In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3 REKENEN
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Van het vorige filmpje nogmaals is het deel van het Eigen vermogen niet van belang voor jullie.
Slide 3 - Tekstslide
Een machine kost bij aanschaf €100.000 en men wil hem 5 jaar gebruiken. De verwachte restwaarde is €20.000. Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten.
Slide 4 - Open vraag
Een bedrijf koopt machines vanwege een uitbreiding. De aanschafprijs is €3.500.000. Na 8 jaar wil men ze vervangen voor betere en snellere machines, men verwacht dat ze dan nog €300.000 zullen opbrengen. Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten.
Slide 5 - Open vraag
Een bedrijf koopt nieuwe machines voor de productie. De aanschafprijs is €3,85 miljoen. Na 6 jaar wil men ze vervangen, men verwacht dat ze dan nog €1,25 miljoen zullen opbrengen. a) Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten.
Slide 6 - Open vraag
Een bedrijf koopt nieuwe machines voor de productie. De aanschafprijs is €3,85 miljoen. €433.333,33 is de jaarlijkse afschrijving b) Bereken hoeveel de machines na 2 jaar nog waard zijn volgens de boekhouding.
Slide 7 - Open vraag
Een taxibedrijf koopt 10 nieuwe busjes voor het vervoer van klanten. De aanschafprijs is €65.000 per busje. Na 3 jaar wil men ze vervangen, men verwacht dat ze dan in totaal nog €300.000 zullen opbrengen. a) Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten.
Slide 8 - Open vraag
Een taxibedrijf koopt 10 nieuwe busjes voor het vervoer van klanten. De aanschafprijs is €65.000 per busje. Na 3 jaar wil men ze vervangen, men verwacht dat ze dan in totaal nog €300.000 zullen opbrengen. b) Bereken de maandelijkse afschrijvingskosten.
Slide 9 - Open vraag
Een taxibedrijf koopt 10 nieuwe busjes voor het vervoer van klanten. De aanschafprijs is €65.000 per busje. Na 3 jaar wil men ze vervangen, men verwacht dat ze dan in totaal nog €300.000 zullen opbrengen. €116.666,67 is de jaarlijkse afschrijving c) Bereken hoeveel de busjes samen na 1 jaar nog waard zijn volgens de boekhouding.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Voor de productie van 950.000 plantjes had kwekerij Moos vorig jaar € 158.500 vaste kosten en € 244.850 variabele kosten. Bereken de kostprijs per plantje.
Slide 12 - Open vraag
Voor de productie van 950.000 plantjes had kwekerij Moos vorig jaar € 158.500 vaste kosten en € 244.850 variabele kosten. Dit jaar stijgt de productie naar 1.050.000 plantjes. De variabele kosten stijgen naar € 270.450. Bereken de nieuwe kostprijs per plantje.
Slide 13 - Open vraag
Timmerfabriek De Spijker maakt in een jaar 1.350 picknicksets. De vaste kosten waren € 135.000, de variabele kosten bedragen € 216.000. Bereken de variabele kosten per picknickset.
Slide 14 - Open vraag
Timmerfabriek De Spijker maakt in een jaar 1.350 picknicksets. De vaste kosten waren € 135.000, de variabele kosten bedragen € 216.000. Bereken de kostprijs per picknickset.
Slide 15 - Open vraag
De fabriek verwacht dat de productie volgend jaar stijgt naar 1.800 picknicksets. De variabele kosten stijgen naar € 175 per picknickset. De totale vaste kosten veranderen niet. Bereken met welk bedrag de kostprijs per picknickset gestegen of gedaald is. (De kostprijs in de vorige vraag was € 260,-)
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
De inkoopprijs van een fiets is € 295. De verkoopprijs van de fiets is € 486,75. Bereken de brutowinstopslag van de fiets in euro’s.
Slide 18 - Open vraag
De inkoopprijs van een fiets is € 295. De verkoopprijs van de fiets is € 486,75. Bereken de brutowinstopslag in procenten van de inkoopprijs.
Slide 19 - Open vraag
De inkoopprijs van een fiets is € 295. De verkoopprijs van de fiets is € 486,75. Bereken de consumentenprijs van de fiets als de btw 21% is.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Bereken van de volgende producten de verkoopprijs exclusief btw. De consumentenprijs van een eierkoker is € 17,97. De btw is 21%
Slide 22 - Open vraag
Bereken van de volgende producten de verkoopprijs exclusief btw. Je koopt in een supermarkt voor € 27,14 aan boodschappen. In de prijs van alle producten is 9% btw verwerkt
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Lucas verkoopt deze maand vanuit zijn webshop 837 horloges voor gemiddeld € 76 per stuk. De inkoopwaarde is € 29.600. De nettowinst komt uit op € 21.543. Maak het overzicht.
Slide 25 - Open vraag
Rachelle verkoopt bordspellen. In november verkoopt ze 360 spellen voor een gemiddelde prijs van € 29,95 (inclusief 21% btw). Verder verzamelde ze onderstaande gegevens. Bereken de ontbrekende bedragen.
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Schoonmaakbedrijf Allclean heeft 16 medewerkers in dienst. Gemiddeld werken zij 3,5 uur per dag. Het schoonmaakbedrijf is gespecialiseerd in het schoonmaken van kantoorruimtes. De eigenaar van Allclean gaat ervan uit dat de arbeidsproductiviteit van de medewerkers 275 vierkante meter per uur is. Bereken hoeveel vierkante meter kantoorruimte het bedrijf in een dag kan schoonmaken.Schoonmaakbedrijf Allclean heeft 16 medewerkers in dienst. Gemiddeld werken zij 3,5 uur per dag. Het schoonmaakbedrijf is gespecialiseerd in het schoonmaken van kantoorruimtes. De eigenaar van Allclean gaat ervan uit dat de arbeidsproductiviteit van de medewerkers 275 vierkante meter per uur is. Bereken hoeveel vierkante meter kantoorruimte het bedrijf in een dag kan schoonmaken.
Slide 28 - Open vraag
Hoveniersbedrijf Tuinstra maait voor de gemeente alle grasvelden in de gemeentelijke sportparken, plantsoenen en parken. De velden worden tien keer per jaar gemaaid. Bij het hoveniersbedrijf verzorgen twee medewerkers het maaiwerk. Zij doen dat elk 18 uur per week. Gemiddeld maaien ze 5.000 vierkante meter per uur. Bereken hoeveel vierkante meter grasveld de twee medewerkers per jaar maaien