Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord 2 mavo Nieuw Nederlands Spelling

Welkom lieve leerlingen van 2MA! 
Als de timer op 00:00 staat:
- zit je op je eigen plek 
                - met je lesboek dicht op tafel
- Ben jij of je buur ingelogd bij Lesson-up met code 223-127
timer
3:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom lieve leerlingen van 2MA! 
Als de timer op 00:00 staat:
- zit je op je eigen plek 
                - met je lesboek dicht op tafel
- Ben jij of je buur ingelogd bij Lesson-up met code 223-127
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

DOEL:
Aan het eind van de les:
-weet je hoe je een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord schrijft
- Heb je op je eigen niveau hiermee geoefend

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Lesson-up Uitleg + oefenen voltooid deelwoorden bijvoeglijk gebruikt 
  • Zelfstandig werken in lesboek Nieuw Nederlands
  • Kahoot (bij tijd over als er goed doorgewerkt is)

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Maak samen de volgende vragen.
Goed overleggen!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord?

Het vliegtuig is ...
A
landen
B
geland
C
gelant
D
gelande

Slide 5 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.

Het ... vliegtuig kwam uit Canada.
A
landde
B
geland
C
gelandde
D
gelande

Slide 6 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
een zelfstandig naamwoord.

De mooie ring was van goud.
mooi = bijvoeglijk naamwoord, want het zegt iets over de ring.
Het gelande vliegtuig kwam uit Canada.
gelande = bijvoeglijk naamwoord, want het zegt iets over het vliegtuig

Slide 7 - Tekstslide

Sterke en zwakke werkwoorden
Hoe schrijf je een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

Sterke werkwoorden  -> hetzelfde als het voltooid deelwoord.

Zwakke werkwoorden -> een -e achter het voltooid deelwoord                                                          én zo kort mogelijk

Slide 8 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden  -> hetzelfde als het voltooid deelwoord.

Voorbeeld: 
Smelten =>         Mijn ijsje is gesmolten  -  Het gesmolten ijsje
Helpen =>            De man is geholpen - De geholpen man

Slide 9 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden -> een -e achter het voltooid deelwoord                                                          én zo kort mogelijk
Voorbeeld: 
Redden =>     De drenkeling is gered  -  De geredde drenkeling
Verloten =>    De prijzen zijn verloot    -  De verlote prijzen

Slide 10 - Tekstslide

Vul het goede woord in:

De foto is ...
A
vergrot
B
vergrote
C
vergroot
D
vergroten

Slide 11 - Quizvraag

De ... foto werd opgehangen.
A
vergroot
B
vergrote
C
vergroten
D
vergrootten

Slide 12 - Quizvraag

De ... taart was heel lekker.
A
gebakken
B
gebakke
C
gebakt
D
gebaken

Slide 13 - Quizvraag

(uitstellen)
De ... toets werd niet meer ingehaald.

Slide 14 - Open vraag

(inpakken)
Het ... cadeau is voor mijn moeder.

Slide 15 - Open vraag

Zelf aan de slag!
Boek Nieuw Nederlands
Cursus Spelling paragraaf 11, blz 242

Vind je het lastig: maak oef 1-2-3
Snap je het goed: maak oef 3-4

Klaar? Lees lekker in je leesboek



timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Kahoot
Log snel in met je eigen naam!

https://create.kahoot.it/share/bijvoeglijk-gebruikt-voltooid-deelwoord/8ab64b75-c136-40dc-95a1-2d20ebc482d0

Slide 19 - Tekstslide