bestuur of eenheid. 
 7 Gewesten waren onafhankelijk en hadden een eigen bestuur.

Slide 4 - Tekstslide

Regenten
- De Republiek werd bestuurd door regenten.
- Rijke, protestantse burgers.
-Hadden alle banen in bestuur

z'n kleine groep mensen die bestuurd heet een olicharchie


Slide 5 - Tekstslide

De Stadhouder 
- Elk gewest koos een eigen stadhouder. 

- Taak:  Opperbevelhebber van het leger en de vloot



Slide 6 - Tekstslide

De Stadhouder 
- Meestal kozen verschillende gewesten dezelfde stadhouder.

- En meestal was dat iemand van Oranje.

soms strijd tussen regenten en stadhouder. 
 

Slide 7 - Tekstslide

Bestuur in de Republiek
  • Bestuursorgaan van de Republiek.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen check
Hoe was het bestuur in de Republiek

Slide 9 - Tekstslide

Regels voor oorlogen Hugo de Groot

Slide 10 - Tekstslide

Regels voor oorlogen
  • Door handel veel welvaart!
  • Republiek kon grote huurlegers betalen (80-jarige oorlog).
  • 1648 Vrede van Münster.
  • Spanje erkent soevereiniteit Republiek
De Tachtigjarige Oorlog was een strijd in de Nederlanden die in 1568 begon en eindigde in 1648.

Slide 11 - Tekstslide

Regels voor oorlogen
  • Landen mochten alleen vechten voor zelfverdediging, of om andere goede redenen (oorlogsrecht).
  • Hieruit ontstond later het volkenrecht (regels die gelden tussen staten).
  • Vrije zee, iedereen moest vrij kunnen reizen over zee (zee is van niemand)  

Slide 12 - Tekstslide

Nederland in oorlog
  • Engelsen wilden een einde maken aan de overmacht van Nederlandse handelaren (overzeese handel)
  • Drie zeeoorlogen.
  • Nederlandse schepen mochten geen goederen naar Engeland vervoeren (Acte van Navigatie).
  • Engelsen konden Nederlanders niet verslaan op zee.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Michiel de Ruyter
Admiraal Nederlandse vloot tijdens Engelse zeeoorlogen

Slide 15 - Tekstslide

Rampjaar 1672
geheime afspraak : De Republiek wordt vanuit 3 kanten aangevallen:
  • Zuiden: Frankrijk
  • Oosten: Bisdommen Münster & Keulen
  • Westen (zee): Engeland

1672: rampjaar: Nederland werd door de vijanden geplunderd en in brand gestoken.

1672 Willem III stadhouder, hij moest het land redden.

Gebroeders de Witt kregen schuld van het rampjaar, ze werden door een woedende menigte vermoord.

Slide 16 - Tekstslide

Lynchpartij van de gebroeders De Witt
.







    Johan de Witt           Cornelis de Witt

Slide 17 - Tekstslide

3.3 Europa en de wereld

Slide 18 - Tekstslide

3.3 Europa en de wereld
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw (les 1)

Je weet hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden (VOC) (les 1)

Je weet hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden (WIC) (les 2)

kenmerkend aspect:
ontstaan van handelskapitalisme  en begin van een wereldeconomie

Slide 19 - Tekstslide

Handel op de hele wereld 1/2
1595: begin handel tussen Republiek en Zuidoost-Azië

Eerste compagnie (handelsmaatschappiij) wordt opgericht

17e  eeuw: wereldeconomie -> een economisch systeem van wereldwijde handelscontacten -> vragen en aanbod op de wereld beïnvloeden elkaar (zoals suiker, thee en kleding)

Slide 20 - Tekstslide

Handel op de hele wereld 
Hoe werkt het?
1. suiker = duur. Alleen rijke mensen kunnen het kopen
2. 17e eeuw -> prijs daalt
3. Meer mensen kopen suiker
4. Meer plantages om meer suiker te produceren
5. Meer slaven van Afrika naar Amerika
6. Meer werk in Europa om suiker te verwerken


Slide 21 - Tekstslide

Handel op de hele wereld 
andere populaire producten?
thee, koffie, tabak, katoen



gevolg: 
door de handel groeide de kennis over de wereld.



