[2D] Paragraaf 3.2.2

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik dichtheid                        15 min
  • Proefje dichtheid                            15 min
  • Bespreken proefje                          5 min
  • Uitleg giftige stoffen en dosis  10 min
  • Maken opdrachten 3.2                  20 min
  • Nakijken paragraaf 3.2                  5 min 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is dichtheid?

Slide 4 - Woordweb

3.1 Stoffen en eigenschappen
Dichtheid
  • Massa van een kubieke centimeter stof is de dichtheid van een stof met als eenheid g/cm3
  • Dichtheid is een stofeigenschap
Blz. 111
Dichtheid = Massa : Volume

Slide 5 - Tekstslide

[12] Een lepel heeft een volume van 5 cm3 en heeft een
massa van 39,5 gram. Bereken de dichtheid van ijzer.

Slide 6 - Tekstslide

[13] Een gouden ring heeft een volume van 0,4 cm3 en een massa van 7,72 g. Bereken de dichtheid van goud.

Slide 7 - Tekstslide

[14] Een blokje van 12 cm3 heeft een massa van 1,8 gram. Bereken de dichtheid van balsahout.

Slide 8 - Tekstslide

[16] Een houten stoel weegt 2100 gram. De dichtheid van het hout is 0,7 g/cm3. Bereken het volume van de stoel

Slide 9 - Tekstslide

[17] In een frituurpan zit 1800 gram vet met een dichtheid van 0,9 g/cm3. Bereken het volume van het vet.

Slide 10 - Tekstslide

Proefje
Wat? Maak het practicum en vul het werkblad in
Hoe? Met je groepje
Tijd? 15 min
Klaar? Lees 3.2 door en maak opdracht 24 t/m 28
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Dichtheid berekenen met verhoudingstabel
Dichtheid berekenen met formule
Gegeven: volume = 2 cm3; massa = 13 g
Gevraagd: dichtheid = ?
Formule: dichtheid = massa : volume
Berekening: dichtheid = 13 : 2
Antwoord: dichtheid = 6,5 g/cm3
Blz. 112

Slide 13 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Aan het einde van deze les kun je: 
  • Uitleggen dat de dosis bepaalt of een stof giftig is
  • Maatregelen noemen waardoor je afval opnieuw kunt gebruiken

Slide 14 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Giftige stoffen en dosis
  • Bijsluiter geeft aan hoe medicijn te gebruiken
  • Dosis is de hoeveelheid stof die je binnenkrijgt
     --> Te kleine dosis: niet werkzaam
     --> Te grote dosis: schadelijk
  • Stof is giftig wanneer schadelijk voor je gezondheid 
 Blz. 118

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

3.2 Veiligheid en milieu
Veiligheidspictogrammen
  • Veiligheidspictogram is plaatje dat waarschuwt voor gevaar
  • Thuisopdracht: maak een foto van een verpakking met een veiligheidspictogram
Blz. 117

Slide 17 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Afval hergebruiken
  • Afvalscheiding om te voorkomen dat schadelijk stoffen in het milieu komen
--> schadelijke stoffen naar klein chemisch afval (kca)
--> medicijnen naar apotheek
--> batterijen apart inleveren
Blz. 119

Slide 18 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Afval hergebruiken
  • Afvalscheiding om grondstoffen opnieuw te gebruiken
--> recyclen = uit afval nieuwe producten maken (afval als grondstof voor nieuw product)
--> batterijen, plastic, papier, glas, metaal
--> groente-, fruit- en tuinafval (gft) als compost om grond te verbeteren
  • Restafval: niet gescheiden afval
Blz. 119

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak paragraaf 3.2 opdracht 24 t/m 28 en 30 t/m 33 (blz. 121 of online)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? Tot einde les
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt maatregelen noemen waardoor je afval opnieuw kunt gebruiken
Klaar? Maak opdracht 15 en 29 t/m 33
Ook daarmee klaar? Maak in Word een begrippenlijst met plaatjes van 3.1 en 3.2 
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Af voor de volgende les
Paragraaf 3.2 opdracht 24 t/m 28 en 30 t/m 33 (blz. 121 of online)

Slide 21 - Tekstslide

Practicum
Wat? Voer practicum 2 op blz. 146 uit 
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 20 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt stoffen herkennen
Klaar? Ruim de materialen op en lees alvast blz. 110
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

2.4 Kleuren maken 
Kleurfilter
  • Kleurfilter laat maar één kleur door en absorbeert (= opnemen) andere kleuren 

Slide 23 - Tekstslide

2.4 Kleuren maken 
Licht mengen
  • Primaire kleuren voor licht (RGB): rood, groen en blauw 
  • Hoe meer kleuren je mengt, hoe lichter de mengkleur (dat is dus anders dan bij verf!)
Blz. 83
Rood + groen = geel
Rood + blauw = magenta (paars)
Blauw + groen = cyaan (groenblauw)
Rood + groen + blauw = wit

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video