De Middeleeuwse stad 5.3 en 5.4

5.3 en 5.4
Gilden en bestuur van de stad
Huiswerk voor volgende week:
Lezen 5.3 en 5.4
Maken (5.4): 32-36 en 38
Check kennen en kunnen 5.1 en 5.2

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3 en 5.4
Gilden en bestuur van de stad
Huiswerk voor volgende week:
Lezen 5.3 en 5.4
Maken (5.4): 32-36 en 38
Check kennen en kunnen 5.1 en 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ging beter met de handel door:
A
Meer veiligheid en betere landbouw
B
Betere landbouw
C
Meer veiligheid

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de middeleeuwen ontstonden steden vaak bij
A
Havens en zandgronden
B
Snelwegen en havens
C
Karresporen en polders
D
wegen en water(wegen), rivieren en zee

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het houden van een markt is geen stadsrecht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigen rechtspraak was een belangrijk stadsrecht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb het filmpje over de Middeleeuwse stad bekeken en de vragen gemaakt
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben bij met alle opdrachten en alles is duidelijk...
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Standplaatsgebondenheid
Wat is standplaatsgebondenheid?

Waarom moeten we er bij geschiedenis altijd goed rekening mee houden?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standplaatsgebondenheid
  • Hoe je denkt over bepaalde zaken wordt bepaald door:
  1. De tijd waarin je leeft
  2.  Het land waarin je leeft
  3. Je godsdienst
  4. Je leeftijd
  5. Je opleiding / kennis over zaken
  • Het kan dus zijn dat wat vroeger 'normaal' nu vreemd is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standplaatsgebondenheid
  • Schrijvers of andere makers van bronnen zijn dus ook beïnvloed door hun standplaatsgebondenheid.

  • Als je een vraag krijgt hierover, leg altijd kort uit wat standplaatsgebondenheid is, en daarna ga je verder met het tweede deel van het antwoord (hij is priester/gildelid, waardoor...)  --> zie volgende pagina voor een voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heksen-verbranding 1447 in Zwitserland

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden standplaatsgebondenheid
  • In de Middeleeuwen kregen misdadigers lijfstraffen (stokslagen, schandbord of zwaarder...)
  •  Je kon op bedevaart gestuurd worden (lange voettocht naar bijvoorbeeld Rome)
  • Je volgde je opleiding binnen een gilde

  • In de Middeleeuwen heel gebruikelijk, voor ons niet.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was nu eigenlijk een gilde?
  • Vereniging van mensen met hetzelfde beroep:
  • Smeden, schilders, bakkers, molenaars, houtbewerkers, timmerlieden, touwslagers...
  •  Het gilde maakte afspraken over (bedenk zelf voorbeelden!)
  1. Het werk:
  2. Godsdienst:
  3. Zorg voor armen/zieken (verzekering)
  4. Verdediging van de stad
  5. Onderwijs

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraken over de gilden zijn juist? 
Sleep deze naar het vakje juist en sleep de overige naar het vakje onjuist.
juist
onjuist
Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde ziek was.
Het gilde had niets te zeggen over de prijs van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde doodging.
Het gilde vervulde geen rol in het opleiden van nieuwe ambachtslieden.

Slide 15 - Sleepvraag

Bij elke fout ééń punt aftrek.
Dus 5 goed is 2 punten.
4 goed is 1 punt.
3 of minder goed is 0 punten.
Rangen binnen het gilde
1. Meester --> baas van een werkplaats, én getrouwd!
2. Gezel --> knecht die klaar was met leren. Kon lid worden (als er een plekje vrij kwam. Wel eerst de meesterproef afleggen!
3. Leerling --> jonge jongen (11/12 jr) die begon met (vervelende) klusjes in de werkplaats

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben al begonnen met het interview met de Middeleeuwse stadsbewoner...
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies