[2C] Paragraaf 3.2.2

Welkom!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

[12] Een lepel heeft een volume van 5 cm3 en heeft een
massa van 39,5 gram. Bereken de dichtheid van ijzer.

Slide 7 - Tekstslide

[13] Een gouden ring heeft een volume van 0,4 cm3 en een massa van 7,72 g. Bereken de dichtheid van goud.

Slide 8 - Tekstslide

[14] Een blokje van 12 cm3 heeft een massa van 1,8 gram. Bereken de dichtheid van balsahout.

Slide 9 - Tekstslide

[16] Een houten stoel weegt 2100 gram. De dichtheid van het hout is 0,7 g/cm3. Bereken het volume van de stoel

Slide 10 - Tekstslide

[17] In een frituurpan zit 1800 gram vet met een dichtheid van 0,9 g/cm3. Bereken het volume van het vet.

Slide 11 - Tekstslide

Dichtheid berekenen met verhoudingstabel
Dichtheid berekenen met formule
Gegeven: volume = 2 cm3; massa = 13 g
Gevraagd: dichtheid = ?
Formule: dichtheid = massa : volume
Berekening: dichtheid = 13 : 2
Antwoord: dichtheid = 6,5 g/cm3
Blz. 112

Slide 12 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Aan het einde van deze les kun je: 
  • Uitleggen dat de dosis bepaalt of een stof giftig is
  • Maatregelen noemen waardoor je afval opnieuw kunt gebruiken

Slide 13 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Giftige stoffen en dosis
  • Bijsluiter geeft aan hoe medicijn te gebruiken
  • Dosis is de hoeveelheid stof die je binnenkrijgt
     --> Te kleine dosis: niet werkzaam
     --> Te grote dosis: schadelijk
  • Stof is giftig wanneer schadelijk voor je gezondheid 
 Blz. 118

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak 3.2 opdracht 24 t/m 28 (blz. 121 of online)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 10 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt uitleggen dat de dosis bepaalt of een stof giftig is
Klaar? Maak opdracht 29
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Veiligheidspictogrammen
  • Veiligheidspictogram is plaatje dat waarschuwt voor gevaar
  • Thuisopdracht: maak een foto van een verpakking met een veiligheidspictogram
Blz. 117

Slide 16 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Afval hergebruiken
  • Afvalscheiding om te voorkomen dat schadelijk stoffen in het milieu komen
--> schadelijke stoffen naar klein chemisch afval (kca)
--> medicijnen naar apotheek
--> batterijen apart inleveren
Blz. 119

Slide 17 - Tekstslide

3.2 Veiligheid en milieu
Afval hergebruiken
  • Afvalscheiding om grondstoffen opnieuw te gebruiken
--> recyclen = uit afval nieuwe producten maken (afval als grondstof voor nieuw product)
--> batterijen, plastic, papier, glas, metaal
--> groente-, fruit- en tuinafval (gft) als compost om grond te verbeteren
  • Restafval: niet gescheiden afval
Blz. 119

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak paragraaf 3.2 opdracht 24 t/m 28 en 30 t/m 33 (blz. 121 of online)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? Tot einde les
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt maatregelen noemen waardoor je afval opnieuw kunt gebruiken
Klaar? Maak opdracht 15 en 29
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Af voor de volgende les
Paragraaf 3.2 opdracht 24 t/m 28 en 30 t/m 33 (blz. 121 of online)

Slide 20 - Tekstslide

Practicum
Wat? Voer practicum 2 op blz. 146 uit 
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 20 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt stoffen herkennen
Klaar? Ruim de materialen op en lees alvast blz. 110
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

2.4 Kleuren maken 
Kleurfilter
  • Kleurfilter laat maar één kleur door en absorbeert (= opnemen) andere kleuren 

Slide 22 - Tekstslide

2.4 Kleuren maken 
Licht mengen
  • Primaire kleuren voor licht (RGB): rood, groen en blauw 
  • Hoe meer kleuren je mengt, hoe lichter de mengkleur (dat is dus anders dan bij verf!)
Blz. 83
Rood + groen = geel
Rood + blauw = magenta (paars)
Blauw + groen = cyaan (groenblauw)
Rood + groen + blauw = wit

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video