Slide 22 - Tekstslide

Europese expansie in Azië

Slide 23 - Tekstslide

Europese expansie in Azie
17e eeuw: Portugezen en Spanjaarden werden verdreven door de Nederlanders. 

voor 1602: concurreerde Nederlandse compagnieën met elkaar dus daarom VOC opgericht.
Nederlandse handel na 1602: Verenigde Oost-Indische Compagnie( VOC) wordt opgericht. De VOC had in Nederland een monopolie (= alleenrecht) op de handel met Oost-Indië. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Een gouverneur-generaal 




was de hoogste bestuurder van de VOC in Azië.
deze had zijn hoofdkwartier in Batavia, de hoofdstad van Java, en was gesticht door J, P. Coen

Slide 26 - Tekstslide

Europese Expansie in Azie
De VOC was op een gegeven moment het grootste bedrijf te wereld. 
In Nederland was  de VOC de grootste werkgever(= iemand die mensen tegen loon in dienst heeft)
Had meer dan 20.000 werknemers(= zijn mensen die werken voor loon) in dienst. 

do VOC stichtte veel factorijen(= zijn handelsposten met kantoren en pakhuizen)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Amerika en Afrika - WIC
1621: WIC opgericht, moesten Spanje en Portugal verslaan, zodat de driehoekhandel kon worden opgezet. 

1634: West-Indische Compagnie (WIC) verovert de Nederlandse Antillen (Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint-Maarten.

1628: Piet hen verslaat de Spanjaarden en veroverd de zilvervloot.

1637: WIC verovert fort Elmina in Ghana voor slavenhandel.

1664: Engeland verovert Nieuw-Nederland en sticht New York

Slide 29 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

 Stedelijke cultuur in Nederland





Slide 32 - Tekstslide

H3.4 - De stedelijke cultuur van Nederland

Slide 33 - Tekstslide

3.4 Stedelijke cultuur
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur (les 1)

Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland (les 2)

Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom (les 2)

Slide 34 - Tekstslide

Welvaart en cultuur
Nederland in de Gouden Eeuw: 
1. Soberheid (eenvoud) door het Calvinisme
2. Rijke burgers met veel geld (welvaart)

De kunst bloeide in de Nederlandse steden doordat rijke burgers veel schilderijen lieten maken en ook veel schilderijen kochten.

De schilderkunst werd hierdoor het beroemdste/belangrijkste kenmerk van de stedelijke cultuur in Nederland. Ondanks het feit dat de Republiek geen koning had om opdrachten te geven en ook het Calvinisme gaf weinig opdrachten.

Literatuur en bouwkunst bloeide ook in de Gouden Eeuw. 

Schilderkunst, literatuur en bouwkunst = zegt iets over de cultuur: 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

3.4 Stedelijke cultuur
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur (les 1)

Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland (les 2)

Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom (les 2)

Slide 37 - Tekstslide

Religieuze vrijheid
Er is meer religieuze vrijheid in de Republiek dan in andere Europese landen

Wel gewetensvrijheid, maar geen godsdienstvrijheid. Wat is precies het verschil?

Staatsgodsdienst is het Calvinisme. Alleen deze mensen kunnen belangrijke functies krijgen

Ze lieten de Statenbijbel maken -> veel invloed op dagelijks leven

Rechten van niet gereformeerde mensen: katholieke bijeenkomsten werden gedoogd (toegelaten/geaccepteerd). Daarnaast verschilden de rechten per stad. Er werden schuilkerken gebouwd.






Slide 38 - Tekstslide

Leerdoel 2
Was er nu wel of geen godsdienstvrijheid in de Republiek tijdens de Gouden Eeuw?
onze lieve heer op zolder!

Slide 39 - Tekstslide

Migranten naar de Republiek
Pushfactoren: redenen waarom mensen vertrekken uit een gebied
armoede, oorlog en geloofsvervolging
Pullfactoren: redenen waarom mensen naar ene gebied komen.
welvaart, veiligheid, werkgelegenheid, geloofsvrijheid
Migranten waren positief voor de economie:
ze namen kennis, kracht en aantallen mee.
Dus ze namen bijvoorbeeld kennis over lakens mee of namen zwaar werk over.


Slide 40 - Tekstslide

1. Lees 'migranten' van 3.4 uit het boek
2. Maak voor jezelf een samenvatting door de 4 groepen migranten op te schrijven die naar Nederland kwamen, dus welke groepen waren er? Noteer bij elke groep waarom ze kwamen.
vraag  5b

Groepen migranten tijdens de Gouden Eeuw:
1.
2.
3.
4.

Klaar? Maak vragen 6 van 3.4 in het werkboek

Slide 41 - Tekstslide

Migranten Gouden Eeuw
1. Hugenoten doordat het Calvinisme werd verboden in Frankrijk

2.  Joden uit Spanje en Portugal, omdat het daar verboden werd

3. Arme migranten uit Duitsland en Scandinavië, op zoek naar werk

4. 100000 migranten uit de Zuidelijke Nederlanden vanwege geloofsvervolging en oorlogsgeweld

Slide 42 - Tekstslide